De begroeting van de teruggekeerden door Adam en de stamvaderen. Adams vloed van vragen aan Henoch. Henoch maant tot geduld. Pura's en Naëhme's ontmoeting met de vreemde man uit de middag

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 277 / 280 »»
[1] In de tijd van twee schaduwwenden kwamen alle genodigden aan, en onze oude Adam was een van de eersten die op Henoch toegesneld kwam.
[2] Maar pas toen de eerste liefdesbetuiging van het weerzien voorbij was, waarbij de stamvaders elkaar van liefde en ongemeen grote vreugde bijna platgedrukt hadden, vroeg Adam aan Henoch:
[3] 'O mijn buitengewoon geliefde Henoch, en ook jij, mijn Kisehel, jij, Sethlahem, en jij, Joram, Hil, Baël, Julel en Darel, vertel mij alles na elkaar en de een na de ander, hoe het jullie in de laagte is vergaan, hoe Lamech zich heeft gedragen, en wat zich daar allemaal voor verblijdends heeft voorgedaan!
[4] Heeft de genade en de liefde van de eeuwige, heilige Vader jullie nooit verlaten? Heeft niemand van jullie zich door de vrouwen van de laagte laten bekoren?
[5] Wat is er met de bewuste plaat gebeurd, waarover de heilige Vader ons berichtte wat voor gruwelijks Lamech daarmee gedaan had?
[6] Hebben jullie in de laagte mijn voortdurende bidden en zegenen niet waargenomen?!
[7] Want zolang jullie in de laagte verbleven heb ik dag en nacht rust noch duur gehad. Ik kon het in mijn huis niet uithouden, maar bracht bijna de gehele tijd door op de vaderhoogte en bad voor jullie en voor de laagte en zegende jullie onophoudelijk.
[8] Dat deden ook de anderen meestal met mij; en heel in het bijzonder, moet ik je zeggen, heeft Naëhme bijna zonder onderbreking de heilige, almachtige, goede Vader gesmeekt om de genezing van haar aardse vader Lamech in de laagte, en wel voortdurend met zulke hartroerende woorden, dat ik die zelf niet aan kon horen zonder diep geroerd te zijn.
[9] Hetzelfde deden ook Hored en de beide vrouwen van Lamech, die ook bij ons op de hoogte zijn gekomen en nu steeds gedurende jullie afwezigheid in ons midden verblijven.
[10] En dan moet ik jou nog, mijn geliefde Henoch, over de arme Pura, het meisje uit de laagte, allerlei lovenswaardigs berichten. Dit kind bracht ons allen in de grootste verwondering; ja, wie het niet gezien heeft kan het helemaal niet geloven!
[11] Je weet hoe verschrikkelijk Lamech haar ouders en verwanten heeft behandeld! En zie, desondanks bad niemand op de hoogte meer voor Lamech dan juist dit kind, en dat op zo'n aangrijpende wijze, en met zo veel liefde en vertrouwen in de heilige Vader, dat ik er ten eerste niet omheen kon vast te geloven dat de heilige Vader voortdurend alleen voor haar zichtbaar was, en ten tweede kon ik mij niet aan de indruk onttrekken dat zij een ware dochter van de heilige Vader was.
[12] Voorwaar, Henoch, wanneer je haar zo gezien en gehoord zou hebben, dan zou je zelf op die gedachte zijn gekomen!
[13] Om die reden heb ik dit kind nu ook bij me genomen, en zoals je ziet, heb ik haar nu ook meegenomen, opdat zij uit jouw mond ook zou horen hoe het er in de laagte voorstaat, waarvoor zij zoveel heeft gebeden en zoveel zuchten tot de heilige Vader heeft gezonden.
[14] Zie, lieve Henoch, en ook jullie, die vóór Henoch in de laagte werden gezonden, zo ging het gedurende jullie afwezigheid op de hoogte toe!
[15] Ik, jullie aller nog levende aardse vader, heb dat zeker tot jullie grote vreugde meegedeeld; bereid mij daarom nu ook de reeds zo menige dag en nacht verbeide vreugde, en deel mij mee wat ik jullie heb gevraagd, - echter alleen volgens de wil van de heilige Vader! Amen.'
[16] Hier zegende Adam Henoch en alle anderen.
[17] En Henoch opende zijn mond en zei tegen Adam en ook tegen alle anderen: 'Luister, vader Adam, en al mijn vaderen en kinderen! De heilige, meest liefdevolle Vader heeft Zich de vreugde voorbehouden datgene aan jullie bekend te maken wat zich allemaal in de laagte heeft voorgedaan en hoe het daar nu is; daarom mag ik nu niet meteen je wens vervullen en je de situatie in de laagte onthullen.
[18] Maar je mag nu al wel weten dat er zich in de laagte ongehoorde dingen hebben voorgedaan, ja - ik zeg je - dingen waarvan wij op de hoogte nooit hebben gedroomd! Daar kun je volkomen verzekerd van zijn!
[19] Heb korte tijd geduld en de onthulling zal voor jou en jullie allen staan, lichtend als een ochtendzon! Daarom moest ik jullie immers laten roepen, opdat jullie de lichtende boodschap zullen ontvangen; heb dus maar geduld tot de Vader zal komen, zoals Hij Purista heeft beloofd en jullie geest zal het ware licht over de laagte ontvangen!
[20] Maar laat ons nu de hut van Purista binnengaan, waar wij zijn uitgenodigd; maar uitgezonderd moeder Eva; zal volgens de gegeven wet geen vrouwelijk wezen die betreden en daarom moeten ook de andere vrouwen samen met Naëhme en Pura zich intussen naar de woning van Uranion begeven! - Maar jij, heerlijke Purista, leid ons nu de hut van de liefde van de Heer binnen! Amen.'
[21] Maar Purista vroeg aan Henoch of het verkeerd zou zijn om op zijn minst de arme meest zuivere Pura en Ghemela, de vrouw van Lamech mee te nemen in de hut.
[22] Henoch zei echter: 'Luister, als het van mij afhing dan zou ik wel de hele wereld binnen laten komen; maar ik ben geen Heer over de goddelijke orde! De Heer heeft het zo beschikt; dus moeten wij ook zolang in alles Zijn wil doen tot Hij Zelf ons een andere handelwijze zal aangeven.
[23] En daarom hangt het niet van mij af, maar alleen van de Heer, of de vrouwen deze hut mogen betreden of niet; daarom doen wij nu ook wat ons is opgedragen, en de Heer zal dan doen wat Hem welgevallig is! Amen.'
[24] En zo traden de vaderen, door Purista geleid, de hut binnen; maar de vrouwen, op Eva na, bleven buiten.
[25] Pura en Naëhme gingen echter iets verderop en beiden baden tot God en schikten zich heel tevreden in hun lot, zij offerden hun vrome nieuwsgierigheid op aan de Heer en loofden en prezen de Vader vol van liefde, genade en erbarmen.
[26] Terwijl deze twee zo vol verlangen wachtten, zie, daar kwam uit de richting van de middag een man en hij ging direct op de twee verlangenden af. Toen zij dat merkten, wilden zij vluchten; maar de man ging hen achterna en had hen ook al spoedig ingehaald.
«« 277 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.