Seths deemoedige dank. Seth als `broeder' van de Heer

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 94 / 280 »»
[1] Maar toen Seth zo'n grote vriendelijkheid van Abedam vernomen had, wilde hij niet onmiddellijk verder gaan, maar viel voor Hem neer en zei:
[2] 'O boven alles goede, heilige, meest liefdevolle Vader! Ik, een zwak mens, ben het immers niet waard dat U mijn hut wilt betreden en ik ben niet waardig dat U mij ook maar aankijkt!
[3] En U maakt mij, een arme zondaar ten aanzien van U, tot een broeder, ja tot een broeder van Uw liefde!
[4] O goede, heilige, meest liefdevolle Vader, neem deze gedachte weer uit mijn armzalige gemoed; want zij is te verheven, te heilig. te oneindig groot! Ik kan er zelfs niet aan denken zonder te huiveren.
[5] Ik - voor U - een broeder! O grote, heilige God, Vader en Schepper door alle eeuwigheden heen en enige Vervuller van de oneindigheid!
[6] Ik, een mijt, kruipend in het zand der aarde, voor U - een broeder in de liefde?! Nee, nee, het is onmogelijk om zoiets te denken!
[7] Vader, lieve heilige Vader, neem de broeder weer terug en laat mij een van de allerminsten zijn onder degenen die zich Uw kinderen mogen noemen!
[8] O lieve heilige Vader, zie, ik heef nog over mijn hele lichaam!
[9] Deze zwakte overkomt mij door de uitzonderlijke grootheid van de gedachte, dat U mij een broeder van Uw liefde hebt genoemd.
[10] Wees daarom zo genadig om deze meer dan grote en heilige last weer van Mij af te nemen, omdat ik die in eeuwigheid zeker niet waardig zal zijn; dan zal ik weer vrij kunnen wandelen voor U, voor Adam en Eva, voor mijn broeders en zusters en voor al mijn kinderen, die U nu zo genadig door Uw oneindige erbarming en liefde als Uw kinderen hebt willen opnemen!
[11] O lieve heilige Vader, verhoor, verhoor genadig mijn bange bede; maar nu, zoals altijd, geschiede alleen Uw heilige wil! Amen.'
[12] Maar de hoge Abedam boog Zich voorover en tilde Seth uiterst vlug van de grond op, drukte hem aan Zijn heilige borst, kuste hem op zijn voorhoofd en zei toen vol liefde tegen hem:
[13] 'Seth, Mijn geliefde broeder, zie, nu pas ben je geheel volkomen Mijn broeder, omdat je hem weer aan Mij teruggaf!
[14] Zie, daarstraks heb Ik in jou wel de lieve broeder weergevonden als gevolg van de grote, geheel en al onbaatzuchtige liefde van je hart, die je je broeders en zusters en jouw en hun kinderen vanuit Mij betuigde, door al die voorraadkamers voor hen te openen, waarin jij door je vlijt, brood en houdbare vruchten in de passende hoeveelheden bewaard hebt en je hebt de ingang tot je melk en honingkamer niet gesloten, maar je nodigde alle behoeftigen uit om zich daar te verzadigen.
[15] Maar nu, nu jouw liefde zich ook met de grootst mogelijke deemoed heeft verenigd, hen je in alle waarheid en werkelijkheid een volkomen echte geliefde broeder van Mijn liefde!
[16] Opdat je zult inzien hoe zoiets goed mogelijk is, luister, - Ik zal je een licht geven:
[17] Zie, de liefde is Mijn meest eigen, meest innerlijke oergrond van Mijn wezen! Vanuit dit wezen komt pas de eigenlijke Godheid of de door alle oneindigheid eeuwig werkende kracht voort, die Mijn oneindige geest van alle heiligheid is.
[18] Dit fundamentele oerwezen ben Ik echter Zelf, zoals Ik nu voor je sta en hier, vanuit deze borst wordt de gehele oneindigheid vervuld met Mijn geest, die Mijn lange almachtige arm is en tot in het alleroneindigste altijd zo werkt als Ik het in Mijn borst wil.
[19] Zie, door Mijn geest ben Ik daarom ook overal volledig tegenwoordig en kan vormen, scheppen en ordenen.
[20] Want Mijn gedachten vullen steeds de oneindige ruimte, die eeuwig is vanuit Mij; maar zij komen pas tevoorschijn waar en wanneer Ik hen met Mijn wil omvat en ze dan vasthoud.
[21] Zie nu, vanuit deze oergrond heb Ik ook jou gevormd, een tweede, zichzelf bewuste, vrij handelende liefde vanuit Mij, - niet alleen maar een gedachte, maar een vrije liefde vanuit Mij!
[22] Daar je nu met Mij een en dezelfde liefde bent, waarom zou jij dan niet Mijn broeder zijn, als jouw liefde gelijk is aan de Mijne?!
[23] Wees daarom dan zonder vrees en wees voor Mij steeds een echte broeder, en Ik zeg je, ook jij zult in de geest vrij werkzaam zijn, zoals Ik vrij werkzaam ben, de oneindigheid vervullend.
[24] Wanneer je een steen werpt, dan zie je immers al dat de arm van je lichaamskracht langer is dan je lichamelijke arm zelf; hoe veel te langer zal dan de arm van je geest wel niet zijn?!
[25] Dus: ben je in de liefde Mijn ware broeder, dan ben je dat ook in de geestelijke kracht! De toekomst, lieve liefdesbroeder Seth, zal je pas tonen dat Mijn liefde in jou heel wel waardig is Mij een broeder te zijn; want Ikzelf ben immers deze vrije liefde in jou.
[26] Volg Mij daarom als broeder maar dapper naar de hoogte; want Ik zeg je immers datje nu Mijn ware broeder bent en eeuwig zult blijven! Amen.'
«« 94 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.