De Heer geeft antwoord en wijst op Zijn inspanningen om Satana te bekeren en voor Zich te winnen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 21 / 366 »»
[1] Toen de Heer dat allemaal van Satana had gehoord, sprak Hij vertoornd: 'Je spreekt de grootste onzin van de wereld; wat voor een vreselijke dwaasheid en ontzettende leugens komen er uit je mond?!
[2] Als het zo zou zijn als je zegt, zie, dan zou er geen aarde bestaan en er zou geen Adam op lopen; geen zon zou er aan het firmament schijnen, en geen maan en geen ander gesternte zou voor het aangezicht van de aarde de eindeloos wijde scheppingsruimte tooien!
[3] Juist doordat je alleen maar je toevlucht neemt tot arglistige beschuldigingen en zodoende met ieder woord liegt, bestaat er een aarde en daarop een Adam, en de eindeloze scheppingsruimte is vervuld van Mijn goddelijke eer, liefde, erbarming en genade!
[4] Je spreekt alsof je geen hart zou hebben en zegt dat Ik je door Adam je hart heb afgenomen, dat je nu weer terug wilt hebben; vertel Mij, je Schepper, of je leeft of dat je niet leeft! - Je spreekt: `Heer, ik leeft'
[5] Maar zou jij ook zonder hart kunnen leven, dat toch in ieder wezen de grond van alle leven moet zijn, zonder hetwelk geen leven denkbaar is? Zou je kunnen ademen, denken, voelen en spreken zonder de grondslag van het leven in je? - Je spreekt: `Neen, o Heer!'
[6] Goed, - daar dat zonder enige twijfel waar is, hoe staat het dan met je beschuldiging dat Ik je van je hart beroofd zou hebben?
[7] Zie, je staat nu alweer stom voor Me en weet niets te zeggen wat juist zou zijn! Ik echter zeg je dat je altijd al een leugenaar was en geen waarheid wilde spreken ofschoon die jou nooit onthouden is!
[8] Was je niet eerst door Mij voorbestemd om in het door Mij gevormde lichaam van Adam je aard te veranderen?! Je wilde echter niet - geheel vrij vanuit jezelf - wat je had moeten helpen, maar je streefde ernaar een vrouw te worden!
[9] Ik liet je weldra vrij worden en liet je uit het lichaam van Adam ontstaan, één van vlees met hem, terwijl Ik Adam een nieuwe levende ziel inblies en hem zo geestelijk naar Mijn beeld schiep.
[10] Jij zou in Eva veranderd moeten worden en je natuur van de dood en het gericht overwinnen, die enkel en alleen door eigen toedoen zo verkeerd is geworden.
[11] Maar jij versmaadde Mijn erbarmingsaanbod, maakte je los en hebt het voor beter gehouden een bedrieglijke slang te zijn, die zonder geslachtelijk onderscheid is en in zich haar giftige voortplantingsdrift bergt, om je voormalige vlees in bekoring te brengen, daarna de door Mij nieuw opgewekte Eva voor je te winnen en door haar ook Adam te verleiden!
[12] Zeg Me, heb Ik je door Adam je hart afgenomen?! - Je zwijgt nu onthutst, weliswaar uiterlijk, maar Ik zie jouw innerlijke woede en die spreekt: `Ja, ik heb Adams en Eva's hart als één geheel in me! En desondanks wil ik U, God, niet, omdat ik U eigenmachtig haat, omdat U mij niet tot alleenheerser en tot almachtsspeler wilt maken!' Zie, dat zijn jouw woorden!
[13] Je denkt verder dat Ik je onmogelijk lief kan hebben, omdat Ik je niet geef waarnaar je verlangt.
[14] Maar Ik zeg je: Mijn bedoeling is de eeuwige instandhouding van alle dingen, en dat is het eeuwige werk van Mijn liefde! Jij wilt alleen maar alles verwoesten; dan kan Ik je inderdaad in eeuwigheid niet liefhebben op de manier waarop jij, hoogst ijdel, bemind wil zijn!
[15] Desondanks houd Ik van je; want wat Ik tot nu toe heb gedaan, heb ik ter wille van jou gedaan - en het grootste zal Ik nog doen!
[16] Zou je dan echter nog Mijn eeuwige liefde miskennen, dan zal er ook aan Mijn liefde tot jou een eeuwig einde komen, en dan zal Ik je tonen waartoe een toornige God allemaal in staat is!
[17] Het vuur is Mijn kernelement. Alle dingen zijn door de macht van Mijn vuur geschapen; en juist in dit vuur zul je dan geworpen worden en dat schatplichtig aan je maken als je daartoe in staat zult zijn!
[18] Wanneer Ik het vlees van de mens laat afsterven, opdat zijn geest in zal gaan tot het leven, dan is dat een heel kleine dood; maar jij zult in Mijn vuur een eindeloos grote dood vinden, en dan zal blijken hoeveel er van jou niet gedood wordt in Mijn vuur!
[19] Wat is het afvallen van het vlees? - Niets anders dan een verlossing van de geest, dus zijn opstanding uit de dood tot het ware, volkomen leven!
[20] Maar of jouw grote dood en het afvallen van Mij in het vuur je ook een nieuwe opstanding zal geven? - Voor die vraag vind Ik geen enkel antwoord in Mij; want Ik wil je dan geheel aan jezelf overlaten en niets meer voor je doen en na eeuwigheden zal dan blijken wat er door jouw eigenmachtigheid van je terecht is gekomen.
[21] Maar zelfs de dood van het vlees en zijn pijn is niet Mijn werk, maar jouw werk!
[22] Ik zal de Mijnen echter toch voor ieder ongemak weten te beschermen en zal hun het lichaam zodanig ontnemen dat zij zich daar eeuwig niet over hoeven te beklagen!
[23] Zelfs het geschapene zal Ik tussen Mij en hen in een zodanig evenwicht weten te brengen, dat uit de mensen ware broeders voor Mij zullen groeien; maar dat zal voor jou ook de laatste tijd zijn!
[24] En opdat je ziet dat Ik ook jouw verderfelijke raad kan gebruiken, kun je Me raad geven en Ik zal volgens jouw raad handelen zonder daardoor Mijn orde te verstoren, opdat je dan nooit zult kunnen zeggen dat Ik geen acht sla op raad van een ander, omdat Ik de enige Heer ben!
[25] Spreek dus, zodat ik je helemaal kan tonen hoe lk eeuwig ten bate van alle schepselen handel! Amen.'
«« 21 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.