Het overleg en de plannen van de machtigste partij in Hanoch. Het nieuwe gezantschap naar het hoogland. De vrijwillige onderwerping van Hanoch aan de hooglanders.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 229 / 366 »»
[1] Toen die tien in Hanoch aankwamen en aan de opperpriesters berichtten wat de duizend man sterke afvaardiging in het hoogland was overkomen en wat de tien heersers van het hoogland tegen hen hadden gezegd, gingen de opperpriesters van de ene partij tekeer.
[2] Maar de opperpriesters van de tegenpartij, die enkele jaren geleden zelf de eer hadden de strategische wijsheid van de hooglandbewoners te proeven, juichten over het mislukken van deze poging; en aangezien zij nu wisten dat Hanoch compleet was verraden en het tiental in het hoogland goed op de hoogte was van de vijandige tweedeling tussen de opperpriesters, dachten zij aan de raad van de bode van Noach en besloten met elkaar die raad op te volgen.
[3] Zij beraadslaagden met elkaar en zeiden: 'Wat zullen we doen? Tot nu toe hebben wij de grootste macht nog steeds in handen! Wij weten wat de duizend die ons vijandig gezind zijn feitelijk op de hoogte zochten. Zij wilden de macht van het hoogland onderzoeken en nog andere dingen; maar eigenlijk wilden zij met de hooglandbewoners een verbond tegen ons vormen.
[4] Daardoor dachten zij ten eerste ons in het nauw te drijven en ten tweede bij die gelegenheid de hooglandbewoners te verzwakken - en zo in een klap twee vliegen tegelijk te slaan. Maar de tien in het hoogland waren gewiekster dan deze verschimmelde vechtende opperpriesters en haalden een geweldige streep door hun rekening!
[5] Nu ligt de zaak bij ons! Wij zullen de raad van de hooglanders opvolgen, voorzover die nu nog op te volgen is! Ook al kunnen wij de doodgestenigde bode van de oude hoogte niet meer tot koning over heel Hanoch maken, dan willen wij echter toch deze hoogste waardigheid van alleenheerser aan een van de tien verlenen - of aan iemand die zij daartoe zullen benoemen! Wij zullen zoals tot nu toe zijn veldheren blijven; de fanatici echter zullen van toorn zelf hun gezichten openkrabben!
[6] Nu gaat het om een gekozen afvaardiging! Hoe zou het zijn als een van ons zich met een passend aantal gedeputeerden op weg begaf en de tien in het hoogland de grote gouden sleutels overhandigde en de duizend kronen van Hanoch, die wij gelukkig in handen hebben?!' (De duizend kronen waren nog afkomstig van de voormalige duizend raadsheren.)
[7] Dit voorstel werd onder algemene goedkeuring aangenomen, en een zeer welbespraakte opperpriester nam de missie op zich. Honderd gedeputeerden van de achtergebleven opperpriesters van de partij van de veldheren volgden de deze opperpriester naar het hoogland en lieten de voornoemde rijkskleinoden op honderd kamelen achter zich aan dragen.
[8] In het hoogland aangekomen, werd de hele karavaan onder strenge bewaking naar het tiental geleid.
[9] Toen ze de ene opperpriester in het oog kregen begon hun eerste woede zich te roeren en een van hen zei: 'Hebben wij eindelijk een officiƫle gezagsdrager in onze macht om onze oude wraak op te kunnen koelen?!'
[10] Maar de opperpriester zei: 'Zo zal het niet gaan! Want ook naar ons werd evenals naar jullie vanuit de oude hoogte een verzoenende bode gezonden; hij gaf ons een raad en wij zijn nu hier om die raad op te volgen!
[11] De bode werd helaas gedood, hoofdzakelijk door onze heerszuchtige, fanatieke opperpriesters, en wel in de tijd waarin jullie verlangden dat hij alleenheerser over heel Hanoch zou worden.
[12] Maar juist in die tijd hebben wij ons afgescheiden van de partij van fanatieke opperpriesters, brachten al onze strijdkrachten bijeen, namen een deel van het grote leger om de afvallige provincies te bestrijden en met een deel moesten wij om de fanatieke opperpriesters tevreden te stellen een schijnaanval tegen jullie ondernemen, die ons echter wel duur genoeg is komen te staan.
[13] Wij hebben echter toch het goede doel daarmee bereikt, dat wij daardoor de macht in onze handen kregen en nu reeds sinds enkele jaren de heren van Hanoch zijn; de eigenlijke opperpriesters zijn nu onze grootste vijanden en brengen in het geheim voortdurend strijdkrachten bijeen om ons ooit te overvallen.
[14] Omdat wij nu echter nog ten volle de heren van Hanoch zijn en de sleutels en de kronen in handen hebben, hebben wij die volgens de raad van de bode uit de hoogte meegenomen om die aan jullie te overhandigen! Het is nu aan jullie om een koning over Hanoch aan te stellen die dan alleen zal heersen; en wij willen zijn getrouwe knechten zijn!
[15] Hier zijn nog honderd gedeputeerden aan mijn zijde die de volle waarheid van mijn verklaring bekrachtigen, en op de ruggen van de kamelen zul je de jullie welbekende duizend kronen en de gouden sleutels van Hanoch vinden; wij staan allemaal met ons leven in voor de waarheid van dit alles!'
[16] Nu reageerde het tiental heel anders en riep meteen een grote raadsvergadering bijeen. - Wat daaruit voortkwam, zal duidelijk worden!
«« 229 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.