Fungar-Hellans verlangen naar de beide zusters van Agla. De ruilhandel van Fungar-Hellan met Drohuit. Drohuit als koning; Agla als vrouw van Drohuit.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 277 / 366 »»
[1] Na het ontbijt stond Fungar-Hellan op en zei tegen Agla: 'Agla, jij sieraad van de schoonheid van alle vrouwen van de aarde! Buiten jou zijn alleen je beide zusters net zo mooi als jij! Mij bevalt Gella even goed als Pira, en waarlijk, hier valt de keuze mij zwaar!
[2] Maar als ik echt oprecht vanuit mijn hart zou spreken dan zeg ik: ik zou hen liever allebei tot mijn vaste vrouwen nemen dan slechts een van de twee! Mocht Drohuit zich daarvoor uitspreken, dan zou hij aan mij een heel machtige vriend krijgen, maar hij moet er wel uit vrije goede wil in toestemmen!'
[3] Toen Agla dat van Fungar-Hellan had gehoord wendde zij zich onmiddellijk tot Drohuit en zei heimelijk tegen hem: 'Mijn geliefde Drohuit, heb je de wens van Fungar-Hellan vernomen? Wat heb je daar op te zeggen?'
[4] En Drohuit sprak: 'Helaas! Maar wat kan ik hier aan doen? Niets, dan om louter politieke redenen mijn eigen hart aan banden te leggen, door de zure appel heen te bijten en daarbij een vrolijk gezicht te zetten! Alleen de gedachte die mij verzekert van jouw liefde, o hemelse Agla, kan mij voor zo'n verlies troosten; anders zou ik nu van louter hartzeer te gronde gaan!'
[5] Toen Agla deze woorden, die haar zeer aangenaam waren, van haar hoofdman had vernomen, zei zij tegen hem: 'Ja, Drohuit, in mijn hart zul je een duizendvoudige vergoeding vinden! Maar ga nu naar Fungar-Hellan en sta hem toe wat hij wenst, - dan zal alles goed gaan!'
[6] En Drohuit stond op, ging naar de generaal en zei: 'Vriend, je verlangt weliswaar een hoge prijs van mij, een prijs waarvoor ik anders de hele wereld zou geven; maar om jou te tonen dat ook jij mij meer waard bent dan een hele wereld, zal ik voor jou als mijn grootste, innigste en machtigste vriend dit offer brengen! En daarom sta ik je uit het diepst van mijn hart de vrouw af die ik gekozen heb, en zegen je daarmee en daardoor met al mijn reeds zeker gewaande toekomstig geluk!'
[7] Hierop omarmde Fungar-Hellan Drohuit, gaf hem een kus en zei tegen hem: 'Drohuit, zo waar als ik Fungar-Hellan heet en alle macht in handen heb, zo waar ook zal dit offer je een beloning opleveren waarvan de wereld tot nu toe niet heeft kunnen dromen!
[8] Maar voorlopig zeg ik niets anders tegen je dan: Drohuit, je bent koning - en Gurat is niets anders dan een onbeduidende figurant! Agla is dus de jouwe, en je kunt vanwege het volk Gurat, die zeer dom en zwak is geworden, het beste goed laten leven en naar buiten laten treden; maar wat de macht betreft, die ligt in mijn en jouw handen.
[9] Zie, dat is mijn betaling vooraf; maar wat hierop pas later zal volgen, dat zal de toekomst je leren!'
[10] Na deze woorden kusten de beide vrienden elkaar weer, en Drohuit was nu met zo'n opbrengst voor zijn offer volkomen tevreden, ging meteen naar Agla toe en deelde het haar mee.
[11] En Agla nam meteen Drohuits hand, drukte die tegen haar borst en zei: 'Nu is mijn wens vervuld! Jij bent nu de mijne!'
[12] Wat verder, - in het vervolg!
«« 277 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.