Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 292 / 366 »»
[1] Toen dit voorbij was en de beide kooibewoners weer helemaal bij bewustzijn waren gekomen, vroeg Fungar-Hellan weer aan Mahal wat er nu moest gebeuren; ten eerste met degenen die hun boosaardigheid met de dood hadden bekocht, en ten tweede wat te doen met degenen die zich in de kooien bevonden.
[2] En Mahal zei: 'Laat onmiddellijk je schatten uit deze burcht weghalen en laat hem dan aan alle kanten in brand steken! Maar ik zeg je: binnen drie uur moet je klaar zijn met het leegruimen! Wat in die tijd van nu af gerekend niet uit de burcht wordt gehaald moet aan de vlammen worden prijsgegeven, - anders komt morgen het gericht van God over dit huis! En wat de vlammen na tien dagen niet zullen verteren, kun je dan weer gebruiken.
[3] En wat de beide kooibewoners betreft, laat hen nu in de burcht van de koning brengen! Daar moeten zij gedurende de hele brand hun werkelijk ruime kooien bewonen en zich daar oefenen in geduld en deemoed; en het oordeel dat over hen geveld zal worden, hangt af van de wijze waarop zij deze deemoedigings-proef voor het ware welzijn van hun ziel zullen benutten!
[4] Dit zeg ik echter: wee jou, Fungar-Hellan, en ook jou, koning Gurat, als jullie Agla, mijn ontaarde dochter, ooit weer tot koningin maken; want dan zullen jullie een machtig oordeel moeten ondergaan!'
[5] Na deze woorden van Mahal beval Fungar-Hellan al zijn bedienden en de vele bedienden van alle weer op vrije voeten gestelde opperpriesters - zowel van het mannelijk als van het vrouwelijk geslacht, welke er samen meer dan tienduizend waren -, voorzichtig de burcht drie uur lang leeg te ruimen en dan de schatten naar de grote koningsburcht te dragen, en na drie uur deze priesterburcht in alle duizend hoeken en gaten in brand te steken.
[6] Bijzonder grote branden moesten in de grote eetzaal bij de lijken worden aangestoken. En alles wat zich in de woning van de opper-priestergeneraal bevond, of het nu goud was of zilver, mocht niet worden gered. Daarop gebood hij enkele dragers de beide kooien naar de burcht van de koning te brengen.
[7] Alles werd meteen zorgvuldig uitgevoerd. In de drie beschikbare uren werden vele duizenden centenaars goud en zilver en vele andere kostbaarheden uit de burcht gehaald en naar de grote koninklijke burcht overgebracht.
[8] Nadat de drie uur waren verstreken, zag men reeds duizenden brandstichters met brandende fakkels en pektoortsen naar de burcht van de priesters rennen, en het duurde nog geen half uur of de hele enorme burcht, die een omtrek van twee uur gaans had en meer dan dertigduizend vertrekken telde, stond in lichterlaaie en de woedende vuurzee veroorzaakte in bijna heel Hanoch een ontsteltenis zoals er sinds de tijden van de tien vuurprofeten uit de hoogte niet was geweest. 9. Wat verder, - in het vervolg!
«« 292 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.