Henoch ontmoet koning Lamech. Het gevaar van eerbetoon aan mensen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 35 / 366 »»
[1] Toen Lamech van de vlakte nu dicht bij Henoch kwam, ontblootte hij zijn hoofd en zijn borst en boog zich toen voor Henoch tot aan de grond.
[2] Maar Henoch ging onmiddellijk naar hem toe en zei tegen hem: 'Luister, mijn geliefde broeder Lamech, wat de Heer noch van mij noch van jou verlangt, laat dat ook altijd ten opzichte van mij achterwege!
[3] Want als ik naar jou toe kom, dan kom ik niet om me door jou te laten eren alsof ik een tweede god ben, maar ik kom alleen naar je toe in de zuivere liefde van de Heer, die voor ons allen een allerliefdevolste Vader is, en ik kom als een ware broeder naar je toe! Waarom dan zo'n eerbetoon dat nergens toe dient?!
[4] Ik zeg je echter: laten wij dat onder elkaar vermijden, anders zullen wij zelf de scheppers van boze tijden worden!
[5] Want zie, als je mij zo eert, terwijl ik toch geen haar meer ben dan ieder ander mens, verhef je mij boven de andere mensen en deemoedig je hen voor mij, terwijl ik hun gelijke broeder ben!
[6] De mensen zullen zo'n deemoediging wel een tijdlang over hun kant laten gaan, maar dan zal de een na de ander zich heimelijk beginnen af te vragen:
[7] `Is deze en gene dan meer mens dan wij dat zijn? Waarom laat God het tot zo'n verering voor hem komen dat wij ons voor hem moeten buigen? Ons laat Hij echter in de smadelijkste eerloze nederigheid!
[8] Wij zullen ons echter boven hem verheffen en hem die nutteloze voorkeursbehandeling afnemen en hem kastijden voor al die vele eerbetuigingen die wij aan hem hebben verspild! Hij zal ervaren dat hij net als wij ook maar een mens is!'
[9] Zie je, mijn geliefde broeder Lamech, dat is een ware stem van de menselijke natuur die, wanneer zij eenmaal in opstand komt, verschrikkelijker is dan de blinde woede van alle tijgers en hyena's!
[10] Laten wij daarom beiden achterwege laten waarin zo'n boos zaad ligt, en de aarde zal onder onze schreden opbloeien tot een allerheerlijkst Eden van God!
[11] In het tegenovergestelde geval stampen wij met iedere stap zwaarden en spiesen uit de grond van de aarde, waarmee onze latere nakomelingen elkaar met duizenden en duizendmaal duizenden in de gloeiendste wraak zullen doden.
[12] Wij hebben allen maar één Heer en één Vader, en onder elkaar zijn wij louter broeders.
[13] Maar als de Heer de een over iets groters aanstelt dan een ander, dan verhoogt Hij hem daardoor niet ten opzichte van zijn broeders, maar geeft hem alleen de gelegenheid des te meer liefde te beoefenen ten aanzien van zijn broeders.
[14] Maar om liefde te betonen aan de broeders heeft men toch geen eerbetoon nodig, omdat liefde een kracht is die er altijd alleen maar naar streeft het gelijke te verenigen, maar het ongelijke scheidt als het kaf van het koren.
[15] Neem dat ter harte, lieve broeder Lamech, dan zul je geheel in Gods orde leven en zul je God altijd behagen!'
[16] Deze woorden van Henoch maakten zeer grote indruk op Lamech en hij vatte nu heel andere plannen op dan die hij tot nu toe had, want hij was voornemens een mild, beter kastenstelsel in te voeren, dat bij Mij een gruwel der gruwelen is.
[17] Maar zoals gezegd, deze woorden van Henoch hadden al zijn sluimerende plannen veranderd, waarom hij Henoch dan ook antwoordde:
[18] 'O broeder Henoch, met welk licht heb je nu mijn hart vervuld! Alleen aan de almachtige Heer van hemel en aarde zij dan ook eeuwig alle eer, alle prijs, alle roem en alle lof, omdat Hij de mensen tot zulke gelijkwaardige lieve broeders heeft gemaakt!'
[19] Nu keek Lamech iets verder vooruit en zag op een afstand van ongeveer driehonderd schreden de kleine groep die Henoch was gevolgd en die intussen iets achter was gebleven toen Henoch alleen naar de veel te deemoedige Lamech snelde, en vroeg aan Henoch:
[20] 'Broeder, wie zijn dat daar die je volgen en zoals het mij voorkomt met enigszins dralende schreden?'
[21] En Henoch zei tegen Lamech: 'Liefste broeder, laat hier je broeders achter; volg mij dan en zie hoe genadig en goed de Heer is!
[22] Kom en ontvang de jouwen in naam van de Heer! Amen.'
«« 35 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.