Het opstellen van de tweede tafel in de troonzaal. Het feestmaal. De tafelrede van de onbekende aan de tweede tafel.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 42 / 366 »»
[1] Het aantal uitgenodigde gasten was groot en zij konden niet aan die ene grote tafel worden geplaatst. Daarom kwam Lamech weer naar Henoch en vroeg hem:
[2] 'Luister, mijn geliefde, verheven broeder en enige hogepriester van de Heer. Meer dan de helft van de genode gasten hebben, zoals je zelf kan zien, geen plaats aan de samengevoegde tafel! Wanneer wij hen nu apart moeten zetten aan een tweede tafel, zullen zij zich dan niet achtergesteld voelen? Wij zijn immers genoodzaakt hen aan de tweede tafel te laten zitten en niet aan de tafel waaraan wij zullen zitten en jij eigenlijk al bent gaan zitten.'
[3] En Henoch glimlachte Lamech toe en zei toen tegen hem: 'Zie, lieve broeder, noodzaak is geen vernedering! Maar om het verschil zo klein mogelijk maken kun je ook de tweede tafel in deze zaal laten zetten, die groot genoeg is voor minstens tienduizend mensen en het zal er dan weinig toe doen aan welke tafel wij zitten! Laat het zo gebeuren, dan zal het helemaal goed zijn!'
[4] En Lamech zag dat het zo goed was en liet daarom alles door zijn dienaren in orde brengen zoals Henoch hem had aangeraden.
[5] En het enorme aantal gasten vond allemaal een plaats aan deze tweede tafel en zij juichten dat hen zo'n grote genade te beurt was gevallen zelfs in de troonzaal naast de verheven hoge gasten en grote vrienden van God aan tafel te zitten.
[6] Toen Lamech het gejuich vernam omdat deze voorziening zo goed werd opgevat, werd hij zelf ook opgewekt en vervuld van blijdschap en ging zelf ook aan de tafel zitten waar Henoch met Lamech uit de hoogte al hadden plaats genomen.
[7] Zo werd alles in orde gebracht; de spijzen werden opgediend en uit de harten en monden van alle gasten werd een luide loftuiting aan de Heer gebracht. De tafels werden toen in naam van de Heer door Henoch gezegend, en allen namen met hun handen de gezegende spijzen en aten en dronken en hier en daar kon men het luide prijzen van de Heer beluisteren.
[8] Nadat allen verzadigd waren, stond een van de genode gasten van de tweede tafel op en richtte de volgende woorden tot zijn tafelgenoten:
[9] 'Broeders, vrienden en zusters! Welk mens zou in de grootste gloed en vlam van zijn hart durven zeggen dat hij God, de almachtige Heer van hemel en aarde, in alle eeuwigheid ooit voldoende zou kunnen danken voor een zo onuitsprekelijk grote genade die Hij ons heeft bewezen door de voordien zo harde koning Lamech te veranderen in een zo heerlijke broeder en meer dan grote vriend van de mensen? Voorwaar, Ik kan mij niets indenken dat groter is!
[10] Het moet voor de almachtige Heer niet moeilijk zijn om duizend werelden te scheppen; maar om een vrije mensengeest zonder dwang zoom te vormen als bij Lamech is gebeurd en door hem ook bij al zijn aanhangers, dat is toch wel meer dan in één ogenblik zonnen en aarden en manen te scheppen door de almachtige, goddelijke wil!
[11] Want bij de schepping van dingen komt het zeker alleen maar aan op Gods wil, en dan zal er zijn wat God wil! Een door Hem uitgesproken almachtig `Er zij' is voldoende, en talloze zonnen en werelden wentelen reeds in hun enorm grote kringen voor de ogen van de almachtige Werkmeester.
[12] Maar bij een vrije geest is het almachtige `Er zij' reeds een gericht, dat de dood van de geest is! In de plaats van de almacht moet dan enkel de grote liefde, erbarming, geduld, zachtmoedigheid en de eindeloos wijze leiding van God treden, die de geest van de mens als een tweede god moet leiden en onderwijzen, opdat deze dan door zelfkennis van binnen dat zal worden wat hij moet zijn volgens de goddelijke orde. En dat is meer dan werelden en zonnen scheppen!
[13] O, maar daarom ook moet de Heer door ons allen geloofd en bemind worden, zoals Hij tot nu toe nog niet bemind en geloofd werd; want pas nu erkennen wij Gods grootheid!
[14] Kom broeders, laat ons de Heer loven en prijzen omdat Hij ons zo'n grote genade heeft bewezen!'
[15] Deze woorden van de gast deden allen in de zaal verrast opkijken, en allen werden geraakt door de kracht van deze woorden.
«« 42 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.