Een wonderbaarlijke bergbeklimming. Bij Genezareth op de berg

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 130 / 244 »»
[1] Het MEISJE was gekleed in een blauw, plooiend gewaad. Met lichte sandalen aan de voeten en het hoofd bedekt met een heel kunstig uit stro gevlochten hoed, greep zij Mijn hand en zei, omdat Ik op haar eerdere vraag niet zo erg vlug antwoord had gegeven: "Maar Heer, Mijn alles, ik smeek U, zeg me toch of ik U zo beval?"
[2] IK zeg: "Dat zie je toch wel, Mijn lieve Jarah! Je bevalt Mij bijzonder! O waren alle mensen maar zo prettig als jij, dan zou het wel goed en naar Mijn zin zijn. Maar er zijn in de wereld zo vele duizenden en nogmaals zoveel duizendmaal duizenden, die Mij niet zo aangenaam zijn als jij! Dat zijn pure wereldse mensen, en jij bent een engel! Nu echter op weg, want het is al het derde deel van de dag!"
[3] Na deze woorden staat iedereen behalve het huispersoneel op en gaat met Mij op weg. Het spreekt vanzelf dat de kleine Jarah steeds naast Mij liep, net als de hoofdman en Ebahl.
[4] Toen wij bij de bergwand kwamen, waar zich in de uitgeholde spleten slechts zeer nauwe en uiterst steile geulen omhoog slingerden, zei de HOOFDMAN: "Heer, met natuurlijke krachten kan men hier niet omhoogklimmen, want de geulen zijn vreselijk steil en nat en hier en daar dichtgegroeid met allerlei doornstruiken! Als er geen andere wegen naar boven voeren, komen wij met onze natuurlijke krachten in geen tien dagen boven!"
[5] IK zeg: "Ben je dan al zo moe, we hebben al meer dan een derde van de weg afgelegd! Kijk eens achterom dan zul je wel merken hoe hoog we al zijn!" -Nu keek de hoofdman om en schrok toen hij merkte dat we ons, al bijna halverwege het steilste gedeelte van de berg, tussen enkel rotswanden met loodrechte hellingen bevonden.
[6] Na een wat angstige verbazing zegt de HOOFDMAN op enigszins bangelijk opgewonden toon: "Nee, wie wil en kan dat begrijpen! Hoe wij allemaal door deze kloof tot hier gekomen zijn, is me een raadsel! Wij stegen wel behoorlijk steil, maar ik had daar niet zo veel moeite mee! Maar nu zijn er verder boven ons louter loodrechte wanden! Vraag is nu: hoe zullen wij dan daar bovenop komen'?"
[7] IK zeg: "Merk je dan niet, dat we niet blijven staan, maar steeds maar door verdergaan?!"
[8] De HOOFDMAN zegt: "Ja, dat merk ik wel! Maar als ik vooruit kijk naar boven, dan zie ik echt geen enkele mogelijkheid om verder te gaan!"
[9] IK zeg: "Weet je, daarvoor moet je een goede en ervaren gids zijn, die vindt de rechte weg door alle schijnbare hindernissen! Kijk, de kloof voor ons is al de toegang tot de hoogste bergtop."
[10] De HOOFDMAN zegt: " Ja, maar hoe kan dat nou? Hoe konden we tegen al deze zo goed als loodrechte' , steile wanden zo snel boven komen? We zijn nog lang geen uur onderweg en nu al zo dichtbij de hoogste bergtop, dat we nog maar een paar stappen behoeven te doen om helemaal boven te komen!"
[11] De vrolijke JARAH zegt: "Maar Julius, wat vraag je toch, terwijl God de Heer onze gids is?! Hij zou ons allen net zo goed door de vrije lucht omhoog hebben kunnen tillen, als langs deze wanden, waar nog nooit een mens zijn voeten liet zweven! Als wij weten dat wij hier oog in oog staan met de Almachtige, dan is iedere vraag zinloos. Wij kunnen alleen maar wegsmelten van liefde en hoogste achting voor Hem en Hem uit de diepste diepte van ons leven danken dat Hij ons waardig gevonden heeft voor zo'n ongehoorde genade. Maar Hem vragen of Zijn almacht en wijsheid dat kan, en hoe zij dat doet, vind ik nutteloos! En zou Hij het ons ook vertellen, dan is het maar de vraag hoeveel wij daarvan zouden begrijpen en of wij dan ook almachtig zouden worden?! O ja, wanneer en voor zover Hij het wil, kunnen wij uit ons zelf ook wonderbare dingen doen, maar zeker nooit meer dan Zijn heilige en almachtige wil het toestaat!"
[12] IK zeg: "O jij kleine wijsneus! Wie zou zoveel stralend licht in jou zoeken!? Ik zeg je dat er op aarde maar heel weinig zijn zoals jij, maar één ding moet Ik nu ondanks al Mijn grote liefde voor jou zeggen, en dat is, dat je in de toekomst veel zuiniger om moet gaan met je zuivere wijsheid en dat je alleen dan je mond moet opendoen als het werkelijk nodig is. Hier is het echter niet nodig, omdat Ikzelf, zoals je ziet, aanwezig ben en ook in staat ben de vragen van iedereen heel passend en diepgaand te beantwoorden!
[13] Kijk, als onze vriend Julius niet zo'n bijzonder wijs man was, zou je hem nu in zijn hart pijn gedaan hebben. Maar hij is een wijs man, die het met iedereen goed en eerlijk meent, en daarom beleeft hij plezier aan jouw kinderlijk wijze lessen. Maar in het vervolg moet je altijd zo bescheiden mogelijk tegen iedereen optreden, dan zul je Mijn echte bruid zijn! - Heb je deze woorden van Mij wel helemaal duidelijk in je hart begrepen?"
[14] Wat bedroefd zegt JARAH: "O ja, Heer, maar ik ben nu bang dat U mij niet meer zo zult liefhebben als eerst, en dat maakt mijn hart treurig!"
[15] IK zeg: "Maak je maar zorgen over wat anders! Ik houd nu nog veel meer van je dan vroeger!"
[16] JARAH zegt: "Maar zal de goede hoofdman boos op me zijn!?"
[17] De HOOFDMAN zegt: "O nee, mijn echt hemelse Jarah! Ik ben er alleen maar erg dankbaar voor dat je mij uit je hemels zuivere hartje ook een hemels zuivere waarheid hebt gezegd! O Jarah, wij zullen nog heel veel met elkaar te bespreken hebben, want ik merk maar al te goed dat je reine hartje vol hemelse wijsheid is, en wij blijven alleen al daarom de beste vrienden!"
[18] IK zeg: "Nu, Mijn lieve Jarah, ben je nu tevreden met dit antwoord?"
[19] JARAH zegt: "O ja, nu wel. Maar ik zal mij van nu af aan wel erg moeten beheersen! Want voor mijn beurt praten is altijd al een van mijn zwakkere kanten geweest, maar in het vervolg zal ik dat niet meer doen, -want Uw woorden zijn mij boven alles heilig!"
[20] IK zeg: "Nu goed dan, dan doen we die paar passen nog en betreden zo de hoogste top van de berg!"
«« 130 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.