De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 14 / 101 »»
[1] Wanneer jullie onze ringmuur met wat meer aandacht bekijken, zullen jullie zien dat daarbinnen niet slechts een, maar verscheidene banen aan de rand van het erbinnen liggende terrein beginnen en spiraalvormig draaiend naar de afgesloten tent toelopen. Als jullie er nog aandachtiger naar kijken, zullen jullie bovendien nog ontdekken dat al deze banen op een welberekende manier zo naar de tent toe zijn aangelegd, dat men langs geen enkele bij de ingang van dc tent kan komen. Toch wordt er aan de rand van het aanzienlijke terrein gezegd: wie het smalste pad kan vinden en er dan, zonder op zijwegen af te dwalen, overheen loopt, zal vast en zeker de tent bereiken, waar hem een grote beloning wacht.
[2] Wat moet dat eigenaardige doorlopen van een spiraalbaan toch betekenen? Ik wil daarop geen definitief antwoord geven; jullie zullen het zonder meer vinden als je de zaak nader zult hebben bekeken. Kijk dus maar heel aandachtig naar deze weliswaar dwaze, maar juist in haar dwaasheid veelzeggende speelplaats!
[3] Kijk, op iedere plek waar zo'n baan van buitenaf naar het centrum toe begint, bevindt zich ook een zogeheten baanchef, een baandirecteur en nog een grote groep andere handlangers. Kijk hoe ze allemaal buitengewoon ernstige en heel gewichtige gezichten trekken. Op de brede muur zien jullie een grote menigte mensen van beiderlei kunne. Kijk, hoe daar aan het begin van een baan de gezamenlijke baanbelanghebbenden en voornamelijk de baanchef hun baan als de enige juiste aanprijzen en zeggen: kom allemaal hierheen! Deze baan is de enige juiste waarlangs jullie heel zeker bij de deur van de tent en dus ook in de tent zelf kunnen komen, waar een onschatbare prijs op jullie wacht! Maar kijk, de baanchef die vlak naast hem staat roept en zegt tegen de gasten: laat je niet misleiden! Bij ons betalen jullie veel minder baangeld, want onze baan is de oudste, dus ook de officieel erkende; over haar zijn reeds vele duizenden in de tent aangekomen en hebben daar hun hoge prijs afgehaald. Maar de eerste baanchef komt meteen overeind, protesteert geweldig en waarschuwt de gasten indringend om de bedrieglijke verlokkingen van de tweede baanchef toch vooral niet op te volgen. De tweede baanchef gaat heel opgewonden tegen zulke lasterpraat in en roept met een geweldige stem: ik zeg niet dat jullie hierheen mogen komen; ik laat het niet aan jullie vrije wil over of jullie langs mijn baan willen gaan of niet, maar omdat ik heel goed weet dan mijn baan de oudste en enige juiste is, wil ik jullie er met de haren bijslepen. Het is treurig genoeg dat men domkoppen zoals jullie zo'n onnoemelijk geluk gewoonweg met geweld moet opdringen! Weer verheft zich de eerste baanchef en roept overluid: volg mijn buurman maar! Jullie weten echter niet dat zijn baan in de buurt van de tent een verborgen en afgedekte afgrond heeft waarin iedereen die deze baan bewandelt, onherroepelijk te gronde gaat. Bij deze uitspraak komt de tweede baanchef nog heftiger in het geweer, stuurt zonder verder een woord te zeggen zijn handlangers de muur op, laat door hen een menigte met geweld samendrijven en op zijn baan trekken. Als zij het baangeld willen betalen doet hij blufferig grootmoedig en zegt: ik neem van jullie,, niets aan; ik wil alleen maar jullie geluk; loop daarom over mijn baan. Jullie kunnen rennen of rustig wandelen, zoals je wilt, en ik sta er helemaal voor in dat jullie hier op mijn baan nergens een verderfelijke afgrond aantreffen maar allemaal behouden in de tent zullen aankomen. Ik stel slechts als voorwaarde dat jullie vooral niet van mijn baan af gaan. Gaan jullie er uit onvoorzichtigheid of eigenmachtig vanaf, dan sta ik nergens voor in, want op elke andere baan belanden jullie in plaats van in de tent, in een of andere verborgen afgrond. En zo zien jullie dan de menigte voortgaan.
[4] Maar zie, vlak ernaast staat alweer een derde baanchef. Hij maakt geen lawaai, trekt een heel goedmoedig en medelijdend gezicht en de gasten vragen hem waarom hij dat doet en wat hem dan op zo na aan het hart ligt. Hij zegt hen heel bescheiden met zachte woorden: wie zou daarbij niet droevig zijn?! Deze arme mensen gaan immers allemaal de verkeerde weg, terwijl toch alleen deze de enige juiste is, die bijna lijnrecht naar de deur van de tent loopt. Ik zeg jullie niet: kom hierheen, maar als jullie overal zullen hebben ervaren dat jullie met je vergeefse, zinloze moeite niets hebben bereikt, zullen jullie je wel vanzelf op mijn baan begeven. Ik zeg jullie: ik vind het zelfs niet eens goed als iemand naar mijn baan loopt en daardoor de arglistige baanchefs naast mij jaloers maakt. Als hij zich overal ervan overtuigd zal hebben dat hij bedrogen is, zal hij zonder meer naar mij toekomen en mij alsnog graag een hoge baanprijs betalen als ik mijn baan maar voor hem wil openstellen.
[5] Kijk daar, een vierde baanchef, die heimelijk en sluw naar zijn buurman omkijkt, zijn hoofd schudt en tenslotte zegt: vooruit maar! Wie het laatste lacht, lacht het best! Ik zeg jullie, mijn helpers, laat al deze muurgasten met rust. Laat die dwazen maar doen wat ze willen; wij nodigen niemand uit. Gaan jullie maar over de muur naar buiten, vang ze daar op en breng ze hier. Zodra deze domkoppen van buiten hierheen zijn gebracht, kunnen wij er zo goed als zeker van zijn dat ze geen andere baan zullen zoeken en geen andere zullen betreden dan de onze. We plaatsen alleen een spandoek met het opschrift: `Enige juiste baan naar het doel!', maken daarbij zo min mogelijk drukte en de vette vissen zijn allemaal voor ons.
[6] Maar kijk verder! Hiernaast is alweer een andere, heel smalle baan, die er armoedig uitziet. De baanchef zit echt zorgelijk bij de ingang en lijkt zich om niemand te bekommeren. Zijn weinige helpers volgen zijn voorbeeld. Zie hoc verscheidene gasten naar deze baanchef toe gaan en hem heel heimelijk vragen: hoc staat het met jouw baan? Hij zegt daarop niets anders dan slechts deze woorden: mijn haan spreekt voor zichzelf. Wie haar wil bewandelen, zal zich ervan overtuigen of ze hem al dan niet naar zijn doel zal brengen. Deze eigenaardige en geheimzinnige woorden doen velen verbaasd staan en vrij veel baangasten beginnen zich bij hem aan te sluiten.
[7] Als ze naar de prijs vragen, zegt hij: hier is geen prijs, maar wie deze baan wil betreden, die geve alles wat hij heeft, want hij zal ook alles terugvinden. Ik heb voor mijzelf echter niets nodig. Van deze voorwaarde kijken de baanliefhebbers dan weer vreemd op en de een na de ander trekt zich weer op de muur terug.
[8] Maar kijk, ernaast ligt weer een andere baan. Ze heeft een echt oude kniesoor als baanchef. Deze heeft een complete kassa voor de baan opgesteld. Hij nodigt weliswaar niemand uit maar als er iemand naar hem toekomt en vraagt: wat is dit voor baan en leidt ze wel tot in de tent? Dan zegt de baanchef heel zachtjes en geheimzinnig tegen hem: vriend, er was nog geen baan zoals deze; deze alleen is de oudste en zij staat in verbinding met de poort van tic tent. Wil je haar bewandelen, dan zul je er geen spijt van krijgen. Alleen moet je het baangeld, dat zo en zoveel bedraagt, in fijne klinkende munt betalen. Daarvoor krijg je dan een wissel van dezelfde waarde. Als je de baan goed doorloopt en je onderweg niet door een of andere laat verleiden, kom je zonder meer in de tent en win je daardoor de hoofdprijs. Mocht je echter toch verdwalen dan is nog niet alles verloren, want met deze wissel in handen zul je voor de jouw hier ingelegde klinkende munten toch nog altijd zo en zoveel aan rente terugkrijgen. Zoals jullie zien, heeft deze baanchef een leer aanzienlijke toeloop van groot en klein, maar niet vanwege de baan, maar enkel en alleen vanwege zijn geldzaken. Vandaar dat hij barst van het goud, zilver en allerhande edelstenen. Wat de tent betreft, daarom bekommert hij, de baanchef, zich zo te zeggen niet in het minst meer, want zijn zaken zijn slechts geldzaken. Zodoende maken ook zijn baanwandelaars zich er niet erg druk om of ze de tent goed bereiken of niet, want ze hebben immers hun wissel in handen.
[9] Maar kijk nog verder; daar liggen nog verscheiden, weinig betreden banen. Hun baanchefs worden door de hoofdbaanchefs slechts tot op zekere hoogte geduld. Daarom zitten deze ook heel rustig bij hun banen. Komt er een bedevaartganger bij de een of de ander, dan is dat goed; komt er echter niemand dan krijgen ze er ook geen grijze haren van. Ze zijn in zekere zin niet op de opbrengst van de baan aangewezen maar ze voorzien in hun onderhoud uit de bescheiden inkomsten van allerlei kraampjes, die ze bij hun banen hebben opgesteld. Worden zij heimelijk door iemand gevraagd: is jouw baan de juiste? Dan zeggen ze totaal-onverschillig: als deze de juiste niet is, welke zal het dan zijn? Zie, zo is dit ringbaanterrein belegerd door louter baanchefs, grote, roepende, zich beklagende, zwijgende en geheimzinnigdoende. Met uitzondering van één enkele baan, namelijk de smalste, vinden jullie overal wandelaars en zoekenden. Maar omdat aan het eind alle banen afgerasterd zijn, lopen al deze baanwandelaars tenslotte tegen de wand van de tent op. De deur bereikt niemand, want zoveel als jullie er haastig heen zien lopen, evenzoveel zullen er bij de steile wand teleurgesteld worden, omkeren en weer de vrijheid zoeken, daar ze met hun inspanning niets hebben bereikt. Iedereen verdringt zich om de baanchef die tegen klinkende munten wissels uitreikt. En zie, zelfs alle andere baanchefs sturen ongemerkt hun helpers met zakken vol zilver en goud en laten zich door hem ervoor wissels uitreiken.
[10] Alleen naar onze armzalige baanchef die aan de ingang van de smalste baan rust, begeeft zich niemand. Daarom heeft ook alleen deze weinig te doen en als er al iemand naar hem toe wil gaan, wordt hij ofwel uitgelachen of er door de andere baanchefs met geweld van afgehouden.
[11] Maar kijk nu nog eens goed, hoe zich op de muur een aanzienlijke menigte bekwame verkenners heeft opgesteld, die met hun ogen de smalle, geheel onbetreden baan volgen. Enkelen onder hen zeggen: kijk eens, één baan leidt werkelijk naar de deur. Maar als alle banen hier rondom enkel naar de blinde wand leiden, wie weet of dan niet juist deze smalle baan naar de deur leidt?
[12] Kijk, een menigte loopt reeds rondom over de muur en volgt de baan met haar ogen. De baanchefs begrijpen niet, wat dit rondwandelen betekent, maar wee hen allen als deze gelukkige spionnen de juiste richting van de smalle baan ontdekt zullen hebben. Dan zal het hen slecht vergaan, want zij zullen ter verantwoording worden geroepen. Al hun banen zullen worden vernietigd en gelijkgemaakt aan de smalle baan en de onaanzienlijke baanchef zal de hele handel naar zich toe trekken.
[13] Verwonderen jullie je daarom niet dat er op de ringmuur al herhaaldelijk gelach te horen is, vooral om de baanchefs die het hardst schreeuwen. Dit gelach heeft zijn goede reden en jullie kunnen het geloven: al deze huidige hoofdbanen moeten met hoongelach bestookt worden; al hun leringen en grote beloften moeten te schande worden gemaakt wanneer de hoofdlijn gevonden wordt! Geloof het maar, zoals deze geestelijke verschijningsvorm jullie leert, is het in werkelijkheid ook.
[14] Er zijn reeds vele scherpspiedende baanverkenners op de muur en zij hebben nog slechts de laatste halve cirkel van de spiraalbaan te onderzoeken. Noch enkele blikken en schreden en jullie zullen zien dat de smalle haan heel druk bewandeld zal worden. Haar bewandelaars zullen onfeilbaar bij de deur en in de tent aankomen, zullen daar de grote schatten opnemen en deze aan alle gasten tonen.
[15] Als dat zal gebeuren, zal het ook afgelopen zijn met alle andere banen. De gasten zullen zich op alle banen storten, alle omheiningen neerhalen en zo van alle kanten de deur van de tent naderen!
[16] Er hoeft nauwelijks nader te worden aangegeven dat de eerst besproken baan het hiërarchendom (Katholicisme.), de tweede de Griekse kerk, de derde de protestantse, de vierde de Engelse kerk, en dat de andere kleinere banen nog verschillende andere sekten voorstellen. Als jullie dit nu weten, dan weten jullie daardoor ook wat dit beeld betekent. Wanneer jullie dit goed in je opnemen, zal jullie weer veel van hetgeen jullie in de sfeer van de zesde geest hebben gezien, duidelijk worden. De volgende keer het vierde beeld, maar nu genoeg voor vandaag.
«« 14 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.