De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 4 / 101 »»
[1] Jullie vragen en zeggen: ja, het is wel goed de fakkel met het liefdesvonkje aan te steken, maar waar halen we dit vandaan? Ik kan jullie daarop werkelijk niets anders zeggen dan dat we het juist daar halen, waar het eigenlijk te halen is. Het zou toch belachelijk zijn als we met de hele, zeer vurige zon niet in staat zouden zijn om de pit van de fakkel aan te steken?! Want onder het liefdesvonkje versta ik nu juist de zon, die we nu in heel haar lengte, dikte en breedte in onze handen houden. En als jullie in staat zijn met behulp van een vergrootglas ter grootte van een daalder een stuk zwam met de zonnestralen aan te steken, terwijl deze zon in natuurlijk opzicht toch meer dan zo'n 22 miljoen mijl ver weg staat, dan zal de nu heel dichtbijstaande zon zeker ook in staat zijn de pit van onze fakkel aan te steken.
[2] En zo zullen we dan deze heel gemakkelijke poging wagen om de pit van onze fakkel met het vuur van de zon in contact te brengen. Kijk toch eens hoe gemakkelijk dat is!
[3] De fakkel brandt nu en kijk, voor de geest baden onafzienbare landstreken in het licht van een eeuwig morgenrood, dat van deze fakkel afkomstig is.
[4] Ikzelf ben die fakkel en geef een juiste hoeveelheid licht; wie in dit licht schouwt, ziet overal waarheid en geen bedrog mag zijn oog ontmoeten!
[5] Wat een wonder, zeggen jullie; in de natuurlijke zon hebben we reuzen gezien en een grote verscheidenheid in alle dingen. Hier in de lichtsfeer is alles gelijk. We zien niet één ding boven het andere uitsteken. Het is één licht, het is één grootte en de liefde uit zich overal in onuitsprekelijke lieftalligheid. We zien bijna louter vlak land; waar zijn de natuurlijke bergen van de zon?
[6] Eindeloos tevreden geest-engelwezens wandelen over de lichtvelden en maken geen onderscheid tussen land en water. Zonder moeite verheffen zij zich in de lichte ether en zweven er dronken van geluk in rond, terwijl ze zaligheid op zaligheid uitstralen. We zien slechts heel lieflijke boompjes; waar zijn de reusachtige bomen van de natuurlijke bodem? Ook zien we in al die lieflijke gewassen een wonderbaarlijke overeenkomst. Elk gewas verspreidt een onuitsprekelijk geluksgevoel, hetgeen iedere geest die in de buurt komt, ten zeerste verrukt. Ja, uit elk boompje, uit elk teer grassprietje stroomt een ander soort geluksgevoel, en toch zien we bij de boompjes, bij alle andere gewassen evenals bij het gras slechts één vorm en een volmaakte eenheid tot in het ontelbare.
[7] We wandelen door eindeloze landschappen. We ontmoeten talloze scharen van zalige engelgeesten, maar we ontdekken nergens een woning. Niemand zegt tegen ons: dit stuk grond is van mij en dat is van mijn buurman, maar als buitengewoon vrolijke reizigers op een landweg trekken ze overal jubelend en lofzingend rond. Waarheen we ons ook maar wenden, we zien niets dan leven en nog eens leven stromen. Lichte gestalten ontmoeten elkaar en van alle kanten klinkt één grote vreugderoep!
[8] Maar wij staan erbij als volkomen leken en weten ons geen raad. Waar bevindt zich deze lichte wereld die we nu aanschouwen? Is dit de geestelijke zon? Dat vragen jullie met verbaasde blikken en verbaasde harten.
[9] Maar Ik zei jullie toch dat de geestelijke zon op zichzelf genomen volkomen lijkt op de wijzerplaat van een uurwerk, waarop het hele doel van het kunstig mechanisme tot uitdrukking komt. Jullie zeggen ietwat verbouwereerd: is dat alles van de geestelijke zon? Het is wel heel wonderbaarlijk, verheven en mooi, ook buitengewoon levendig, maar daarbij toch zeer eenvoudig. Op de eigenlijke zon hebben we zo'n onnoemlijke verscheidenheid in grootte, ja, zoveel wonderbaarlijks gezien, maar hier komt het ons voor alsof deze hele eindeloos lijkende vlakte een evenzo grote weg is voor geesten, waarop trouwens geen stof valt te ontdekken. Maar eerlijk gezegd, wat de eenvormigheid en de in zekere zin eeuwig lijkende monotonie van deze buitengewoon lichte wereld betreft, hadden we toch ten gevolge van de geweldige fenomenen die we eerder op de natuurlijke zon hebben gezien, iets heel bijzonders verwacht.
[10] Jullie hebben immers het uurwerk als voorbeeld. Als jullie in het in elkaar grijpende raderwerk zouden rondwandelen, wat zouden jullie dan denken van de effecten die dit verbazingwekkende mechanisme teweegbrengt, als je nog nooit een wijzerplaat van een uurwerk zou hebben gezien? Zouden jullie, als je het raderwerk bekijkt, dan niet zeggen: als het middel er al zo wonderbaarlijk uitziet, van welk een onbeschrijfelijke, wonderbaarlijke aard moet het doel dan wel zijn! Jullie zullen tegen de bouwmeester van het uurwerk zeggen: heer, onnoemlijk kunstig en buitengewoon goedberekend is dit raderwerk. Hoe groot en buitengewoon kunstig moet dan wel het doel van dit wonderbaarlijke mechanisme zijn? Laat ons daarom toch ook eens daar gaan kijken, waar het zeker grote doel van dit wonderbaarlijke mechanisme tot uitdrukking komt. Dan verlaat de klokkenmaker het binnenwerk en toont jullie nu de buitenkant - de wijzerplaat!
[11] Jullie zetten alweer grote en verbaasde ogen op en zeggen: wat?! Is dat alles waarvoor het inwendige kunstwerk is gemaakt? Niets anders dan een witgelakte ronde plaat met twaalf cijfers en een paar spitse wijzers, die met een onmerkbare beweging voortdurend op dezelfde manier langs de twaalf cijfers gaan. Nee, dan hadden we ons iets heel anders voorgesteld! Ik zeg: misschien een kunstig marionettentheater of misschien een of ander fantastisch kinderspel?
[12] O lieve mensen, dan zijn jullie voorstellingen van heel de geestelijke wereld nog zeer pover. Hebben jullie uit de gegeven voorbeelden dan niet begrepen, dat al het uiterlijke in al zijn verdeeldheid zich tenslotte in de eenwording moet uiten? Jullie hebben dit gezien bij het voorbeeld van de boom, bij het polijsten van een edelmetalen staafje, bij het vervaardigen van glas, bij het bouwen van een huis en tenslotte overtuigend bij het bekijken van een uurwerk.
[13] Als het er bij het overgaan naar het geestelijke om zou gaan dit nog meer te verstrooien dan het al verstrooid is in de uiterlijke natuur, hoe zou men zich dan een eeuwige duur en een eeuwig leven moeten voorstellen?! Zo echter moet zich immers volgens de waarachtige, innerlijke, levende ordening alles in het geestelijke verenigen om daardoor voor eeuwig sterk, machtig en duurzaam levend te worden. Nu zeggen jullie: dat is duidelijk, volkomen juist en waar, maar desondanks hebben we toch bij zo menige gelegenheid horen spreken over de grote heerlijkheden van de hemelse geestelijke wereld. Daarom weten we nu niet goed, waar we eigenlijk aan toe zijn. We kunnen weliswaar tegen de tot nu toe geziene eenvoudige heerlijkheid van de geestelijke zon in wezen niets inbrengen, maar ze komt ons volgens onze vroegere begrippen van een hemelse wereld net voor als een mooie zomerdag, waarop we in de lucht een zwerm zogenaamde eendagsvliegjes in de zonnestralen bont door elkaar zien zweven, terwijl geen van hen ons kan uitleggen waar ze vandaan kwamen, waar ze naartoe gaan en waarom ze nu eigenlijk die van zonnestralen doordrongen lucht in alle mogelijke richtingen doorkruisen.
[14] Jullie bedenking is in dit opzicht weliswaar juist, maar om jullie uit te leggen hoe deze eenvoud van de door jullie geziene geestelijke zon samenhangt met de door jullie reeds meerdere malen vernomen prachtige heerlijkheden van de hemel, daarvoor is de tijd nog niet rijp omdat we eerst de basis moeten leren kennen. Als jullie tot nu toe slechts eendagsvliegjes hebben gezien, dan doet dat niets af aan de hoofdzaak, want het resultaat zal wel aantonen hoe het zit met de eenvoud van deze geestelijke zon die we nu hebben gezien. Houd dit in het oog en overdenk het bij jezelf. In het volgende hoofdstuk zullen we deze eenvoud met heel andere ogen bezien, daarom nu genoeg voor vandaag.
«« 4 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.