Over de zonde tegen de Heilige Geest

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 84 / 101 »»
[1] Kijk, onze prior heeft zijn onderzoek al gedaan en begint zich daarover tegen ons uit te spreken. Luister dus, hij zegt: beste vriend, ik heb jouw voorbeelden en jouw vraag in het diepst van mijn innerlijk goed overwogen en kan jou daarover niets anders zeggen, dan dat je volkomen gelijk hebt. Want voor het eerst in mijn tweevoudige leven zie ik nu in, dat de biecht de allergrootste misslag is, zowel tegen het goddelijke als het onderlinge, broederlijke recht.
[2] Zoals ik nu inzie kan men zich werkelijk niets dwazers voorstellen, dan wanneer twee wederzijdse schuldenaars zich ermee tevreden moeten stellen en over en weer vrij van schulden zouden zijn, wanneer een derde, die noch met de schuld van de een noch met die van de ander iets te maken heeft, de een of de ander zijn schuld kwijtscheldt. Of wanneer zelfs een derde als gevolg van het aannemen van een gering bedrag, natuurlijk volkomen onrechtmatig, de schuldenaar overtuigend verzekert dat hij daarmee de aanzienlijk grotere schuld aan zijn schuldeiser geheel heeft voldaan. 0 vriend, dat is me nu zo helder als deze zo buitengewoon doorzichtige lucht hier. Maar nu komt er een andere vraag.
[3] Wanneer dat ongetwijfeld zo is, welk lot staat tenslotte dan al die dwaze biechtvaders en biechtelingen te wachten? Als ik bedenk dat dit in mijn kerk juist de hoofdzakelijke `conditio sine qua non' (Absolute voorwaarde.) is, dan breekt mij het koude zweet uit.
[4] Hoe was het toch in godsnaam mogelijk dat deze verschrikkelijke onzin zo (liep en onuitroeibaar wortel heeft kunnen schieten? O vriend, ik wil voor mijn dwaasheid graag in de hel boeten, maar laat me eerst slechts een jaar of drie met een onsterfelijk lichaam naar de aarde gaan. Ik zal daar voor de kerk een licht ontsteken dat voor haar dwaasheid heel wat gevaarlijker zal zijn dan een stuk witgloeiend ijzer voor een druppel water. Want ik weet maar al te goed, hoe ontzettend hardnekkig het hogepriesterschap van deze kerk met dit alleronzinnigste bedrog doordraaft en ik zie ook in, dat zij deze dwaasheid nooit langs een gewone natuurlijke weg zal laten varen. Daarom zou ik, zoals gezegd, graag met een onsterfelijk en onverwoestbaar lichaam naar beneden willen gaan om aan deze en nog heel wat andere, niet minder belangrijke dwaasheden van deze kerk een eind te maken.
[5] Nu zeg ik: beste vriend en broeder, dat heeft de Heer niet nodig. Begrijp de zondevergeving hier echter vanuit het ware gezichtspunt, dan zal jou onbeperkt de gelegenheid worden geboden om deze hier onuitsprekelijk beter en nuttiger in praktijk te brengen dan wanneer het jou werd toegestaan op aarde duizend jaar lang met allerlei wondermiddelen daar tegenin te gaan.
[6] De aarde is namelijk geen oord van reiniging, maar enkel een oord van beproeving van de vrije wil; daarom is dan ook alles vrij. Goede bedoelingen en dwaasheid, satan en engel kunnen naast elkaar bestaan.
[7] Opdat de wil van de geest zich in alle vrijheid kan oefenen, moeten op een hemellichaam ook allerlei verlokkingen voorhanden zijn, die er onophoudelijk op aansturen de mens van de waarheid af te houden en naar het verkeerde te leiden. Daardoor moet dan ieder mens, evenals hele gezelschappen, voortdurend strijd voeren, waardoor de levenskracht wordt geoefend en de vrijheid van de wil een of andere bepaalde richting moet kiezen.
[8] Zou jij dus op een hemellichaam, met name in een kerkgemeenschap, jouw voornemen helder en duidelijk in praktijk willen brengen, dan zou je om te beginnen alle verlokkingen van het vlees, zoals de seksuele behoefte, dan het levende gevoel en ook alle andere lichamelijke behoeften geheel moeten opheffen. Maar als je dat zou doen of zou kunnen doen, wat zou de mens op een hemellichaam dan nog zijn?
[9] Kijk, uit deze levende prikkels komt toch juist het mensengeslacht voort en dus ook alle menselijke dadendrang. Als het je nu helemaal duidelijk is dat het uitroeien van het verkeerde en het daaruit voortkomende kwaad bij de mensen op de hemellichamen op geen andere manier mogelijk is dan door het uitroeien van het mensengeslacht zelf, dan zul je toch ook inzien dat het driejarige verblijf op een hemellichaam, waar je denkt wonderen te verrichten, zowel voor het heden als voor de toekomst, nog veel minder vruchten zal afwerpen voor het volledig ten goede keren van al het verkeerde en kwade, dan het aardse leven van de Heer en dat van heel veel van Zijn geest vervulde apostelen en leerlingen gedaan heeft.
[10] Ik zal je echter zeggen, waarom je eigenlijk naar de aarde wilt gaan. Kijk, er zijn twee redenen. De hoofdreden heet wraak, en de andere is dat je met een trouwens verkeerd en slecht gekozen middel de Heer voor jouw dwaasheid met een nog grotere dwaasheid genoegdoening wilt geven! Zie daarom maar heel vlug van je voornemen af en laat in plaats van wraak de ware naasten- en broederliefde in je hart ontkiemen, en dan zul je spoedig duidelijk inzien dat men hier in het oord van de echte reiniging (purgatorium) volgens het hoogst wijze liefdesplan van de Heer veel doelmatiger tegen de dwaasheden van de wereld kan optreden.
[11] Omdat jij, zoals ik zie, evenals jouw hele gezelschap dit begrijpt en inziet, moet ik je er nu op attent maken dat je mij het eigenlijke antwoord met betrekking tot de teksten in de Schrift over de zondevergeving nog schuldig bent. We kunnen geen stap verder komen voordat deze kwestie uitvoerig en volledig is uitgepraat. Begin dus nu met de beantwoording en begin met de in de Schrift voorkomende stelling over ontbinden en binden, bij Mattheus 18:18 en gelijkluidend bij Johannes 20:23. Als je daarmee klaar bent, gaan we pas over naar Jacobus. Dus, spreek nu maar!
[12] De prior zegt: o lieve, hoogverheven vriend, dit zal voor mij onzeglijk moeilijk zijn en daarom vraag ik je heel deemoedig om het mij niet kwalijk te nemen dat ik je hierover beslist geen bevredigend antwoord kan geven, want waar niets is, kan zelfs de dood niets halen.
[13] Nu zeg ik: zie je, ik wist wel dat het hierop uit zou draaien. Jij wilde naar de aarde gaan om jouw kerk op het goede pad te brengen. Zeg eens, hoe had je dat willen aanpakken als het jou aan het allernoodzakelijkste en meest wezenlijke voor zo'n onderneming ontbreekt?
[14] De prior zegt: o verheven vriend, werkelijk, mijn dwaasheid groeit als woekerend onkruid op bemeste grond. Na wat je nu gezegd hebt, zie ik in dat ik niet eens deug als varkenshoeder, laat staan als wonderdadige kerkhervormer. 0, zeg me toch, hoeveel van dit soort onzin zit er nog in mij?
[15] Ik antwoord: ik zeg je, het is nog een flinke portie, maar het beantwoorden van mijn vraag zal wonderen in je verrichten. Let daarom op, hoe ik haar nu voor jou zal beantwoorden. Luister dus!
[16] Ik zal je de tekst uit Johannes uitleggen, omdat hij de verlichting door de Heilige Geest vooropstelt. `Ontvang de Heilige Geest; aan wie jullie de zonden zullen vergeven, hun zullen ze ook in de hemel vergeven zijn; maar aan wie jullie de zonden niet zullen vergeven, hun zullen ze ook in de hemel aangerekend blijven'. Zo luidt de tekst; maar wat is zijn betekenis?
[17] 'Ontvang de heilige geest' wil zoveel zeggen als: wordt één met Mijn waarheid! - en de diepere betekenis is nog: volg Mij in alles na! - en de allerdiepste betekenis is: heb elkaar lief zoals Ik jullie heb liefgehad! Want daaraan zal men herkennen dat jullie waarachtig Mijn leerlingen zijn, als jullie elkaar liefhebben.
[18] Kijk, dat betekent: `Ontvang de Heilige Geest', want de Heer heeft geen ander gebod gegeven dan dat van de liefde. Daarom kan Hij ook onmogelijk een andere geest dan die van de liefde aanbieden en geven. Begrijp je deze tekst? Je bevestigt het mij in jouw hart. Goed, dan gaan we verder.
[19] Aan wie jullie de zonden zullen vergeven, hun zullen ze ook in de hemel vergeven zijn', wil zeggen dat: wanneer, wie van jullie dan ook, volgens Mijn geest van liefde en wijsheid zijn broeder de schuld die deze bij hem heeft, zal kwijtschelden, zal ook Ik niet alleen de schuld die zijn broeder bij hem heeft kwijtschelden, maar Ik zal ook hem, die de schuld kwijtschold, elke schuld aan Mij vergeven. Wanneer iemand daarentegen, wat het tweede deel van de tekst zegt, zijn broeder diens schuld niet zal kwijtschelden, dan zal Ik eveneens die schuldeiser zijn schuld laten behouden. Wanneer echter de schuldeiser zich wil verzoenen met degene die tegen hem heeft gezondigd, maar de schuldige wil de verzoening niet aannemen, dan zal ook Ik voor de schuldige zolang onverzoenlijk blijven tot hij zich met zijn tegenstander verzoend zal hebben.
[20] Kijk, dat is nu de enige in de hemel geldende verklaring van deze tekst. De zonden echter die een mens tegen God en derhalve tegen zijn eigen geest begaat, kan toch niemand anders vergeven dan alleen Hij, tegen wiens heilige orde zij werden begaan. En de zonde tegen de eigen Geest kan toch zeker ook niemand anders vergeven of kwijtschelden dan deze eigen geest zelf, dat wil zeggen met een volkomen oprechte wil uit liefde voor de Heer en zichzelf verloochenen en zulke zonden in het vervolg nooit meer willen begaan.
[21] Wat echter de zonde tegen de goddelijke Geest betreft, die op zich de uitstralende liefde van de Heer is, zal het toch zeker duidelijk zijn, dat wanneer iemand eigenmachtig tegen het allerhoogste en krachtigste genademiddel ingaat, men zich toch serieus moet afvragen door welk middel zo iemand, die boosaardig vecht tegen het allerhoogste, nog gered kan worden.
[22] Zie je, dat is dan de volledige, betekenisvolle uitleg van de teksten over de zondevergeving. Deze teksten worden gelijkluidend en helder, heel in het kort uitgelegd in het meest verheven gebed van de Heer, waarin onherroepelijk geschreven staat: `Vergeef ons onze schuld zoals ook wij vergeven onze schuldenaren. ' Er staat niet zoiets als: vergeef ons onze schuld naar de mate van onze boetewerken, zoals dc biecht, de penitentie, de communie en zoals de biechtvader ons van onze zonden heeft vrijgesproken. Ook op een andere plaats wordt van een algemene vergeving van zonden gesproken, waar staat: `Wees barmhartig en u zult barmhartigheid ondervinden', wat weer niet betekent: biecht, dan zullen jullie zonden worden kwijtgescholden.
[23] En in de gelijkenis van de verloren zoon verwijst de Heer toch naar het belangrijkste middel om vergeving van zonden te verkrijgen, namelijk een ware liefdadige, deemoedige en liefdevolle ommekeer tot God, de allerbeste en allerliefdevolste Vader van alle mensen! - Begrijp je dat? Je bevestigt het; dan zullen we nu naar Jacobus gaan.
«« 84 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.