Ineenvloeien van tijd en eeuwigheid

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)

«« 46 / 127 »»
[1] Ik heb het overeenstemmende beeld dat jullie je hebben gevormd, vernomen en goed begrepen, en ik moet jullie bovendien nog bekennen dat jullie op jullie aarde binnen korte tijd miljoenen zouden bezitten als jullie van de hoofdprijs in de loterij even zeker zouden kunnen zijn als nu over de juistheid van jullie vergelijking over de innerlijke betekenis van het hier aanwezige ornament. Jullie hebben de spijker op de kop geslagen, maar dat zegt hier niet al te veel, want waar men de spijker nergens anders dan op de kop kan treffen, is het ook geen kunst, ja zelfs geen succes meer om de spijker op de kop te slaan. Want jullie hadden evengoed kunnen zeggen: de onderste spitse piramide stelt een 'muis' voor en de hangende bol een 'kat', en jullie hadden de zaak even juist omschreven als met 'tijd' en 'eeuwigheid'. Dat dit alles echter juist is, zal dadelijk onze nu volgende beschouwing duidelijk maken.
[2] Dat een bol, die nergens een begin en een einde heeft, in alle redelijkheid de eeuwigheid betekent, evenals de met de eeuwigheid ten nauwste verwante oneindigheid, dat is al een oeroude symbolische waarheid.
[3] Een cirkel betekent ook wel de eeuwigheid, maar slechts zo, dat hij in zekere zin als een oneindige opeenvolging van tijden kan worden beschouwd. Maar de eeuwigheid op zich, die in zekere zin noch verleden noch toekomst, maar een voortdurend heden is van alles wat al voor ondenkbare tijden gebeurd is en na ondenkbare tijden nog gebeuren zal, het geheel uitgebeeld in een oneindige, volkomen in het heden aanwezige tijdskluwen, wordt symbolisch voorgesteld door een bol.
[4] Maar een spitse piramide met een ronde vorm (kegel) duidt ongetwijfeld een opeenvolging van tijden aan. Waarom? Omdat, om te beginnen, de cirkel van de puntpiramide het uitgaan vanuit de eeuwigheid aangeeft doordat zij eigenlijk een uitgerekte bol beschrijft waarvan de cirkels naar de spits toe steeds kleiner worden. Snijden jullie zo'n, naar twee kanten uitgerekte bol in het midden door, dat wil zeggen door de gordel, dan zullen jullie twee piramiden (kegels) krijgen, hetgeen wil zeggen dat door deze manipulatie de eigenlijke eeuwigheid op zich is uitgerekt tot een opeenvolging van tijden. Omdat jullie de uitgerekte bol bij de gordel in tweeën delen, liggen alle gebeurtenissen daartussen, want daar is hun begin en hun einde.
[5] Zo kunnen jullie je ook geen begrensde tijd voorstellen, maar wel een ingedeelde tijd. Indien jullie echter een uitgerekte bol als een tot tijdperken uitgedijde eeuwigheid indelen, dan ligt er zoals gezegd, een of andere gebeurtenis van begin tot eind tussenin, zonder welke er aan een tijdsindeling niet valt te denken. Denk maar eens na; hoe lang meten jullie al de tijd? Vanaf jullie geboorte tot aan de huidige levensperiode. Kijk, dat is jullie tijdsdoorsnede; dit omsluit het begin en het einde van jullie aardse leven en naar beide zijden bevindt zich een eindeloos uitgestrekte lijn, waarvan het einde nergens anders dan alleen voor jullie bij jullie levensdoorsnede te vinden is, dat wil zeggen dat er voor jullie geboorte een eeuwig lange tijd verstreken is en er na jullie overgang eveneens weer een oneindige tijdsduur zal volgen.
[6] Kijk nu eens naar ons ornament: een bol, volkomen doorzichtig, hangend aan een eveneens volkomen doorzichtig glad snoer. Deze bol raakt met zijn onderkant de top van onze ronde piramide. Wat wil dat zeggen?
[7] De op zich complete eeuwigheid of oneindigheid die door de bol wordt voorgesteld, breidt zich in de piramide uit tot een eeuwige opeenvolging van tijden en vloeit vanuit de bol, als vanuit een eeuwige oerbron, als het ware door de spitse piramide in de aan daden en werken rijke tijdsperioden uit.
[8] Uit deze nu zoveel mogelijk verklarende volzinnen, kunnen jullie zeker tamelijk goed begrijpen dat jullie beeld als voorlopige verklaring over de betekenis van dit ornament zeker bijzonder goed geslaagd is, want jullie mogen het wenden of keren zoals je wilt, toch zullen jullie altijd hetzelfde eindresultaat verkrijgen.
[9] Maar hoe zit het dan met de kat en de muis? - Kijk, jullie hoeven de zaak maar om te keren en het beeld is weer juist. Een kat is een dier dat voortdurend vervuld is van moordlust op muizen en ook andere muisachtige diertjes; de piramide stelt dus een muis voor zoals in het begin al werd gezegd, en de bol de kat.
[10] Zoals echter de kat als roofdier voortdurend de muizen wil verslinden, zo verslindt ook de eeuwigheid voortdurend alle uit haar naar buiten getreden tijdsperioden en alle daarin verrichte werken.
[11] In de eeuwigheid kunnen jullie alles, verleden, heden en toekomst, als op één punt samen aantreffen. Wanneer dit echter zo wordt aangetroffen, dan moet het worden aangetroffen als iets dat verslonden is.
[12] Kijk eens naar onze kat: als jullie haar geestelijk zouden kunnen beschouwen, dan zouden jullie in dit dier niets anders zien dan een samenvoeging van een bijna ontelbaar aantal muizen en muisachtige diertjes. Dat dit juist is, daarvan getuigt de tamelijk sterke gelijkenis tussen deze beide diersoorten. Alleen is bij een kat alles meer afgerond, hetgeen aangeeft dat de gehele inhoudelijke ruimte groter is evenals bij de bol. Bij de veel kleinere muis is alles spitser; hetgeen op een veel geringere inhoudelijke ruimte wijst.
[13] Jullie zeggen nu weliswaar: wil een verhelderend beeld volkomen juist zijn, dan moet het ook de ondergang en niet alleen de opgang of terugkeer aangeven, dus het nuttigen evengoed als het weer verteren. Het is waar, de kat verslindt de muizen zoals de eeuwigheid de tijdsperioden en haar werken, maar de tijdsperioden en haar werken komen ook weer uit de eeuwigheid voort. Maar of de muizen ook uit kat voortkomen? Daarover schijnen de vele wijzen uit het morgenland te zwijgen en wij zijn van mening dat wij zoiets, zelfs met een steen der wijzen zo groot als een centrale zon in onze hand, nauwelijks zouden kunnen verklaren!
[14] Ja, mijn lieve vrienden en broeders, met jullie aardse wijsheid zou dat wel wat moeilijk gaan, maar toch was er bij de oude wijzen een schat aan spreekwoorden, waarmee men een echte wijze tamelijk goed kon uitleggen dat uit de katten via een zekere natuurlijke kringloop de muizen uiteindelijk weer uit de kat voortkomen. Jullie zeggen: iedereen berijdt graag zijn eigen stokpaardje; de ouden zeiden: similis simili gaudet, soort zoekt soort, en nog veel meer van soortgelijke spreekwoorden.
[15] Jullie weten echter dat bij het sterven van een dier, slechts zijn dierlijke zenuwgeest naar een hogere orde opstijgt; het achtergebleven lichaam als een samenvoeging van lagere natuurpotenties valt dan weer uiteen en keert via de kringloop precies weer terug tot het stadium dat volgens de vastgestelde ordening zijn voorganger is.
[16] De kat neemt het leven van de dierenwereld die zij verteert in zich op en bevordert het in zichzelf naar een hogere trap. Maar het lichaam van de kat doet een stap terug en de nog in hem aanwezige krachten ontwikkelen zich via de kringloop weer tot muizen; en daarom (ieder is zichzelf het naast) houdt ook de kat van haar eigen wezen, dat door de geordende kringloop is teruggekeerd in de muis en in alle diertjes die op een daarmee verwante trap staan.
[17] Zo zien jullie nu dat ook dit beeld juist is en we hebben bij deze gelegenheid ons ornament zo uitvoerig mogelijk belicht. Omdat hier uit de zeer doorzichtige materie niet veel meer valt op te maken, zullen we ons meteen naar een hogere verdieping begeven, en wel naar de negende verdieping ofwel de tiende galerij.
«« 46 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.