Over de voornaamste sleutel tot de geestelijke mysteries

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)

«« 49 / 127 »»
[1] Willen jullie dieper nadenken? Willen jullie dit mysterie met je verstand nader belichten? Willen jullie het met je handen beetpakken? Ik zeg jullie: dit is allemaal vruchteloos. Evenmin als jullie de contouren van een wit schilderij op een witte wand met jullie stoffelijke ogen kunnen onderscheiden en herkennen, al zouden jullie er jarenlang naar staren, zullen jullie ook niet in staat zijn om met de gebruikelijke kijk- en beoordelingsvermogens zulke mysteries nader te ontsluieren en erin door te dringen, want dat gaat hier allemaal gelijk op.
[2] Het aanschouwen van de voorwerpen van deze galerij, waar jullie niet in staat zijn om ook maar iets te zien, en het begrijpen van hun innerlijke, diepste wijsheid, gaat zoals gezegd, allemaal gelijk op. Ik zei echter: met liefde begrijpen jullie alles; in de liefde tot de Heer kunnen jullie alles begrijpen. De liefde geeft de dingen uit de wijsheid nieuwe vorm en nieuwe kleur, en wat in het licht der wijsheid eindeloos veraf ligt, dat trekt de liefde ter beschouwing in een nauwe kring samen. Maar er moet waarachtige, volmaakte liefde zijn, want bij een halve of een kwart liefde is men weinig gebaat. Dat is ook natuurmatig begrijpelijk, ja, er zou in wezen natuurmatig niets begrijpelijker kunnen zijn dan dat. We hebben een heleboel voorbeelden; vele zijn voor jullie zichtbaar en uit alle kunnen jullie hetzelfde leren.
[3] Stel dat iemand met enig vermogen graag een huis zou willen bouwen. Voor de bouw van het huis is veel en allerhande materiaal nodig. Het vraagt heel wat moeite en werk om het materiaal bij elkaar te krijgen. Er is veel geduld, opoffering, aandacht en nog veel meer nodig voordat het huis klaar is.
[4] Met inspiratie en opgewekte gedachten alleen zal het huis nooit tot stand komen. Wanneer echter in het gemoed van degene die een huis wil laten bouwen een sterke liefde voor het huis gewekt is, dan zullen alle voorwaarden met grote ijver aangepakt worden. En worden deze voorwaarden steeds dichter bij de bouwplaats gebracht, dan wordt de liefde ook steeds heftiger, trekt tenslotte alles op één plaats samen en zet door haar eigen leven vele mensenhanden daadwerkelijk in beweging. Het huis zal er als een werk van liefde spoedig kant en klaar staan en dan zullen jullie, als je het fraaie huis ziet, zeggen: wie had een half jaar geleden, toen het materiaal nog overal verspreid lag, kunnen denken dat er zo vlug zo'n fraai huis tot stand zou komen!? Maar nu heeft de menselijke geest het geordend, en het huis staat er; een samenstelling van de meest verschillende materialen die allemaal voor één doel samengevoegd en verenigd zijn.
[5] Maar vraag je nu zelf eens af: wie was hier nu eigenlijk de bouwmeester? Wie bracht het materiaal en de bouwlieden bijeen? Was het misschien het geld van de opdrachtgever, zijn vastberadenheid of zijn inzicht? Ik zeg jullie: noch het een noch het ander, maar alleen de liefde is het machtige fundament voor de bouw van dit huis. De liefde van de opdrachtgever heeft het materiaal bijeen gebracht en de bouwlieden aangetrokken. Zonder deze liefde zou de opdrachtgever het geld voor de bouw niet beschikbaar hebben gesteld, noch het materiaal hebben aangeschaft en de bouwlieden aangesteld.
[6] Nu het huis op deze wijze is afgewerkt, kan iedereen de doelmatige vormen daarvan aanschouwen, terwijl zonder de standvastige liefde van de opdrachtgever het materiaal in zijn oorspronkelijke staat wijd en zijd verspreid als een vormeloze chaos zou zijn blijven liggen. Ik denk dat dit voorbeeld echt voor de hand ligt en zeker geen verdere uitleg behoeft. Laten we nog een ander voorbeeld nemen. Stel je een mens voor die tengevolge van zijn beeldende fantasie veel aanleg heeft om beeldend kunstenaar te worden. Deze mens heeft bij het aanschouwen van een reeds voltooid kunstwerk, evenals bij de beschouwing van de verheven natuur wel de ambitie om zelf zo'n kunstenaar te worden, maar het ontbreekt hem nog aan de echte inspiratie om zich ertoe te zetten de praktische studie voor deze kunst te beginnen.
[7] Hoe komt het dan dat deze mens met zo'n geweldige aanleg nog niet potlood en penseel ter hand heeft genomen om de grondbeginselen en hoofdelementen van die kunst ijverig te bestuderen?
[8] Ik zeg jullie: hem ontbreekt niets anders dan de ware liefde voor deze kunst. Als hij van deze liefde doordrongen zal zijn, zullen we spoedig op de voor deze kunst bestemde vlakken prachtige ontwerpen en vervolgens fraaie meesterwerken van onze aankomende kunstschilder kunnen bekijken.
[9] Wie is dan de eigenlijke inspirator? Wie verbindt de innerlijke fantasie met de uiterlijke vormen? Wie verbindt de ontwerpen met de kleuren doormiddel van het penseel aan het vooraf witgeschilderde linnen? Denken jullie dat dit van de goede leermeesters afhangt of van degenen die voorbeelden schetsen?
[10] O, ik zeg jullie: dit alles is van nul en gener waarde; maar slechts de eigen grote liefde voor deze kunst heeft een nieuwe grote meester gevormd, die het vormloze uit de eindeloos ver verstrooide lichtsfeer van de wijsheid samentrekt en het in nieuwe, mooie vormen uitbeeldt die nu door iedereen heel goed bekeken kunnen worden.
[11] Kijk, dat is alweer zo'n duidelijk voorbeeld dat geen verdere uitleg behoeft. Toch zullen we nog een voorbeeld aanhalen dat voor jullie als het ware voor het grijpen ligt.
[12] Laten we eens op de veelzeggende toonkunst overstappen. Jullie zullen onder de mensen zeker heel veel vrienden van deze kunst vinden, die allemaal volop genieten wanneer ze een prachtige compositie van een ware kunstenaar te horen krijgen. Maar zijn zij daarom zelf kunstenaars? Ik denk, dat jullie heel goed in staat zullen zijn om te beoordelen dat er onder de genietende toehoorders slechts weinigen te vinden zullen zijn die deze naam ook maar enigszins waardig zijn.
[13] Ja, maar waarom zijn al deze opgetogen toehoorders dan zelf niet ook kunstenaars, maar slechts liefhebbers van deze kunst? Waarom is dat alleen de begaafde op het podium voor hen, die met zijn aan de hemel ontkende klanken het gemoed van de toehoorders zo bijzonder blij stemt en hun zielen een ander, hoger, volmaakter leven verkondigt?
[14] Zou men dan niet kunnen zeggen: wat voor de ene mens mogelijk is, dat zou dan toch voor de ander ook mogelijk moeten zijn. Ieder mens zou overeenkomstig zijn aard en talenten, wanneer zijn geest, die een afstammeling van de goddelijke volmaaktheid is, volledig gewekt is, toch zeker ook iets bijzonders kunnen presteren? Zou het wel aannemelijk zijn als men daarop zou zeggen: ja, dat hangt van de leraren af. Zou deze of gene gedegen leraren hebben gehad, dan zouden ze ook zelf gedegen meesters geworden zijn; maar, 'ex trunco non fit Mercurius' zoals jullie plegen te zeggen, ofwel zo kan natuurlijk een onbekwame leraar ook nooit in staat zijn om op zijn vakgebied iemand tot meester op te leiden. Het is waar dat wie zelf niets kan, ook niet in staat zal zijn om een ander veel te leren.
[15] Als we echter eens kijken hoeveel leerlingen zo menig ware meester kunstenaar vaak in opleiding heeft en dan daarentegen zien hoe bitter weinig ook maar enigszins opmerkelijke kunstenaars er uit de school van zo’n meester kunstenaar voortkomen, dan moeten we bij deze beschouwing tot de volgende slotsom komen:
[16] Omdat er uit de allerbeste kunstacademie zo weinig kunstenaars voortkomen, zou eigenlijk de ware oorzaak waardoor de leerling een echte kunstenaar wordt, toch heel ergens anders gezocht moeten worden dan bij de leraar, die op zich goed tegen zijn taak is opgewassen en bovendien een volleerd kunstenaar is. Hebben de leerlingen misschien te weinig talent, zijn ze niet vlijtig genoeg of worden ze door allerlei andere omstandigheden gehinderd om zich voldoende op de kunst toe te leggen?
[17] Aha, ik zie al wat iemand wil zeggen: deze leraar heeft alleen de pech onder de vele leerlingen geen genieën te hebben. En ik zeg daarop heel onomwonden: deze leraar heeft op enkele uitzonderingen na louter genieën onder zijn leerlingen gehad en toch is er uit geen genie iets geworden, want hij had onder zijn leerlingen er niet een die van een innige, sterke liefde voor de kunst bezield was. Daarom wordt ook alleen hij een waarachtig artiest, wiens hart door zijn sterke liefde voortdurend in vuur en vlam staat voor de kunst.
[18] Wek liefde, dat wil zeggen waarachtige, levendige liefde op in het hart van jouw leerling en je kunt ervan verzekerd zijn dat door dit vuur alle voor deze kunst vereiste organen zich in de kortst mogelijke tijd zo wonderbaarlijk zullen ontwikkelen dat iedere toehoorder zich daarover hogelijk zal verbazen en zal moeten zeggen: ja, daar ziet men al de ware grote kunstenaar in zijn volmaaktheid.
[19] Kijk, zo is ook hier de liefde eigenlijk de werkelijke leraar; zij ontwikkelt bij de toonkunstenaar een gevoelsintensiteit waarvan een ander mens zich absoluut geen voorstelling kan maken; zij maakt ook het gehele verdere organisme binnen korte tijd zo onderworpen aan deze hogere gevoelens, dat daardoor alle zogenaamde technische problemen met een wonderbaarlijke zekerheid overwonnen kunnen worden.
[20] Zoals echter hier de liefde werkelijk alles in alles is, zo is ze dan ook vooral boven alles verheven in de grote kunst van het leven! Met de liefde kunnen jullie doordringen in diepten, waarvoor zelfs menige geest huivert, maar zonder liefde of met iets te weinig liefde zal iemand nooit als een volmaakt kunstenaar het daglicht van de geest betreden. Daarom zei ik ook al in het begin: willen jullie dieper in deze dingen van hoge wijsheid schouwen, dan moeten jullie de liefde in alle ernst ter hand nemen; maar het mag geen halve of kwart liefde zijn; het moet een volkomen liefde zijn.
[21] Omvat daarom onze allerliefdevolste Heer en Vader in Jezus Christus dus echt stevig in jullie harten, en dan zullen jullie je er al spoedig van kunnen overtuigen wat de liefde voor God allemaal vermag.
[22] Werkelijk, ik zeg niet teveel: als jullie liefde in overvloed zouden hebben, dan zouden jullie ook een sterk en levendig geloof hebben en door zo'n lief-de en zo'n geloofslicht zouden jullie de sterren van het firmament kunnen plukken! Wordt daarom wakker, dan zullen we op deze tiende galerij nog wonderbaarlijke dingen aanschouwen!
«« 49 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.