Het avondmaal met lam, brood en wijn

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)

«« 7 / 127 »»
[1] Kijk, daar recht voor ons is een brede, glanzende trap die is voorzien van leuningen als van louter doorzichtig goud gemaakt. Deze trap leidt omhoog naar het middelste gedeelte van het herenhuis. Ons gezelschap begeeft zich nu samen met de apostelen naar boven; dus volgen ook wij. Nu zijn we al bij de toegangsdeur van de grote zaal. De Heer opent de deur en we gaan allemaal naar binnen. Zie welk een oneindige pracht en heerlijkheid er in deze enorm grote zaal aanwezig is! De vloer lijkt eveneens van doorzichtig goud en als jullie hem goed bekijken, zullen jullie in dit goud overal een zacht-glanzend schrift zien.
[2] Wat staat er eigenlijk in dit schrift? Ik zeg jullie: niet meer en niet minder dan alle daden die onze prior uit echte innerlijke liefde heeft verricht. Kijk nu naar beide zijden van de zaal. Daar staan vijf rode, stralende zuilen, die eruitzien als witgloeiend erts dat er op aarde vanaf een kwartier afstand helderrood zou uitzien ten gevolge van de dichtheid van de lucht waar zo'n straal zich doorheen moet boren. Zoals jullie in de geest kunnen zien, is de uitstraling van de zuilen hier natuurlijk onzegbaar sterker.
[3] Kijk nu ook eens hoe de voetstukken van deze grote zuilen eveneens weer overal versierd zijn met een schrift dat sterker straalt dan alle zonnen tezamen. Lees het maar eens, en dan zullen jullie zien dat de tien geboden erop geschreven staan. Bekijk dit geschrift nog nauwkeuriger en jullie zullen in elke letter afzonderlijk een kleiner schrift ontdekken waaruit men dan de innerlijke betekenis van de geboden kan opmaken.
[4] Kijk ook eens naar boven, en dan zien jullie hoe er vanaf elke zuil een witglanzende, prachtige boog naar het midden van het hoge plafond loopt, alwaar ze allemaal straalvormig bij elkaar komen. Op het punt waar de bogen elkaar straalsgewijs ontmoeten, zien jullie een sterk stralende zon en midden in die zon zullen jullie in helderrood vlammend schrift het betekenisvolle woord 'liefde' opgetekend vinden.
[5] Kijk nu eens naar de wanden van deze zaal, die uit de allerkostbaarste edelstenen zijn opgetrokken. Ga eens wat dichter naar een deel van de wand toe en bekijk hem nauwkeurig; jullie zullen dan overal een schrift ontdekken en wel in het midden van de stenen, glinsterend als kleine sterretjes. En als jullie het een beetje beginnen te lezen, zullen jullie al gauw ontdekken dat dit geschrift Gods woord bevat en wel eerst in zijn letterlijke betekenis; wat dieper in de steen wordt de geestelijke en nog dieper en vooral bovenaan de hemelse betekenis weergegeven. Deze vier wanden bevatten enkel de jullie bekende vier evangeliën; de beide lange zijwanden dat van Mattheüs en Lucas, de smallere wanden voor- en achterin dat van Marcus en Johannes.
[6] Jullie zouden ook wel willen weten of hier niet ook het Oude Testament te zien is. Hier in dit gedeelte van het gebouw niet, maar wat bij jullie 'de begane grond' wordt genoemd, is allemaal opgebouwd uit het Oude Testament en wat jullie op aarde de onzichtbare fundamenten van een huis noemen, bestaat hier uit de Oerkerk van de aarde.
[7] Maar kijk nu eens hier vooraan. Hier zien jullie een prachtig gedekte tafel met in het midden een gebraden lam op een gouden schotel, ernaast een brood en een grote kelk vol voortreffelijke wijn.
[8] Nu zegt de Heer tegen de prior: Mijn geliefde zoon, hier zie je een andere tafel; hoe vind je deze? De prior zegt: o Heer, liefdevolste heilige Vader, alhoewel de eindeloze pracht van deze zaal mij terneer drukt, valt het me toch op dat deze maaltijd heel sterk lijkt op die, welke U op aarde voor Uw bittere lijden met Uw lieve apostelen en leerlingen hebt gehouden.
[9] De Heer zegt: Mijn geliefde zoon, je hebt juist gesproken, want aan die tafel zei Ik immers dat Ik noch van het lam noch van de wijn weer iets tot Mij zou nemen voordat het in het rijk Gods, dus in Mijn rijk, opnieuw bereid zou worden. Zie, nu is het opnieuw bereid! Hier zullen we dus weer samen deze maaltijd houden en we zullen daarbij niet meer bedroefd zijn maar in de allerhoogste vreugde overgaan. Komt dus allen met Mij aan tafel en wel volgens de rangorde als destijds op aarde.
[10] Je vraagt nu echter ook naar Judas, of ook hij aan tafel zal zijn. Wat denk jij, zou de verrader er ook bij horen? De prior zegt: o Heer, liefdevolste heilige Vader, ik weet weliswaar dat Uw rechtvaardigheid even groot is als Uw liefde, genade en erbarming, maar ik moet U eerlijk bekennen dat het me toch wat hard zou voorkomen als ik deze verloren apostel werkelijk voor eeuwig zou moeten missen, want U hebt toch zelf gezegd dat deze ene verloren ging opdat de Schrift vervuld zou worden. Deze tekst heeft me dan ook heimelijk, met het oog op deze ongelukkige apostel, steeds met stille troost vervuld. Want ik zei bij mezelf misschien moest Judas, alhoewel het zijn vrije keuze was, ook een U dienend werktuig zijn, dus een apostel van de doden, opdat juist door zijn verraad Uw, zeker van eeuwigheid her voorbeschikt plan heilig en heerlijk verwezenlijkt kon worden! O Heer, liefdevolste heilige Vader, dat gaf me dan steeds weer hoop voor deze arme ongelukkige apostel. Nog meer echter werd ik steeds getroost bij de gedachte hoe U aan het kruis de Vader in U voor al Uw vijanden om vergeving vroeg; dan kon ik de arme Judas ondanks zijn zelfmoord niet uitsluiten. Kennelijk was toch ook, volgens de Schrift, de in hem gevaren duivel schuld aan zijn laatste daad. Daarom zou ik ook graag deze apostel, ook al is hij niet hier, toch op z'n minst ergens een beetje gelukkig willen weten.
[11] De Heer zegt: luister Mijn geliefde zoon, er bestaat niet één, maar er bestaan twee Judassen Iskariot. De eerste is de mens die met Mij op aarde leefde en de andere is de satan, die in zijn toenmalige vrijheid deze mens aan zich schatplichtig gemaakt had. Deze tweede Judas Iskariot is weliswaar nog al te zeer volkomen de basis van de alleronderste hel, maar niet de mens Iskariot, want hem werd het vergeven. En om te weten in hoeverre, hoef je je maar om te keren. Want degene die daar juist met jouw broeder spreekt en nu ook nog een liefdeverraad pleegt door jouw broeder al bij voorbaat van Mijn grote liefde te getuigen, is nu juist die Judas Iskariot over wie jij je zorgen maakte. Ben je nu tevreden over Mij?
[12] De prior die nu bijna van liefde voor de Heer vergaat, zegt: o Heer, oneindig liefdevolste, heiligste Vader, werkelijk waar, ik heb me U altijd wel allerliefdevolst en oneindig goed voorgesteld, maar desondanks heb ik nooit durven denken dat Uw oneindige erbarming, genade en liefde zelfs betrekking zouden hebben op Judas! Want op aarde zou ik zo'n gedachte zeker voor zware zonde hebben gehouden, maar nu zie ik hoe ver Uw oneindige goedheid, genade en erbarming ieder menselijk voorstellingsvermogen overtreffen. O Heer, wat moet ik toch doen? Hoe moet ik U liefhebben, om in mijn hart maar enigszins zo'n oneindige liefde van U te kunnen beantwoorden?
[13] De Heer sluit de prior in Zijn armen, drukt hem tegen Zijn borst en zegt tegen hem: kijk, Mijn geliefde zoon, zoals je Mij nu liefhebt, beantwoord je ten volle aan Mijn oneindige liefde. Kom daarom nu dan ook met Mij aan tafel en eet en drink het ware levende avondmaal, opdat je bij het genot daarvan alle sterking ontvangt die jij als een vorst van aanzien hier in Mijn rijk steeds en eeuwig in toenemende mate nodig hebt!
[14] Kijk, nu gaan allen aan tafel en aan de rechterzijde van de Heer neemt de prior met zijn vrouw en zijn broeder plaats. Aan de linkerzijde zien jullie Johannes, meteen daarnaast Petrus en vervolgens Paulus en de andere apostelen en leerlingen.
[15] Aan de rechterzijde van de arme broeder van de prior zit Judas en naast hem nog enkele anderen, die ik jullie nu nog niet wil noemen. Meer deze kant op zien jullie ook onze Jozef en naast hem Maria; naast Maria, Maria Magdalena en nog andere vrouwen die jullie goed kennen. Daarnaast zien jullie Lazarus, Nicodemus en nog enkele grote vrienden van de Heer.
[16] Daar er nog enkele stoelen onbezet zijn, vragen jullie nu of daar niemand gaat zitten? Ja, mijn lieve vrienden en broeders, ook ik moet aan tafel gaan en jullie, als nog aardse geesten, mogen niet uit mijn sfeer treden. Daarom blijft er niets anders over dan dat wij op een geheime wenk van de Heer, op de drie nog lege stoelen plaatsnemen. Volg mij daarom moedig aan tafel en eet en drink net als ik en alle anderen.
[17] Wanneer jullie aan deze tafel gegeten zullen hebben - al is het voor jullie zintuigen niet voelbaar - dan zal een innerlijk, jullie geest verzadigend gevoel jullie zeggen dat jullie in de geest aan deze tafel hebben gegeten. Jullie zullen daardoor een grote, belangrijke versterking ontvangen, hetgeen jullie heel goed zullen voelen. Wees niet bevreesd maar gebruik de maaltijd van het eeuwige leven in deemoed en liefde. Volg mij dus moedig en onbezorgd aan tafel!
«« 7 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.