De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 15 / 204 »»
[1] Nu spreek IK ALS DE SCHIPPER weer: 'Luister nu goed naar Mij en let op wat Ik je zeggen zal!
[2] Zie, Ik weet heel goed hoe het met de wereld staat, omdat Ik weet hoe het in alle tijden met haar gesteld was. Want zou de wereld niet slecht zijn of althans de ene keer wat beter dan de andere keer, dan had zij de Heer der Heerlijkheid niet gekruisigd! Aangezien haar grote kwaadwilligheid het groene hout reeds zoiets heeft aangedaan, hoeveel te minder zal zij het dorre hout dan sparen! Daarom geldt voor de wereld voor eens en altijd datgene, wat uit de mond van de Heer in het evangelie geschreven staat en luidt:
[3] 'In die dagen - dat wil zeggen ten tijde van de wereld - heeft het hemelrijk geweld nodig; slechts zij die het zich met geweld toeëigenen zullen het bezitten!' Maar zulk moreel geweld vriend, heb jij het hemelrijk nog nooit aangedaan. Daarom mag je de wereld ook niet al te zeer aanklagen, want zoals Ik heel goed weet hield jij je altijd liever met de wereld bezig dan met de geest! Want op dit punt was jij zelfs een van de voornaamste tegenstanders van alle geestelijke ontwikkeling, een vijand van de protestanten, die je wegens hun vermeende ketterij vervolgde met de bitterste gramschap!
[4] Bij jou was het werkelijk nooit: Si mundus vult decipi*! (* Wanneer de wereld bedrogen wil zijn), maar zonder enige genade en pardon: Mundus decipi debet**! (. ** De wereld moet bedrogen worden) en dat sine exeptione***! (. *** Zonder uitzondering.) Maar Ik zeg je, dat de wereld nergens slechter is dan juist in jouw sfeer en meestal in de sfeer van mensen zoals jij! Te allen tijde zijn jullie de grootste vijanden van het licht geweest en er waren tijden, waarin jullie ieder die maar een beetje helderder dacht en zag, tot de brandstapel hebben veroordeeld!
[5] Het waren niet de vorsten der wereld die bij hun volkeren de duisternis trachtten uit te breiden, maar jullie waren het die de vorsten zelf in de ban deden, als zij het waagden om iets helderder te denken, dan het jullie duistere hiërarchische en tirannieke despotendom welgevallig was! Wanneer vorsten zelf hier en daar duister zijn, dan is dit het gevolg van jullie werk; jullie echter waren zelf nooit het produkt van vorsten, maar zowel nu als vroeger jullie eigen werk!
[6] Dat het nu iets moeilijker was om in vele landen, die van het licht totaal geen begrip meer hebben, het reine Woord van God in te voeren, dat weet Ik; maar wie is daarvan de schuld? Zie, niemand anders dan jullie zelf!
[7] Wie heeft jullie ooit bevolen afgodentempels en afgodenaltaren op te richten? Wie heeft jullie latijnse, zogenaamde eredienst voorgeschreven? Wie heeft de aflaten uitgevonden, wie de Heilige Schrift verbannen en in plaats daarvan de meest absurde en leugenachtige legenden van de zogenaamde heiligen ingevoerd, wie de relikwieën, wie miljoenen van allerlei heiligenbeelden en houtsnijwerken? - Zie, geen keizer en geen vorst, maar niemand anders dan alleen jullie! Alleen jullie waren altijd de werkmeesters van de diepste duisternis, om daarin alles en iedereen - groot en klein - te vangen onder jullie scepter!
[8] De vorsten zijn voor het merendeel vroom gelovig en gehoorzaam aan jullie leer; zeg Mij, wat had jij die toch goed thuis was in de Schrift, voor een geloof? En aan wie gehoorzaamde jij eigenlijk? Hoeveel malen heb je eigenlijk gebeden zonder daarvoor betaald te worden?
[9] Zeg me, kun je na al het gebeurde wel bij God enige consideratie verwachten, wanneer de wereld niet jou, maar alleen jij de wereld in jouw bisdom veel slechter gemaakt hebt dan zij voordien was?
[10] Ik zeg je echter: wat het martelaarschap betreft dat je hebt aangehaald, zou jij je duizendmaal eerder uit eerzuchtige liefde tot de duisternis aan het kruis hebben laten slaan, dan één maal voor het zuivere goddelijke licht! Ook zou je minder moeilijkheden gehad hebben met de vorsten en nog minder met hun opzichters, wanneer je het zuivere licht had laten verkondigen. Want Ik weet maar al te goed hoe jij de vorsten tegenstand bood, wanneer zij zich tegen jouw onzinnige, menselijke en broederlijke waardigheid verachtende en verdoemende eisen verzetten.
[11] Zie, zo zijn Mij ook weinig voorbeelden bekend, dat vorsten priesters met een heldere zienswijze die de leer van God zuiver brachten, in de gevangenis stopten of zelfs - wat van jou een grove beschuldiging is - naar de geestenwereld hielpen. Maar wel zijn Mij een zeer groot aantal voorbeelden bekend, dat jullie dit deden met degenen, die het gewaagd hebben zuiver naar het Woord van God te leven!
[12] Wie schrander is als een slang en daarbij zacht als een duif en zo de weg van de Heer bewandelt: meen je werkelijk dat de oude God zwakker geworden is dan Hij ten tijde van de apostelen was en dus niet meer degene, die door de wereld bedreigd wordt, zou kunnen helpen?
[13] Zie, ik zou je behalve Luther nog een groot aantal broeders kunnen noemen, die het in een zeer donkere tijd toch nog gewaagd hebben uit te komen voor het zuivere Godswoord ten aanzien van iedereen. En kijk, de vorsten van de wereld hebben niemand daarvoor onthoofd; maar wel ging het diegene slecht, die vanwege zijn zuivere geest in jullie handen belandde!
[14] Jij zult nu hopelijk inzien, dat hier, waar niets geldt dan de zuivere waarheid verenigd met de eeuwige liefde, met al je verontschuldigingen niets bereikt wordt, - behalve alleen door Mea quam maxima culpa*! (* Mijn zeer grote schuld) Dat is alleen juist, al het andere heeft geen waarde voor de Heer! Want je zult wel erkennen, dat God de wereld tot in de kleinste vezels sinds alle eeuwigheid beter kent, dan jij haar ooit zult kennen. Daarom zou het ook de grootste onzin zijn, als jij God de Heer ter verontschuldiging van jezelf zou willen beschrijven hoe de wereld is; ofschoon je zegt dit niet als verontschuldiging aan te voeren, maar alleen opdat de Heer consideratie met je zal hebben, - zonder ook maar enigszins te bedenken, dat jij zelf één van degenen was die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het slechter maken van de wereld!
[15] Voorzover jij als gevangene van de wereld consideratie verdient, wordt deze je zeker niet onthouden, maar vanwege al die zaken waarvan je nu de wereld beschuldigt, heb je er geen enkel recht op. Wat de wereld jou schuldig is in de ogen van God kan met een kleine rekening vereffend worden. Maar jouw schuld is niet zo gemakkelijk te voldoen, behalve wanneer je deze berouwvol bekent en wanneer je óók bekent, dat nooit jij - die altijd slecht bent en was - maar alléén de Heer alles weer goed kan maken en jou je schuld kan vergeven.
[16] Wel heb jij een grote angst voor de hel, daar je geweten jou zegt dat je haar verdient en denkt, dat God je daar in zal werpen als een steen in de afgrond. Je beseft echter niet, dat je alleen je ingebeelde hel vreest, maar in de echte vind je een groot welbehagen en je wilt daar helemaal niet uit!
[17] Zie, alles wat je tot nu toe gedacht hebt, was min of meer hel in de eigenlijke zin! Want waar nog een vonkje zelfzucht en eigendunk, alsmede beschuldiging van anderen aanwezig is, daar is hel; waar de vleselijke lust nog niet vrijwillig verbannen werd, daar is nog steeds de hel! Aan jou kleeft dit alles nog; zodoende ben je nog zeer sterk in de hel! Zie je, hoe ijdel daarom jouw angst is!
[18] Maar de Heer die Zich over alle wezens ontfermt, wil je daaruit redden en je er niet volgens je roomse Maxime** (. ** Stelregel.) nog dieper in verdoemen! Beweer dan voortaan ook niet meer van de Heer, dat Hij tot degene die met alle geweld naar de hel wil zegt: 'Als je dat zo graag wilt, ga dan!'
[19] Zie, dat is een zeer verwerpelijke bewering van jou! Jij bent iemand die al heel lang de hel niet los wil laten; maar wanneer heb je van de kant van de Heer zo'n oordeel over jou vernomen?
[20] Overdenk deze woorden van Mij goed en handel er naar, dan zal Ik dit scheepje zo sturen, dat het jou vanuit je hel naar het rijk des levens zal voeren. Zo zij het!'
«« 15 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.