Het juiste vermoeden van de zonnedochters over het wezen van de Heer - Aankomst in het paleis van de zonnebewoners - Bewonderende woorden van Chanchah en Gella

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 156 / 204 »»
[1] HET DRIETAL zegt, niet ver meer van de woning: 'O lieflijke zuster van ons geslacht, jij spreekt over jouw Heer, Meester en Vader precies zo, alsof hij geenszins een afgezant van de Allerhoogste, maar juist de Allerhoogste Zelf is! O, wij smeken je dat je ons, omdat je al zo'n grote wijsheid bezit deze kwestie nauwkeurig uitlegt!'
[2] CHANCHAH zegt: 'Lieve zusters, het komt mij niet toe daarover te spreken, maar alleen mijn Heer en Vader. Maar wij zijn toch niet meer ver van jullie woning, daar zullen jullie alles horen, waarnaar je verlangt. Heb daarom zolang een beetje geduld!'
[3] Met dit antwoord zijn de drie tevreden en ze lopen verder met ons de weg af naar de nabijgelegen woning. Wij komen nu bij de omheining van de eerste voorhof, waar de eerste tuin begint, daarna komt terrasvormig de tweede of middelste en na deze tenslotte een derde en hoogste, prachtige tuin.
[4] Als Chanchah en Gella deze grote pracht en uiteindelijk het zeer grote, tempelachtige woongebouw te zien krijgen, schrikken ze heel erg en zeggen na diep adem te hebben gehaald tegen de drie:
[5] (CHANCHAH EN GELLA:) 'Maar om' s Heren wil! Bewonen jullie zulke huizen? Wij zien immers niets anders dan goud en de allermooiste edelstenen! En wat een originele bouw, wat een kunstzinnige architectuur! Ja, wonen in zulke woningen in het volste bewustzijn, dat men niet hoeft te sterven zolang iemand dit leven vreugde geeft, moet zeker iets heel zaligs zijn!
[6] Maar wij zien ook dat het heel moeilijk moet zijn, om daarin een aan God welgevallig leven te leiden. Want als er zo goed voor de uiterlijke bekoorlijkheden wordt gezorgd, denkt zeker geen mens aan ontbering en nog veel minder aan zelfverloochening, waardoor alleen de onsterfelijke geest kan worden gewekt en weer met zijn Schepper kan worden verenigd.
[7] O Heer, liefdevolle Vader, beleeft U wel enige vreugde aan deze uiterlijke pracht? Zie, het hemelse woonhuis van Martinus is toch zeker heel schitterend, maar in vergelijking met dit huis is het wel een hut van een arme zondaar! En die tuinen, die uitgestrekte en schitterende tuinen! Wat een veelheid aan ongelooflijke kunstwerken! Nee, dat kan geen wereld, dat moet wel een hemel zijn!'
«« 156 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.