Martinus' kritiek op de aard van het kwaad - Borems toespraak over de goddelijke ordening van het leven - 'Goed' en 'kwaad' als de beide tegenpolen in God en in de schepping

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 74 / 204 »»
[1] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, ja, je hebt wel gelijk en je spreekt stellig de volle waarheid. Maar je moet toch toegeven, dat de zondaars net zo goed Gods schepselen zijn als wij, ja zelfs de duivel zelf, en dat zij dus ook van God zijn uitgegaan! Maar wie zal zondaars en duivels goed noemen, omdat ze ook van God uitgaan en zijn uitgegaan?!
[2] Ik denk eerder als volgt: God heeft onder Zijn talloze schepsels ook vrije wezens gevormd. Hij heeft hun Zijn onveranderlijke ordening bekend gemaakt en de wegen aangegeven die ze nu eenmaal volgens Zijn ordening dienen te bewandelen. Omdat zij echter vrije wezens zijn, kunnen zij evenwel ook de bekende goddelijke ordening de rug toekeren en volkomen tegen haar in handelen. Als ze dat nu doen, dan vraag ik:
[3] Als alleen tegenover het goddelijk goede iets slechts denkbaar is, dan is toch immers alléén een handeling tégen de erkende goddelijke orde het eigenlijke kwaad te noemen? Is dit echter ook goed, dan zou ik toch wel willen weten, wat dan het kwaad is! Want iets slechts moet er toch immers wel zijn, anders zou de hel het meest loze begrip zijn, dat een menselijke geest ooit heeft uitgedacht!
[4] Is echter de hel een echte realiteit en is een handeling die tegen de positieve onveranderlijke goddelijke ordening indruist als echt slecht aan te duiden, dan zijn deze dames slecht en zo rijp voor de hel als een druif op aarde in de maand november!
[5] Zonde en zondaars zijn volgelingen van de duivel en zijn dientengevolge slecht en hun loon is volgens de uitspraak van de Heer Zelf de hel als een verzamelplaats van al het kwaad. Uit het optreden van deze dames is naar voren gekomen, dat in hen louter kwaad was. Zij staken elkaar neer als furies en nu branden ze! Vriend, ziet de hel er dan soms anders uit?'
[6] BOREM zegt: 'Vriend, jij spreekt nog als een kortzichtige aardse pelgrim vanuit de gevangenis van zijn vlees! Zeker, van de kant van een vrij wezen is een handeling die indruist tegen de erkende goddelijke orde zonde en daarom ook kwaad. Maar weet je dan ook de grenzen tussen het eigenlijke vrije en daarnaast het onvrije, gerichte wezen van één en dezelfde mens te bepalen?
[7] Weet je, waar de ziel in het vlees begint en waar in de ziel de geest? Weet je heel precies waar bij een mens de gerichte handelingen ophouden en de vrije beginnen? Weet je, hoe het geestelijke en vrije op het natuurlijke en onvrije inwerkt, en in hoeverre?
[8] Als je de nieuwe most in het vat zou gieten, dan zou het al gauw daarna beginnen te gisten. Dan zou het verschrikkelijk suizen en bruisen in het vat en als je met je neus bij het tapgat kwam, dan zou je een sterke geur tegemoet slaan, die je bijna zou bedwelmen. Weet je wel, wat het was, dat de wijn deed gisten? Zie, jij weet het niet. Als de most echter was uitgegist, dan werd hij rustig en helder en veranderde in wijn. Weet je eigenlijk wel hoe uit most een heerlijke wijn ontstond?
[9] Al snel na het bloeien van een vijgeboom of van een andere boom zag je de vrucht al. Wanneer je die proefde, dan vond je haar zuur en wrang, dus tegen de orde van je smaak in, slecht en niet goed. Als echter de vrucht rijp werd, hoe vond je haar dan? Zie, dan was ze helemaal aan je smaak aangepast en dus zeker niet meer slecht of kwaad!
[10] De winter is volgens het gevoel zeker een zonde; want hij past niet in de orde van warmvoelende en warmbloedige mensen en dieren. Maar als hij er niet zou zijn, hoe zou het dan gesteld zijn met de vruchtbodem van de aarde en met de lichamelijke kracht van de mens?
[11] Ik zeg je, in de hele oneindigheid vind je steeds twee polen, waarvan zowel de een als de ander tot de orde van God behoort, alhoewel ze in alles lijnrecht elkaars tegenovergestelde zijn zoals de dag en de nacht of als ja en nee. Zeg maar eens welke daarvan dan slecht is? Zie je dan niet, dat de Heer alles leidt en elk ding zijn weg wijst? Hoe zou er dan sprake kunnen zijn van een verkeerde weg?
[12] Zie, de Heer weet, hoe ver Hij voor een schepsel de cirkel van zijn vrijheid kan trekken. Binnen deze cirkel kan elk wezen, dat een vrije wil heeft ter oefening van zijn eigen vrijheid doen, wat het wil. Maar buiten deze cirkel is geen enkel schepsel in staat te handelen.
[13] In een waterdruppel leven dikwijls talloze infusiediertjes, die zich daarbinnen vrij bewegen; kunnen ze echter ook buiten de druppel hun levensvrijheid behouden?
[14] Zo kunnen de mensen ook de morele orde op hun aardbodem ondergraven door oorlogen en andere gewelddadigheden. Hinderen ze echter daardoor de wisseling van dag en nacht, of kunnen ze regen en wind tegenhouden of de zee leegscheppen?
[15] Zie, als je over Gods grote ordening wilt spreken, dan moet je verder zien dan alleen maar de smalle ruimte van jouw werkterrein!
[16] Wat in de druppel niet gelukt, dat gebeurt zeker in de zee, die door het giftigste druppeltje nooit kan worden vergiftigd. Wat niet vergeleken kan worden met de baan van de aarde, kan dat zeker wel met de onmetelijk grote baan van de zon. En voor wie zelfs deze nog te klein is, zijn er nog banen van centraalzonnen met hun onmetelijke verten en diepten!
[17] Als een getal niet deelbaar is op een ander getal is het gevolg daarvan dan, dat er dan geen getal meer zou zijn waarin het harmonisch zou kunnen worden opgenomen? Of als in een bepaalde toonaard in de muziek een vreemde, tot een andere toonsoort behorende toon niet harmonisch klinkt, en dientengevolge een echte zonde is, denk je dan soms, dat deze toon daarom helemaal uit de muziek zou moeten worden verbannen?
[18] Zie, God heeft op aarde wel aan ieder mens een bepaalde orde met 'Je zult' getoond en gegeven, maar Hij heeft hem ook al het andere gegeven. Hij weet het beste, hoe Hij de een of de ander naar het bereiken van het enige grote doel voert. Daarom heeft Hij ook het gebod gegeven om niemand te oordelen, zoals ook eens Michaël de grootste engel aller hemelen de satan niet mocht oordelen, toen deze met hem om het lijk van Mozes streed.
[19] Wij moeten daarom alleen zien wat de Heer doet en daarnaar ons oordeel bepalen als we wijze en ware kinderen van God willen zijn. Al het eigen oordeel moet helemaal uit ons wijken! Want wij kunnen ons alleen in onze eigen kring vrij bewegen. Maar de beweging in de talloze eeuwige cirkels van Gods orde gaat ons niets aan, doch alleen de Heer - daarom luidt ook het gezegde, dat ieder zijn eigen straatje moet vegen en niet dat van zijn buurman!
[20] Houd dit nu eens goed vast en kijk dan verder naar de scène. Ik hoop voor God de Heer, dat je nu zult beginnen de zaken in een heel ander licht te bekijken en te beoordelen. De Heer moge je weldra de goede wil en het juiste inzicht daarvoor geven! Kijk nu maar weer, je ziet nu al een heel andere scène.'
«« 74 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.