Martinus' verdere gadeslaan van de helse toestand van de dames van het H. Hart van Jezus - Borems desbetreffende toelichting

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 75 / 204 »»
[1] BISSCHOP MARTINUS kijkt nu weer een tijdje zwijgend toe; daarna zegt hij: 'Ja, lieve vriend, je hebt gelijk; ik zie nu al duidelijk in, dat het met de orde van de Heer heel anders gesteld is, dan ik me dat eerder had voorgesteld. Ja, het is waar wat de grote ziener David en de apostel Paulus zeggen: 'Ondoorgrondelijk zijn de wegen van de Heer en onnaspeurlijk Zijn raadsbesluiten!'
[2] Maar bovendien is het bijna even ondoorgrondelijk en onnaspeurlijk, waarom ik zo lang dom blijf, terwijl jij in zekere zin met weinig geestelijke middelen in deze korte periode al een wijze engel van de Heer bent geworden. Maar het moge zijn zoals het is, ik voel nu sterk in mij, dat de Heer Jezus nu mijn enige verlangen is geworden. En dit gevoel maakt mij heel gelukkig en opgewekt. Meer heb ik ook voor de hele eeuwigheid niet nodig. Ik zeg je, lieve vriend en broeder, als ik alleen maar de Heer heb, dan is me aan al het andere weinig of niets gelegen!
[3] Ik bedoel daarom: aangezien de Heer toch al met deze onbuigzame metgezellen en metgezellinnen het beste doet en wij daarvan noch iets kunnen wegnemen noch er iets aan toe kunnen voegen, is het dus ook niet de moeite waard nog langer deze scènes aan te zien, waarin tenminste ik wat mij betreft weinig leuks of geestverheffends zie. Nu zijn deze dames wel weer tot leven gekomen en rennen gloeiend in hun tuin rond, alsof ze de ergste furies of duivelinnen zijn. Maar heeft zo'n afschuwelijk schouwspel nut voor mij, als ik het helemaal niet kan begrijpen en het ook moeilijk ooit zal kunnen begrijpen?
[4] Wat mij betreft, ging ik een miljoen keer liever naar buiten om wat in de mooie tuin te werken, dan hier deze zeer vervelende scènes nog langer aan te zien.
[5] BOREM zegt: 'Hoor eens, broeder, wat de Heer juist vindt, dat moet ook goed zijn. Want zie, de Heer leidt ook ons beiden en weet het beste waarom Hij ons juist deze weg heeft uitgestippeld.
[6] Bekijk dus maar geduldig, wat hier te bekijken is. Wees over de uitleg maar niet bezorgd; die zul je te rechter tijd wel helder en duidelijk krijgen.
[7] Vertel me echter meteen wat je nu ziet, zoals jij het ziet. Ik zal je daarbij zoals tot dusver steeds de gewenste opheldering geven. Doe dus in naam van de Heer, zoals ik je heb aangeraden!'
[8] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, ja, je hebt gelijk; de Heer leidt tevens ook onszelf; dan moeten wij natuurlijk alles nauwkeurig opvolgen wat Hij wil! En dus zal ik maar weer heel oplettend deze geestelijke klucht bekijken. Maar laat me daar bij spreken, zoals het me voor de mond komt!'
[9] BOREM zegt: 'Spreek, zoals je wilt, meer kan ik je niet zeggen. Maar hoed je voor het oordelen, want dat behoort alleen de Heer toe!'
[10] BISSCHOP MARTINUS is daarmee helemaal tevreden. Hij kijkt nu weer in het achterhoofd van de H. Hart dames en zegt: 'O jeminee, broeder, het ziet er daar werkelijk opeens heel wild en slecht uit! Deze dames zijn nu helemaal naakt en hun vlees is door en door gloeiend als vloeibare erts. Hoe meer het gaat gloeien, des te meer rennen ze door elkaar.
[11] Dik zijn deze salamanders nu bepaald niet, maar ze hebben toch nog een tamelijk menselijk voorkomen. Het lichaam gaat nog wel, enkele hebben zelfs niet eens zo'n slechte boezem, maar de gezichten zien er ontzettend verwrongen uit. Op aarde heb ik alleen onder de apen soms zulke gezichten gezien. Ei, ei. De gezichten zijn verschrikkelijk wild en meer dan afstotend lelijk!
[12] 0 God, O God, kijk toch eens naar die ene die nu tamelijk dicht bij ons staat! O Heer, dat gezicht! De neus hangt bijna op haar buik. De oren lijken op die van een olifant. De mond lijkt eerder op het achterste van een oude koe dan op een menselijke mond; de hals zit vol kropgezwellen. De ogen zijn net twee onregelmatige aarsopeningen van een hond en de haren lijken op een massa wormen! Ah, sapristi, dat ziet er duivels lelijk uit! Werkelijk vreemd: het lichaam was bij haar helemaal in orde, maar dat hoofd, dat hoofd! Echt, ik kan me niets lelijkers voorstellen!
[13] Daar, daar, kijk eens - O jee, o jee - daar komt een andere in onze richting: die ziet er dusdanig uit, dat je met ontzetting geslagen wordt! Dat is het hoofd van een echte boa constrictor, alleen de lange ezelsoren zwakken de lelijkheid een beetje af. Die starre ogen, dat onophoudelijk heen en weer schieten van de tong! Bij de mond, bij de oren en door de neusgaten schiet bij iedere zichtbare ademtocht een dikke donkerbruine walm naar buiten! O, o, lieve vriend, dat is toch al te erg, dat is afschuwelijk! Net als bij de andere is ook bij deze het lichaam weer helemaal in orde. Als je het gloeien niet meerekent, zou je haar zelfs heel weelderig kunnen noemen. Alleen het hoofd, het hoofd, dat is verschrikkelijk! Om Godswil, dat is een lelijkheid die elke beschrijving te boven gaat!
[14] Hola, hola, nu rennen ze weer door elkaar als razende kippen, alsof ze misschien de zogenaamde kippenduivel zien! Wat zou dit toch allemaal te betekenen hebben?'
[15] BOREM zegt: 'Ik zeg je: helemaal niet zoveel bijzonders. Dat ze er gloeiend uitzien komt door hun hartstochtelijke, met toorn vermengde ijver voor de zaak van hun orde. De bedrijvigheid van het in stand houden daarvan wordt weergegeven door het heen en weer rennen. Dat de lichaamsvormen van deze dames er heel goed uitzien, komt door hun nogal kuise aard, maar dat hun hoofden er zo wonderlijk uitzien, is uitsluitend aan hun grote domheid te wijten. Als ze mettertijd een beter inzicht zullen hebben, dan zullen ze ook betere hoofden krijgen. Zolang ze echter hun waandenkbeelden trouw blijven, zal er van verbetering van hun hoofden niet veel te zien zijn.
[16] Nu weet je voorlopig de oorzaken die overeenkomen met dergelijke verschijningen. Kijk nu maar verder, want dat wat je tot nu toe hebt gezien, was alleen maar het voorspel; het eigenlijke drama komt nog!'
[17] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Om je te dienen! Nu, dat zal wat worden. Als nu pas het eigenlijke hoofddrama begint, dan ben ik werkelijk nieuwsgierig, waaruit dit zal bestaan en hoe zich dat zal voordoen!'
«« 75 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.