God niet vrezen maar lief hebben.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 157 / 246 »»
[1] STAHAR zegt: "Vriend, ik weet dat je een groot filosoof bent en dat men moeilijk wat tegen je in kan brengen, maar de merkwaardige daden van de engel kunnen je toch onmogelijk zijn ontgaan! Deed hij die voor ons natuurlijke leven of alleen maar voor onze geest?"
[2] De SPREKER zegt: "Wij zagen het met onze ogen. Zag men het in Jeruzalem ook? Nee! Omdat zij het met hun zintuiglijk levende ogen niet zagen en dus ook helemaal niet kunnen geloven als men het hun zou vertellen, kunnen wij dan als verstandige mensen daarover boos op hen worden of hen zelfs tot allerlei straffen veroordelen?!
[3] Pas door onze zintuigen zijn wij gedwongen te geloven. Zonder ogen zouden wij net zo goed verloren zijn geweest als zij nu in Jeruzalem. Zeg me nu eens, waar hier de eigenlijke, zedelijke inbreng begint! Vergeet de ogen eens en hun noodzakelijke gezichtsvermogen en bepaal dan voor mij het absoluut morele standpunt!"
[4] STAHAR zegt: "Vriend, ik zie wel dat wij niet gemakkelijk ooit tot overeenstemming komen! Dat moet een hogere geest ons helemaal duidelijk maken! Ik zie de engel nu naar ons toekomen, praat daar eens mee, dan ben ik erg nieuwsgierig hoe jullie deze zaak met elkaar zullen regelen!"
[5] De onverstoorbaar nuchtere SPREKER zegt: "Beste vriend! De engel vind ik niets belangrijker dan jou en ik zal net als met jou met hem spreken en ik zal hem nog minder iets toegeven dan jou omdat hij een zalige geest is en geheel volmaakt, terwijl wij nog als wormen in het stof van de vergankelijkheid over de harde en smerige bodem van deze aarde moeten kruipen! Er is maar één waarheid en die slaat net zo goed op een engel als op de smerigste schooier ter wereld!"
[6] Bij deze woorden was de ENGEL ook al ter plaatse en zei: "Floran, je bent dus helemaal niet bang voor mij?"
[7] De SPREKER zegt: " Als je mijn naam kent, zul je ook de redenen weten waarom ik geen vrees voor God kan hebben, net zo min als voor jou, ook al deed je nog duizend ongelooflijk grote wonderen! Ik kan me ook wel veel wonderen voorstellen, maar niet verwezenlijken, maar wat geeft dat?! Als ik ze ook kon realiseren, zouden die van jou mij beslist niet wonderbaarlijk voorkomen! Ik ben al tevreden met het toekijken, -de realisatie gaat me niets aan! Of zou ik moeten treuren omdat ik niet zo schitter als de middagzon, of omdat ik niet als een vogel in het rond kan vliegen?! Ik ben met datgene tevreden wat ik weet, wat ik ben en wat ik kan en meer heb ik in ieder geval voor deze wereld niet nodig!
[8] Maar wat ik weet, ben en kan, is een individuele gave van God aan mij, waarvoor ik de Schepper dankbaar ben. Meer heb ik niet nodig en ik benijd ook niemand die meer heeft!
[9] Moet ik soms bang voor je zijn, omdat jij oneindig veel machtiger bent dan ik? O, helemaal niet! Als jij dommer zou zijn dan ik, zou je óf geen macht hebben, óf deze zou onbeheerst zijn en die zou ik dan met mijn zuivere verstand net zo het hoofd kunnen bieden als de kracht van de storm. Maar jouw macht gaat gepaard aan wijsheid en dat geeft mij het vertrouwen dat je jouw baldadigheid niet op mij zult botvieren, vooral omdat ik je nergens enige schade heb kunnen en nog minder heb willen berokkenen. En zou je je met mij soms een grap willen veroorloven, dan zou ik daarom niet boos op je worden, maar je ook niet prijzen als een leeuw der wijsheid, die naar men zegt zo ernstig is, dat hij geen muggen vangt. God is echter nog oneindig veel wijzer en machtiger dan jij, daarom vrees ik Hem nog minder dan jou."
[10] De ENGEL zegt: "Maar weet je niet dat God je voor eeuwig kan vernietigen of dat Hij je een eeuwige, ontzettende kwelling kan opleggen als je Zijn wet niet houdt?! Moet God in dit opzicht dan ook niet gevreesd worden?!"
[11] FLORAN zegt: "Zonder maar enige afbreuk aan jouw wijsheid te willen doen, moet ik je openlijk bekennen dat deze vraag aan mij, jouw wijsheid -op de man af gezegd -geen bijzonder hemelse eer aan doet! Eraan twijfelen of God, als het almachtige wezen, mij zou kunnen vernietigen, zou nog groter dwaasheid zijn dan jouw, aan het onnozele grenzende, memoreren van mijn sub en objectieve nietigheid. Wat dan nog, als ik weer tot niets wordt, zoals ik ook vóór dit bestaan een eeuwig niets was?! Het niets is niets, heeft niets nodig en hoeft eeuwig voor niets te zorgen! Kom dus maar op met je eeuwige vernietiging van mijn niets, dat toch al niets is, en ik geef je reeds vóóraf de verzekering dat ik als een zuiver niets, je daarvoor nooit voor het gerecht zal dagen! Mocht het God, het beslist meest wijze wezen, echter plezier doen mij eeuwig te pijnigen en te martelen, dan is Zijn wijsheid ook niet veel zaaks, want zo'n verlangen zou men nauwelijks bij een tijger van een tiran aantreffen.
[12] De geschiedenis geeft ons echter geen voorbeeld dat er ooit een wijze tiran is geweest. Wat zouden jij en je God mij antwoorden als ik jullie bewees, dat jullie zeer onwijs in plaats van wijs waren?! Dat kan echter niemand van God beweren die ook maar ooit een blik heeft geworpen op de zeer wijze bouw van ieder schepsel! God is daarom zeer wijs en daarom beslist ook zeer goed.
[13] Met zulke volkomen eigenschappen kan Hij echter ook onmogelijk ooit ergens in de gehele oneindigheid een schepsel hebben geschapen voor een eeuwige kwelling! Ja, een wezen door allerlei bittere en pijnlijke ervaringen reinigen, hier of in het hiernamaals, is iets heel anders. Want de mens is een werk van God, dat zich volgens de wijze orde van God zelf in de zedelijke sfeer moet vervolmaken om datgene te worden waartoe het door de Schepper bestemd is!
[14] Zulke slechts kort durende, pijnlijke verbeteringsmomenten laat de Schepper alleen maar toe. Hij schept ze nooit Zelf om voor Zijn genoegen een mens na een misstap een tijdlang te kwellen. Hij laat deze alleen maar toe om de mens terug te brengen tot het nuchter herkennen van de orde, om zich daardoor gemakkelijker te kunnen ontwikkelen. Ik kan zo'n zuiver goddelijke voorzorgsmaatregel, waaruit slechts liefde en de grootste goedgunstigheid stralen, nooit zien als een dictatoriale straf!
[15] Je kunt God daarom niet erger beledigen dan wanneer je Hem aan mij als een eeuwige tiran voorstelt! -Ik geloof, dat je mij wel begrepen zult hebben!
[16] Ik kan God slechts boven alles liefhebben en Hem als het beste, heiligste en meest wijze wezen aanbidden, maar nooit ofte nimmer vrezen!"
[17] Toen klopte de ENGEL Floran op de schouder en zei glimlachend: "Dat is goed gesproken en denk maar niet dat ik een woordenstrijd met je wil beginnen, want je hebt gelijk en ik heb ook gelijk! Ik wilde je alleen met mijn wat onnozele vragen gelegenheid geven jouw mening ook voor je broeders wat openlijker uit te spreken dan eerder het geval was en ik zeg je nu dat je al rijp bent de Heer te ontmoeten! Volg mij dus, -ik zal je zelf naar Hem toebrengen!"
[18] FLORAN zegt: "Het is dus zuivere ernst, dat hier de oude voorspelling in vervulling is gegaan?"
[19] De ENGEL zegt: " Ja! Het is de volle waarheid en daar ben ik toch wel een sprekend hemels getuige van. Kom nu echter alleen met mij mee!"
«« 157 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.