Over deemoed en hoogmoed.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 158 / 246 »»
[1] FLORAN zegt: "Waarom onze overste, Stahar, en mijn andere broeders niet? Zijn zij dan soms een minder soort mensen dan ik? Ga maar alleen! Als mijn broeders niet waard zijn aan de Heer der eeuwigheden voorgesteld te worden, ben ik het nog minder, want naar mijn beste weten zijn zij beter dan ik!
[2] Knoop dat in je oren, engel -als je ook iets in je oren kunt knopen -ik ben tegen iedere voorkeur voor mijn persoon! Ik zie graag dat mijn broeders de voorkeur krijgen, maar zelf wil ik altijd de minste onder hen zijn! Ik heb de mensen echt lief. En dat waar men echt van houdt, geeft men graag alle voorkeur en elk voordeel en daar is men dan toch heel gelukkig bij! Vraag het maar aan al mijn broeders of ik ooit anders heb gedacht en gehandeld! En dan zou ik me nu, waar al mijn broeders bij zijn, voor de eerste keer in mijn leven laten voortrekken?! Nee en eeuwig nee! Duizend legioenen van zulke machtige geesten als jij er een bent en tien almachtige Jehova's zullen, zolang ik vrij kan denken en willen, mijn mening nooit veranderen!
[3] Kijk, almachtige vriend, dat is ook een standpunt waar geen enkele verleiding mij vanaf krijgt, zelfs geen duizend open hemelen en geen vrees voor even zo veel open hellen!
[4] Ga maar alleen naar de Heer! Uit vrije wil volg ik je nooit! En het verwondert mij trouwens da jij, toen je mij de voorkeur gaf, als alwetende geest vooraf niet hebt gemerkt dat ik deze rotsvaste overtuiging ben toegedaan! Ik blijf bij mijn uitspraak! Mijn lichaam kun je weliswaar daarheen brengen, omdat je daarvoor macht en kracht in overvloed bezit, maar de wil van mijn hart kun je nooit opheffen, tenzij -het je mogelijk is om deze van mij af te nemen en er een andere voor in de plaats te stellen! Maar daarmee heb je mijn huidige ik echt niet in het minst veranderd, maar het alleen vernietigd en in plaats daarvan een ander in deze wrakke machine geplaatst!"
[5] De ENGEL zegt met een heel vriendelijk gezicht: "Maar beste vriend en broeder, wie zegt dan dat ik je op de een of andere wijze de voorkeur geef door je volgens de wil van de Heer, als degene die het verst gevorderd is, het eerst bij Hem te brengen? Heb je ooit gezien dat op een nóg zo edele boom alle vruchten tegelijk rijp worden? Wie zou, als hij zijn verstand gebruikt, ooit bedenken een als eerste rijp geworden peer de voorkeur te geven omdat deze het eerst is gerijpt?! Men eet haar wel eerder dan degenen die pas later rijp worden, -maar bij ons in de hemelen is er toch geen sprake van dat men haar daarom beter vindt dan zij die later rijp worden! Dan zou Mozes ook beter moeten zijn dan de Heer Zelf, omdat hij bijna meer dan duizend jaar vóór Hem werd geroepen! O, daardoor krijg je geen voorkeur, - integendeel! Wie is er bij een weg beter af: degene, die de weg heeft aangelegd of de legeraanvoerder en zijn gevolg, die de weg daarna betrad en zijn leger verder leidde?
[6] Kijk, vriend, ondanks je zuivere verstand heb je dat niet zo erg best bekeken! Ik ken de tamelijk starre instelling van je hart wel en stelde het daarom slechts uiterlijk op de proef en toen vond ik op de achtergrond van je overigens fijngevoelige hart ook een beetje verkapte hoogmoed, die maakte dat je je door de ware deemoed in jezelf beter achtte dan de anderen. Je wilde namelijk toch in zeker opzicht gelden als een uniek en niet te overtreffen persoon, die wat betreft deemoed uitsteekt boven alle anderen! En tenslotte is het maar de vraag, wie van de twee hoogmoediger is: hij die van alle mensen de laatste en nederigste wil zijn, of hij die de eerste en hoogste wil zijn!
[7] Ken je de Griekse geschiedenis niet van koning Alexander uit Macedonië en de beslist onaanzienlijkste mens Diogenes? Wel, deze leefde jarenlang in een ton die hij aan de zandoever als woonhuis had neergezet!
[8] Op een dag bezocht de grote held en koning deze zonderling, die beslist enig in zijn soort was. Alexander ging voor de ton staan. Deze stoïcijn beviel hem en hij vroeg hem: 'Wat wil je dat ik voor je doe?' En Diogenes verzocht dringend: 'Wilt u zich alstublieft verwijderen van de zijde vanwaar de stralen van de weldadige zon mij verwarmen!'
[9] Deze stoïcijnse kalmte beviel de grote held wel, maar hij zei toch:'Als ik Alexander al niet was, zou ik verkiezen Diogenes te zijn!'
[10] Maar wat bedoelde Alexander hier mee? Kijk, het betekent dit: 'De hele wereld huldigt mij, maar wat een strijd heeft mij dat gekost! Hij geniet bijna nog meer bekendheid dan ik en maakt zich ook onsterfelijk, -en al deze onsterfelijke roem kostte hem slechts een oude ton!'
[11] Vind je ook niet dat er tussen de hoogmoed van Alexander en Diogenes maar weinig verschil was?! Toch was dat wel zo, Diogenes was in zijn soort hoogmoediger dan Alexander!
[12] Het is goed de laatste te willen zijn uit ware liefde en deemoed, maar de ware liefde en deemoed sluit de gehoorzaamheid niet uit, vooral aan de allerhoogste Heer van hemel en aarde. Doe daarom, als je niet dwars wilt zijn, wat de Heer wil en dan zal alles goed zijn. Want de Heer weet het best waarom Hij iets wil!"
[13] Dan zegt FLORAN: "Ja, nu ga ik met je mee, omdat je mij zo vriendelijk ervan hebt overtuigd dat mijn instelling duidelijk onterecht was." -En Floran volgde alleen de engel, die hem bij Mij bracht.
«« 158 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.