De uitdaging van het niet begrijpen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 205 / 246 »»
[1] IK zeg: "Vriend, kijk eens naar boven naar de sterren! Ken je ze en begrijp je wat en waarvoor zij zijn? Moeten zij er daarom soms niet zijn, omdat tot op heden nog geen mens ze kon begrijpen? Begrijp jij soms, wat zon en maan zijn? Moeten ze er daarom niet zijn, omdat je ) ze niet begrijpt?!
[2] Begrijp je de wind, de bliksem, de donder, de regen, de rijp, de sneeuw, het ijs? Moet dat alles er daarom niet zijn, omdat jij en alle andere mensen dat alles niet begrijpen?!
[3] Begrijp je de duizend soortige dieren, hun gedaante en hun geaardheid? Begrijp je de wereld der planten en hun vormen? Weet je soms wat het licht en wat de warmte is?!
[4] Moet dat alles er daarom ook niet zijn, omdat jij en alle andere mensen dat niet kunnen begrijpen?!
[5] Begrijp je soms je leven en hoe je kunt zien, horen, voelen, proeven en ruiken? Moet de mens soms niet zien, horen, voelen, proeven en ruiken, omdat hij dat allemaal nooit kan begrijpen?!
[6] Omdat er in deze stoffelijke wereld al zo veel dingen zijn, die de mensheid nooit volledig kan begrijpen, moet je er eerst maar eens wat over na gaan denken en Mij vervolgens je mening geven!"
[7] SCHABBI zegt: "Heer en meester vol van goddelijke kracht! Ik hoef daar niet veel over na te denken. Ik begrijp alles al wat u mij hiermee wilt zeggen. U wilde mij onder ogen brengen, dat als men in de sferen der hogere wijsheid zoekt, het daar dan net eender toegaat als in de sferen van de stoffelijke schepping. Wij mensen weten en begrijpen daarvan eigenlijk helemaal niets behalve de globale buitenkant en datgene, wat wij daarvan met onze grove, stoffelijke zintuigen waarnemen en wat betreft vorm, kleur, geur en smaak aan de geschapen dingen kunnen onderscheiden. O, hoe weinig en eigenlijk helemaal niets begrijpt en weet de mens en toch meent hij zeer wijs te zijn en is trots op zijn schamele beetje kennis! En wat weet hij dan? Niets, maar dan ook helemaal niets!
[8] O, hoe blind en dom zijn toch alle mensen! Zij brengen het niet eens zo ver, om in te kunnen zien dat zij helemaal niets zijn en helemaal niet inzien en begrijpen, dat zij niets zijn en helemaal niets inzien. - Het gras groeit en de ziende en voelende mens verheugt zich daarover. Maar wat er voor nodig is het gras te doen ontstaan en te laten groeien en het op dezelfde wijze maar steeds voort te laten bestaan -welke sterveling ziet dat in?!
[9] Adam, Henoch, Noach, Abraham, Isaäk, Jacob, Mozes en Elia waren beslist de meest wijze mensen die de aarde ooit heeft gedragen; in hen was veel licht uit God. Maar geen van de genoemde voorvaders der wijsheid kon ook maar in zijn dromen bedenken, hoe het gras ontstaat, groeit, zaad vormt en hoe in de zaadkorrel de mogelijkheid gelegd is voor een eeuwigdurende creatie van een grenzeloze hoeveelheid van dezelfde soort gras.
[10] We weten nog niet eens, hoe het allereenvoudigste mosplantje groeit en zich voortplant en hoe het wormpje in de modder kronkelt, hoe kunnen we dan over de elementen praten en over de verre sterren?! Omdat wij mensen dáár al niets van weten, weten en begrijpen wij nog minder wie en wat de sterren zijn en waarvoor en waaruit zij gemaakt zijn!
[11] En daarom, grote en verheven meester, wilde u mij, door aan te duiden dat ik volstrekt niets weet, in dit opzicht terechtwijzen en zeggen: 'God, de Alwijze, plaatst veel voor de ogen van de mensen en voor al zijn uiterlijke zintuigen en daardoor ook gelijktijdig voor de zintuigen van de ziel, om de mens tot nadenken te dwingen.' Maar de mens moet zelf de verklaring zoeken. Want als God hem deze erbij zou geven zou de mens binnen de kortste keren traag worden en uiteindelijk voor niets meer interesse hebben, en lui worden.
[12] Want als een mens eenmaal iets helemaal doorziet en begrijpt, heeft zijn trage natuur er geen belangstelling meer voor. Het is te zeer in ieder opzicht door de ervaring bevestigd en bewezen, en heeft daarom geen nieuw bewijs meer nodig. En zo zou de mens zich kennelijk ook heel zeker in de zuiver geestelijke sfeer gedragen, als hij alles haarfijn en zonneklaar zou begrijpen wat de grote profeten van God in de boeken der wijsheid hebben opgeschreven. Hij zou al gauw gaan slapen en tenslotte nergens meer over nadenken. Waarover zou de mens dan ook nog enigszins nadenken, als hij toch alles al begreep?!
[13] God weet daarom heel goed in welke situatie Hij de mensen moet houden opdat zij moeten denken, willen en echt bezig moeten zijn. Het mag zijn wat het wil, - als het maar geen nietsdoen is!
[14] Ik besef nu ook dat de Messiasgeschiedenis en het verhaal daarover lang niet zo'n sterke indruk op mij gemaakt zou hebben als ik uit Jesaja alle daarop betrekking hebbende teksten vrijwel geheel begrepen zou hebben. Over de drie sterrenkoningen zou ik hoogstens geglimlacht hebben, als zij met hun mystieke, wijze tirades bij mij waren gekomen, en ieder ander die wat dat betreft bij mij zou zijn gekomen, zou het geen haar beter zijn vergaan!
[15] Maar omdat het allemaal tot op dit ogenblik in een gelovig halfdonker is gebleven, voel ik nu een des te grotere vreugde, omdat datgene, wat slechts zo moeilijk en ongrijpbaar te geloven was, zich zo helder voor mijn ogen heeft ontvouwd en omdat ik nu Hém voor mij zie, op wie alle Joden en ook ik zo verlangend hebben gewacht! -Heer en meester, heb ik u begrepen of niet?"
«« 205 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.