De giftige aard van de weduwe en haar dochter.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 159 / 263 »»
[1] Als zo'n ziel eenmaal het vlees bewoont, legt zij haar giftige stoffen in het vlees en bloed van haar eigen lichaam, dat daardoor echter voor wat betreft de natuurlijke gezondheid niet zo zeer in zijn levenssfeer wordt gestoord omdat het al van oorsprong daarop is ingesteld.
[2] Maar het is voor iemand die uit de positieve orde is voortgekomen nooit raadzaam te dicht bij zo iemand in de buurt te komen, want ook al schaadt deze zijn ziel .niet rechtstreeks, dan schaadt hij echter toch zijn lichaam, dat niet geschikt is om zulk gif op te nemen. En dat brengt ons reeds bij onze weduwe!
[3] Haar ziel, die voor de rest heel goed is en in een goede orde is overgegaan, heeft haar driftige oerelement in de milt en de lever van haar lichaam opgeslagen, en daar blijft het rustig en verder onschadelijk zolang deze persoon zich niet om de een of andere reden onstuimig opwindt. Als zo'n echte giftige persoon echter opgewonden is, is het voor iedere man hoog tijd zich snel uit haar giftige sfeer terug te trekken
[4] Want het gif dat zich in haar lichaam bevindt, is etherisch van aard en houdt verband met de zenuwen, en dringt door tot in de uitstralende levenssfeer van deze persoon. Wie het door inademing of door een langer verblijf in zo'n met gif bezwangerde sfeer met de ether van de eigen zenuwen in aanraking brengt, wat heel gemakkelijk gebeurt, is lichamelijk verloren, vooral als hij het tegengif met kent.
[5] Het tegengif is dan, als alle zenuwen niet reeds te sterk aangedaan zijn, die bepaalde bouillon; tevens zou men echter die dieren in een groot vat in olijvenolie moeten smoren, en dan zou men naast het drinken van de bouillon, ook het hele lichaam grondig met deze slangenolie moeten inwrijven. Dat zou pas een volledige genezing kunnen bewerkstelligen, omdat het reeds in de zenuwen aanwezige gif zich meteen uit de zenuwen terugtrekt en zich gedeeltelijk via de bouillon in de maag of via de olie, met zijn daarin aanwezige oerelement verbindt en verenigt, en daardoor niet meer op de zenuwen kan inwerken en deze ook niet meer kan schaden.
[6] Mathaël, toen jij met je vader de eerste keer bij haar was uitgenodigd, was de weduwe ziek door haar eigen gif omdat de Griekse dokter haar teveel had opgewonden, en zij had daar toen, net zo goed als later, aan kunnen sterven; want uiterst zelden sterven zulke giftige personen aan een andere ziekte dan aan het eigen gif.
[7] De blauwe nevel die voor jou zichtbaar werd, waarin verscheidene dieren rondzwommen waar jij niet erg op gesteld was, was zo'n uitstroming van de giftige ether en aan de duidelijk zichtbare bewoners ervan kon je heel goed zien door welke geest zij werd voortgebracht.
[8] Toen je vader met zijn verstandige woorden de vrees, die de weduwe innerlijk erg opwond, aanmerkelijk verminderde, trok de kwade ether zich terug in de tot rust gebrachte milt en lever; het overtollige bleef echter in de gal van de maag, werd na vier dagen tenslotte door die bepaalde bouillon helemaal opgenomen en langs natuurlijke weg afgevoerd, en de weduwe werd daarop weer helemaal gezond. De stem, die jou het middel noemde, kwam van een geest die de geestelijke beschermer van de weduwe was.
[9] Toen je met je vader voor de tweede maal daarheen geroepen werd, was de weduwe erg ontstemd over haar doofstomme dochter die ondanks haar doofstomheid, toch hevig verliefd begon te worden op een enigszins lichtzinnige man. Daardoor werd zowel het gif van de weduwe alsook dat van haar dochter, die dezelfde eigenschap had, te heftig in beroering gebracht; beiden werden als door duizend giftige slangen in al hun levenszenuwen gebeten en vanaf dat ogenblik was er geen lichamelijke genezing meer denkbaar, -behalve dan dat het door Mijn kracht natuurlijk wel mogelijk geweest zou zijn. Tengevolge van de grote opwinding losten de zielen van beiden zich vrijwel geheel op, dat wil zeggen, zij losten op in hun oerelementen, en omdat zij daardoor noodzakelijkerwijs meer ruimte nodig hadden, breidden zij zich zelfs hoog en ver boven het huis uit waarin de beiden lagen te sterven
[10] Toen de volledige losmaking van het lichaam een feit was en de oerelementen binnen de kluwen van de levensnevel door de daarna intredende rust weer inzagen dat zij bij elkaar hoorden, splitsten zich weldra de voorheen in elkaar geschoven kluwens, waarvan de grote de oerelementen van de ziel van de weduwe en de kleinste die van de dochter bevatte. Door het steeds verder tot rust komen herkenden de oerelementen van beide zielen zich ook steeds meer en verenigden zich, zodat er voor jou in de ballonnen meteen een diersoort van een hogere orde zichtbaar werd.
[11] Toen zowel in de levenskluwen als in zijn innerlijke vorm nog meer rust kwam, gingen de vroegere zielsvormen nog inniger samen en gingen in twee vrouwelijke adelaars over. Al gauw zag je een zwerm eksters de ballonnen lastig vallen; dat waren de geesten van de uitstralende levenssfeer die zich nu ook met de beide zielen moesten verenigen. Toen dit op voor jou zichtbare en passende wijze gebeurde, zag je meteen twee koeien verschijnen. Dat ligt al dicht bij de mens, alleen mankeert er nog iets oerelementairs aan.
[12] De beide mannenzielen, die vroeger mannen van de weduwe waren, onderkennen dit tekort en brengen dit volgens de goede orde. Zo komt er een nieuw leven in de gestalten van de koeien, alles wordt door elkaar gemengd, daardoor ontstaat een nieuwe organische structuur, en weldra ontstaan daaruit twee volmaakte mensengestalten. Deze worden nu door de aanwezige mannenzielen liefdevol begroet en deze liefde vormt meteen de juiste oerstof voor de overeenkomstige kleding, en zo worden de eerst zo schamele zielen weer voor altijd volledige mensenvormen, begiftigd met de nodige kennis, hetgeen duidelijk te zien is aan het feit, dat zij in westelijke richting vertrekken.
[13] De stem die dank zei en die jij, Mathaël, op het laatst gehoord hebt, was weer van dezelfde beschermgeest die jou ongeveer twee jaar eerder het juiste geneesmiddel voor die ziekte noemde. De geest was zich echter bewust van de grote moeilijkheid om van een rechtstreekse anti-orde een echte en hemelse orde te maken; want ook daar kan men met weinig gif zeer veel balsem vergiftigen, maar met weinig balsem kan men veel gif vrijwel niet in een heilzame balsem veranderen. Slechts bij God is alles mogelijk, en daarom sprak de beschermgeest op het eind zijn dank uit aan God de Heer!
[14] Begrijpen jullie dit nu allemaal goed? Als iemand iets nog niet begrijpt laat hij dat dan vragen en het zal hem uitgelegd worden!"
«« 159 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.