Honger naar geestelijk voedsel.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 224 / 263 »»
[1] (DE HEER:) "De gewone, wereldse mens kan zich van de ware en hoogste levenswaarde evenwel niets voorstellen; want als voor zijn buik maar behoorlijk gezorgd is, wat zal hij zich dan druk maken over alle andere belangrijke dingen van het leven?! Hij heeft toch in overvloed te eten, en ook te drinken als hij dorst heeft, hij heeft een mooie, gerieflijke woning, een zacht bed, mooie kleren en nog een aantal andere geneugten van het leven, en hij heeft ook geen gebrek aan mooie en aantrekkelijke meisjes en andere genoegens! Wat zou zo'n overweldiger van de aardse goederen dan nog missen?!
[2] Arme drommels moesten natuurlijk wel hun toevlucht nemen tot allerlei wijsheid en kennis die hun altijd hongerige verbeelding hun verschafte, om daarmee hier en daar een rijk man voor zich te winnen, van hem te leven en hem daarvoor iets wijs te maken; maar de enige waarheid die daarin te vinden is, is de nood van de hongerige wijze en de traagheid van zijn handen, en dat hij daarom liever zijn hongerige maag vult door het gebruik van zijn moeiteloze inbeelding en fantasie over de een of andere god en over het eeuwige leven van de mensenziel, dan door het gebruik van zijn handen, wat meer moeite kost!
[3] Kijk en bepaal aan de hand van dit levensgetrouwe beeld of een mens, die met aardse levensgoederen rijkelijk bedeeld is, iets te kort komt! Wat maalt hij om die buitengewoon belangrijke zelfkennis, zonder welke een ware kennis van God ondenkbaar is? Zal hij datgene, wat toch beslist het voornaamste is dat hem ontbreekt, ooit gaan zoeken? Heel zeker niet, want hij lijdt geen honger en geen dorst, hetgeen toch de veronderstelde aansporingen zijn waardoor de arbeidsschuwe arme drommels tot wijsheid en kennis worden aangezet!
[4] Hoe zou hij dan anders kunnen ontdekken wat hem voor het ware leven ontbreekt? Alleen honger en dorst zijn -volgens de mening van de goedverzorgde zwelger -de enige beweegredenen om iets te gaan doen; wie dus honger noch dorst te lijden heeft, behoeft helemaal niet naar de een of andere wijsheid op zoek te gaan! Kortom, wie volgens zijn mening niets mist, ziet ook nergens naar uit, en waarom zou iemand die niets verloren heeft, gaan zoeken alsof hij wat verloren had?!
[5] Zo is het ook met een gegeven les. Wie denkt dat hij deze helemaal begrijpt, zal er verder geen vragen over stellen. De verzadigde vraagt geen voedsel meer; als hij weer honger krijgt, zal hij natuurlijk weer op voedsel uitgaan. Maar wat zal hij doen als de kok er niet is? Zal hij voor zichzelf wel iets klaar kunnen maken?
[6] Zoeken jullie dus allen naar voedsel zolang de kok nog bij jullie is! Als hij daarheen weer terug zal keren vanwaar hij is gekomen, zullen velen beginnen naar het juiste voedsel te zoeken, maar dan zal het moeilijk worden het te krijgen.
[7] Velen van jullie die nu bij Mij zijn, zijn aards goed bedeeld en bezitten een overmaat aan aardse schatten, en streven nu met alle ijver naar de geestelijke schatten, die niet uit de aardse goudmijnen gedolven worden! Zij vallen jullie nu overvloedig ten deel, -alleen moeten jullie niet denken dat een duidelijk inzicht afhankelijk is van de hoeveelheid.
[8] leder door Mij tegen jullie gesproken woord begrijpen jullie wel voor zover jullie dat als mensen kunnen begrijpen; maar alles wat daarin in eindeloze overvloed verborgen ligt, kunnen jullie nog lang niet bevatten! Jullie vragen er ook niet naar, omdat je niet ziet wat je niet begrijpt! Maar waarom zien jullie dat niet, en waarom heeft Oubratouvishar aan jullie gezien dat jullie Mijn uitleg niet volledig begrepen hebben? Omdat zijn uitstralende levensether, die de oervolmaaktheid het dichtst benadert, die van jullie, die nog tamelijk onvolmaakt is, heel gemakkelijk aanvoelt, zoals je zelfs in de donkerste nacht, als je iemands hoofd met je handen betast, waar kunt nemen of hij veel haar heeft of dat hij kaalhoofdig is!
[9] Jullie gevoel begint, omdat jullie maar een zeer zwakke uitstralende levenssfeer hebben, waar je lichaam begint; daarbuiten heeft jullie ziel nog geen greintje gevoel!"
«« 224 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.