Op het juiste moment wonderen doen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 248 / 263 »»
[1] (DE HEER:) "Mathaël, jou is nu alles duidelijk, dat wil zeggen in zoverre een mensenziel alles duidelijk kan zijn zolang zij nog niet volledig één is geworden met haar geest; laat daarom je licht dan ook voor al je broeders schijnen! Wek echter in jezelf ook het geloof op in de kracht van Mijn naam; want alleen in Mijn naam zul je als dit noodzakelijk is ook tekenen kunnen doen voor de mensen, om bij hen een begin van geloof in Mij op te wekken!
[2] Want wie Mijn woord aan de mensen predikt, maar door de macht daarvan niets kan teweegbrengen, is nog een zwakke dienaar van Degene, Die hem gezonden heeft om aan de volkeren der aarde het nieuwe Woord van al het leven uit de hemelen te brengen.
[3] Ik wil daarmee echter niet zeggen, dat een goede apostel van Mijn leer steeds en altijd aan de mensen moet laten zien wat hij kan, om daardoor Mijn leer bij de volkeren der aarde ingang te doen vinden. Nee, dat is helemaal niet de bedoeling, want de waarheid moet voor zichzelf spreken en waar zij niet begrepen wordt, moet een nadere uitleg volgen, en dat zolang tot de waarheid als zodanig begrepen wordt! Maar toch komen er juist bij de uitleg gevallen voor waar de uitleg alleen, vooral bij nog zeer ruwe en onbehouwen volkeren, niet voldoende is; ,daar is het dan zeer noodzakelijk ook door een sober teken de uitleg zelf in een helderder licht te plaatsen.
[4] Maar een gegeven of nog te geven teken moet nooit te verblindend of te overdonderend zijn, waardoor de mensen in grote angst en vrees en daardoor ook in een hen dwingend gericht terecht kunnen komen; want daardoor zou voor de eigen, vrije ontwikkeling van de ziel vanuit zichzelf weinig of niets gewonnen zijn.
[5] Een effectief teken moet daarom ten eerste altijd zodanig zijn, dat het uit een bijzondere weldaad bestaat, en dat het gebeurt op een wijze alsof het een gevolg is van het geloof van degene aan wie de buitengewone weldaad bewezen werd, en ten tweede moet het teken nooit zo ver van het natuurlijke afstaan, dat ook een zogenaamde geleerde geen mogelijkheid meer zou hebben het langs natuurlijke weg te verklaren! Bij de zogenaamde verlichte, wereldse mensen moet het teken wel verbazing opwekken, maar nooit tot een volledig geloven leiden, want zij hebben toch reeds voldoende begripsvermogen om ook zonder teken een waarheid heel goed als zodanig te herkennen.
[6] In deze tijd van magiërs en tovenaars kunnen de tekenen echter al tamelijk sterk en overtuigend gebracht worden, want waar je nu ook maar een teken zult doen, hebben de mensen tevoren wel honderd goochelkunsten door Perzische en Egyptische magiërs zien opvoeren en daarom maakt een door ons gedaan teken nu juist geen bijzondere indruk op de wereldse geleerden. Bovendien worden we ook aan alle kanten door de Essenen omringd, die voor het blinde volk zonder veel moeite allerlei tekenen doen om het mettertijd helemaal voor zich te winnen. En zodoende brengen nu onze grotere en wonderbaarlijker zijnde tekenen het volk in het algemeen op z 'n minst tot verbazing, ook al wordt het er niet volledig door overtuigd, en dat is precies de juiste maat, en het zou geen zegen voor het volk zijn als wij met de tekenen nog groter opzien zouden baren.
[7] Als Ik alle zieken genees, ja zelfs doden opwek, baart dat bij het volk, in vergelijking tot de Essenen, geen al te groot opzien, -wel bezorgt het de tempelheren de grootst mogelijke ergernis, maar die hebben ook de orde der Essenen, die hen dwarsboomt, reeds lang naar de duivel gewenst. Want sinds deze orde zich ook in Judea laat gelden, verdienen de Farizeeën helemaal niets meer aan hun wonderkuren, en dat komt allemaal door de sluwe wijze waarop de Essenen doden opwekken, een geheim dat wij heel goed kennen, maar de Farizeeën totaalonbekend is.
[8] Er zit echter ook een grappige kant aan omdat Ik bepaaldelijk koren op de molen van de Essenen ben, en jullie zullen nog beleven dat men tegen jullie zal zeggen dat ook Ik een leerling uit de school van deze orde ben en nu werk voor de uitbreiding van deze orde, die nu zelf van mening is dat zij weldra moreel de hele wereld zal beheersen. Deze orde is daarom voorlopig niet tegen ons en zij dient ons ook zonder ons eigenlijk te willen dienen; want zij verzacht voor het volk onze tekenen het meest, zodat daarnaast voor de mensen nog steeds een grote, vrije speelruimte overblijft voor hun gedachten en allerhande meningen. Anders zouden wij met onze tekenen waarschijnlijk niet zoveel bereiken!
[9] Maar Ik heb al die zaken voor deze tijd zo voorzien, en alles zo laten ontstaan en worden dat wij nu daarnaast heel gemakkelijk en door niets gestoord, zoveel mogelijk kunnen doen voor het ware, vrije heil van de mensen, zonder iemand door onze daden de waarheid nadrukkelijk op te dringen. Voor deze tijd zijn daarom voor de oppervlakkige toeschouwer onze krachtige tekenen niet bijzonder opzienbarend. Alleen degene die zich meer in ons verdiept, zal tussen de door Mij gedane tekenen en die van de magiërs der Essenen natuurlijk al meteen een onnoemelijk groot verschil ontdekken. Maar hem zal deze kennis ook geen schade aan zijn ziel toebrengen, omdat hij reeds de waarheid moet hebben leren kennen voor hij in staat was een juist onderscheid tussen de tekenen van Mij en die van de Essenen te ontdekken. Hij is zodoende reeds rein, en voor de reine is dan alles rein."
«« 248 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.