Roclus windt zich op over Stahars geestelijke blindheid

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 103 / 276 »»
[1] (ROCLUS:) 'Pas hier leerde ik weer een ware God in een volmaakt, goed en hoogst wijs mens kennen, en Hij alleen is het en buiten Hem geen enkele meer; want in Hem alleen vind ik al die eigenschappen verenigd die een God volgens het oordeel van het zuivere verstand moet hebben, omdat Hij anders onmogelijk een God kan zijn. Als heiden en voormalig atheïst zag en zie ik dat nu in mijzelf volkomen in, en ik ben er helemaal van overtuigd, - en dan wil deze oude, strenge joodse dienaar Gods dat niet inzien! En waarom ziet hij dat niet in? Omdat hij nog nooit de waarheid heeft gezocht en nog minder ooit de ware God!
[2] Ik heb bijna de halve aarde afgereisd om de waarheid en een mogelijk ware God te vinden; maar al mijn grote offers waren tevergeefs! Ik gaf al het zoeken verder op en wierp me in de armen van de wereldse wijsheid en vond daar met mijn heroïsche geest al spoedig voldoening in, en vond ook zoveel innerlijk, zeer waardevol licht door de geschriften van Socrates, Plato en Aristoteles, dat ik daardoor begon te ontdekken dat een mens pas door innerlijke liefde en wijsheid een transcendentaal leven kan opbouwen, dat dan niet meer zo gemakkelijk vernietigd kan worden als het leven van het door en door vergankelijke vlees.
[3] Hier uit de mond van de Heer van alle leven vernam ik diezelfde leer, maar nu met het helderste levenslicht door en door verlicht! De Heer Zelf kwam mij dus, nadat ik zo lang tevergeefs had gezocht, tegemoet en gaf me daarmee hier vlak in de nabijheid van mijn eigenlijke geboortestreek alles, wat ik zo lang tevergeefs in heel de wereld onder veeloffers en inspanningen gezocht heb.
[4] En als ik hier de eeuwige en meest levende waarheid zo snel heb kunnen vinden en als zodanig herkennen, waarom deze oude joodse dienaar Gods dan niet? Omdat hij, zoals ik niet alleen uit het gesprek van de beide met elkaar wandelende Farizeeën, maar ook bij duizend anderen maar al te duidelijk heb gehoord, nog nooit naar waarheid heeft gezocht voor zichzelf, en hoeveel te minder voor iemand anders!
[5] Hij was om de meest zelfzuchtige en heerszuchtige redenen immers altijd slechts de grootste vijand van alle waarheid en ieder onderricht aan het volk, en kwam nu ook hierheen en bevond zich meteen in een ware oceaan van hoogste en diepste waarheden. Zijn huid kon zich er onmogelijk tegen verzetten; maar zijn geest, die nu door de wijn een beetje uit zijn oude lethargie is wakker geworden, laat ons nu allen helder en duidelijk zien dat hij in zijn hart nog een zeer verstokte Farizeeër is!
[6] Inderdaad al een oude kromgegroeide boom, die moeilijker recht te buigen is dan een jonge; maar bij hem zal ook het langzaam en zeer voorzichtig rechtbuigen waarschijnlijk wel een totaal vergeefs werk zijn! Hiermee wil ik niet ontkennen wat jij zei, mijn beste vriend Floran, dat namelijk ook deze oude kromme stam uiteindelijk een rechte wordt! Maar van wijn zal hij zich steevast moeten onthouden, anders zal er van het rechtbuigen van zijn aartsjodenstam niet veel terechtkomen!"
«« 103 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.