De onbegrijpelijke wegen van de Voorzienigheid. Waarom Stahar ten aanzien van de heer twijfelde

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 105 / 276 »»
[1] (STAHAR:) 'Zo zoekt bijvoorbeeld een jonge man een bruid. Hij klopt hier en daar aan en krijgt de ene afwijzing na de andere. Hij wordt daar heel kwaad om en zegt: 'Nee, nu heb ik er genoeg van! Ik blijf ongetrouwd en zal mijn huishouden zo goed als dat mogelijk is zelf voeren! ' En nu hij er serieus van afziet om een bruid te zoeken, komt de zaak er al gauw heel anders voor te staan! Nu komen er tientallen bruiden, aan iedere vinger tien als hij ze maar kon onderhouden! Ja, waarom dan nu en niet vroeger, toen hij de bruiden zocht?
[2] Een derde gaat vissen, juist als het hard nodig is omdat hij vis voor de markt moet hebben. Hij slooft zich een hele nacht uit, ruim voorzien van alle knepen en andere kunstgrepen voor het vissen, en zijn netten blijven leeg. 's Morgens geeft hij zijn hele visserij totaal mismoedig op, werpt echter zijn netten puur voor de grap toch nog een keer uit, en wel in de volle overtuiging dat hij geen enkele vis zal vangen. En kijk, de uitgeworpen netten beginnen te scheuren enkel door het grote aantal mooie en edele vissen dat hij vangt. Ja, waarom dan nu opeens zoveel -en daarvóór gedurende de hele nacht niets?
[3] Zo smachtten de mensen ook ettelijke duizenden jaren onder het juk van de dikste duisternis van allerlei bijgeloof. Duizend maal duizenden zochten het echte, ware levenslicht. Maar wat vonden ze? Precies datgene wat wij beiden tot op heden gevonden hebben, namelijk -niets! Wat restte tenslotte jou en mij en zo ook vele duizenden? Niets anders dan heel tactisch mooi vast te houden aan wat we hadden en wat we ons door allerlei ervaringen eigen hadden gemaakt! Nu, aan het eind van ons aardse leven hebben we niets meer gezocht, en zie, als bij toverslag is de poort van het oude godslicht opengegaan en wij ademen nu stromen licht in! Waarom dan nu en waarom vroeger niet? -Zie, zo gaat het in de wereld en zo wil de Heer het kennelijk! En waarom het juist zo en niet anders is en kan zijn, dat zal de Heer ook geheel alleen weten!
[4] Daarginds aan de tafel bij de Heer zitten Zijn voornaamste leerlingen. Wie zijn dat dan? Ik ken ze allemaal! Het zijn vissers, nauwelijks een paar van hen kunnen lezen en schrijven, -verder eerlijke en ijverige mensen! Van hen had er zeker geen, zoals wij beiden, hogere en diepere levenswaarheid gezocht, -en zie, zij hebben een licht gekregen eerder dan wij die ons hele leven lang hebben gezocht! Geloof me, onze namen zullen ondergaan als het licht van een vallende ster en als dat van een bliksem; maar hun licht en hun namen zullen schitteren tot aan het eind aller tijden en gedurende de eeuwigheid! -Wie is er nu beter aan toe, iemand die verder als een heel eerlijk mens op aarde heeft geleefd en gehandeld, of iemand die zijn hele leven heeft gewijd aan onderzoek naar de innerlijke, diepe levenswaarheden?
[5] De huisorde van de Heer is en blijft voor de sterfelijke mens altijd een onoplosbaar raadsel. Maar wat kan de machteloze mens anders doen dan de zaak met alle geduld zo nemen als hij komt; want door ons kan hierin niets bepaald en veranderd worden! Of kunnen wij nu of ooit eerder gezorgd hebben, dat wij nu zo toevallig als maar mogelijk is het allerkolossaalste en intensiefste levenslicht bereikt hebben? We zochten lang genoeg met alle lantaarns om ons van een ware God tenminste zoveel begrip te verschaffen, dat we met volle overtuiging aan hadden kunnen nemen dat er een God moet zijn die alles leidt en beheerst. Maar tevergeefs!
[6] Wat wij zochten, verdween steeds verder in het niets en wij stonden toen, volkomen naar waarheid, spoedig geheel zonder een God op de uitgestrekte aarde. Jij werd een Esseen en als zodanig een magiër in optima forma* (* in beste vorm) Ik daarentegen bleef uiterlijk gezien een overtuigde Farizeeër en verrichtte als zodanig flinke wonderen van schijnbare vroomheid voor het blinde volk. En zo leefden wij beiden nu geruime tijd heel onschuldig verder .
[7] De weg hierheen naar de oude visser Marcus zijn wij beiden voor ons plezier heel vaak gegaan. Hebben wij echter ooit ook maar het minste Voorteken waargenomen dat voor ons beiden hier eenmaal het grootste levenslicht zou opgaan, dat wij juist hier de enig ware God, van wie wij niet één keer ondanks alle zoeken ooit enig begrip konden krijgen, niet alleen begripsmatig, maar -incredibile dictu** (** ongelooflijk om te zeggen) - zelfs volkomen persoonlijk zouden leren kennen, en dat op een manier die niet de minste twijfel laat bestaan? Kijk, zo gaat het met alle dingen vanuit God! Als men eigenlijk helemaal niets meer zoekt, dan vindt men vaak duizendmaal meer dan men gezocht heeft! ...
[8] Je hebt je weliswaar daarstraks aan mij gestoord toen ik bepaalde uitlatingen deed die de Godheid van de Heer, waar absoluut niet aan te twijfelen valt, in twijfel trokken. Heimelijk beviel jouw ernst mij, en als het menens was geweest met mijn voorgewende twijfel, -geloof me, dan had ik je ook wel van repliek gediend! Maar heimelijk verheugde ik me echt over jou; want ik dacht bij mezelf: ' Als je wist, waarom Ik nu eigenlijk precies mijn twijfels naar voren bracht, dan had jouw hart moeten jubelen! Het verbaasde mij alleen, dat je daarbij de vrolijke gelijkmoedigheid van de Heer over het hoofd hebt gezien, en dat je de ware diepgang van de woorden die Raphaël tot jou richtte niet geheel vatte. Daarom zeg ik je nu nogmaals, dat de vele ervaringen die ik heb opgedaan van grote waarde zijn! Vriend, wie Albions (Engelands de Uitg.) kusten heeft gezien, heeft beslist heel wat ervaren!
[9] Als jij twintig vrienden uitkiest waarvan is gebleken dat ze goed en oprecht zijn, dan kun je er op rekenen dat er zich onder hen beslist een verrader bevindt, die bij de eerste de beste gelegenheid een schurk kan zijn! Ik sta hier aan het hoofd van negenenveertig collega's, kun jij dan met zekerheid aannemen dat er niet één bij is die met twee tongen praat?! Maar sapienti pauca* (* Een wijze heeft maar een half woord nodig), -je begrijpt me hopelijk; want men kan er nog altijd beter niet te hard over praten! Dat was ook de reden dat ik van tafel opstond om een eindje verderop iets vrijer een paar woorden met jou te kunnen wisselen. Op mijn vriend Floran kun je bouwen, dat klopt, maar dan blijven er nog achtenveertig over; en het is zeer noodzakelijk dat we ons er van te voren volledig van vergewissen hoe ze er innerlijk over denken voordat we met hen een geheel nieuw veld gaan bebouwen!
[10] Jij was een volslagen atheïst, ik niet minder! Maar sommigen van de~e negenenveertig collega's waren daar altijd te dom voor; die geloofden in het overduidelijke bedrog van de tempel. Daarom kunnen het alleen maar bijgelovige, oerdomme fanatici zijn! En geloof me dat zulke mensen altijd gevaarlijker zijn voor ons, ware mensen, dan een hele kudde leeuwen! Daarom is het hier zeker op z'n plaats om op onopvallende manier je verstand te gebruiken. En zie, dat ik schijnbaar tegen de Heer in opstand kwam, heeft goed gewerkt! De meesten gaven mij ongelijk en zijn het eens met de wijze Floran; er zouden er nog slechts een paar kunnen zijn die eerder op mijn hand zijn dan op die van Floran. Maar zelfs die menen, dat ik mogelijkerwijs misschien toch wel een beetje te ver ben gegaan!En, beste vriend Roclus, oordeel nu naar eer en geweten, ten eerste of ik juist gehandeld heb, en ten tweede of ik net als Floran jouw vriendschap waard ben!'
«« 105 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.