Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 49 / 276 »»
[1] RAPHAËL zegt:"Beste vriend, ik moetje openlijk bekennen dat het echt niet gemakkelijk is om met jou te praten; want jij gaat nu eenmaal van het principe uit, dat ieder middel geheiligd is alleen al door de bedoeling en het doel, en ik kan je daar onmogelijk iets anders op zeggen dan dat je je ondanks al je goede wil en je scherpe verstand op een dwaalspoor bevindt en dat jij van alles wat ik je gezegd heb, met al je verstand hoe helder dat ook is, zeker nog bijna niets hebt begrepen!
[2] Jij ziet alleen aardse voordelen en het aardse geluk van de mensen, omdat je van de geestelijke verhoudingen eigenlijk nog totaal geen notie hebt.
[3] Men kan een mens op deze aarde wel heel gelukkig maken door allerlei misleidingen; maar daarmee heeft men hem voor zijn ziel en voor zijn geest helemaal niets goeds, doch maar al te vaak, serieus iets zeer slechts bewezen.
[4] Je hebt me een paar voorbeelden uit je leven verteld en tegen het eerste heb ik inderdaad geen bezwaar; want de behandeling van de zieke vrouw was in feite geen bedrog, maar enkel iets verstandigs.
[5] Als bedrog geldt voor God iedere verborgen handeling en verleiding van mensen, waardoor zij onvermijdelijk fysieke en morele schade moeten oplopen. Als je echter een toespraak, iets aantrekkelijks of een daad alleen maar verhult om je broeder op deze wijze onmiskenbaar fysiek en moreel te helpen, omdat hij vaak met allerlei zwakheden behept is waarmee op een openlijke manier maar moeilijk of ook helemaal niets te beginnen valt dan is dat alleen maar goed en verstandig en zeer aan te bevelen, en absoluut geen bedrog.
[6] Als je met een handeling, toespraak of verlokking altijd een waarachtig edele bedoeling verbindt, dan heb je enkel iets verstandigs gedaan, waarvoor je de beloning uit de hemelen niet onthouden zal worden. En onder deze categorie valt je eerste voorbeeld; want met deze verstandige daad heb je absoluut niets anders willen bereiken dan datgene waarvan jij inzag, dat het voor de zieke vrouw volkomen goed en nuttig was.
[7] Maar je tweede voorbeeld is van geheel andere aard, ofschoon ook dit eenzelfde goedmoedig karakter lijkt te hebben. Daarmee is voor de verre toekomst aan de mensheid een vals bewijs geleverd voor het vermogen van jullie klooster om wonderen te verrichten, waardoor het niet kan uitblijven dat deze inrichting, wegens de algemene blindheid van de mensen, alle goudbronnen van de hele aarde voor zichzelf opent en over niet al te lange tijd in het bezit komt van reusachtige rijkdommen.
[8] Maar wat doet aardse rijkdom, wat brengt ze altijd teweeg? Ze maakt de mensen hovaardig en heerszuchtig, en brengt hardvochtigheid voort, liefdeloosheid en de smerigste hoogmoed, en daardoor ook verachting, haat en vervolging van de medemensen.
[9] Je hebt je immers al tegenover Cyrenius behoorlijk negatief uitgelaten over alle priesters, en uit de doeken gedaan hoe ze als plaatsvervangers van een god de geestelijk arme mensheid maar al te vaak op de meest onmenselijke manier kwellen, hen voor zich laten werken en zelf niets anders doen dan zich overgeven aan de allerergste ledigheid, terwijl ze intussen wel de blinde mensheid met geestelijke en lichamelijke folteringen dwingen om voor hen te leven, te werken en te sterven! Je hebt deze levensomstandigheden flink onder de aandacht gebracht en de schandelijkheid ervan duidelijk aan het licht gebracht.
[10] Ik zeg je nu echter onverbloemd, dat alle nu nog overal bestaande priestergemeenschappen op veel zuiverder basis staan dan jullie klooster; want hun fundament was vaste en zuivere, goddelijke waarheid uit de hemelen, maar deze werd door de mensen zoveel geweld aangedaan, dat er nu bijna niets anders meer te zien valt dan leugen en allerhande bedrog. Wat kan er dan wel van jullie instituut terechtkomen dat nu al principieel op niets anders gebouwd is dan op pure leugen en bedrog?!
[11] Denk je soms dat jullie opvolgers zich steeds strikt aan jullie huidige opgestelde normen zullen houden? Over vijftig jaar al zal daaraan alles een heel ander gezicht krijgen! Het bedrog en allerlei toverkunsten zullen nog vermeerderd en verfijnd worden. Jullie zullen je ook wagen aan het weer tot leven wekken van oude personen, wat in sommige gevallen beter, in andere gevallen minder goed zal lukken.
[12] Jullie zullen op het verraden van jullie geheimen de meest gruwelijke en onverbiddelijke straffen stellen; ja, jullie zullen zelfs de vraag, hoe het een of andere wonderwerk van jullie mogelijk is, strafbaar verklaren! Jullie uitspraak zal zijn: 'Volk, je hoeft nergens een vraag over te stellen; jouw zaak is het slechts om onvoorwaardelijk te geloven! Mankeer je iets, kom dan, en je zult geholpen worden in ruil voor een volgens de voorschriften betaald offer! Over al het andere hoefje je eeuwig nooit zorgen te maken!'
[13] Daardoor zullen mensen met een weetgierige inborst echter heimelijk boos worden, allerlei onderzoekingen verrichten en van buiten af achter jullie geheimen komen. Dat zal jullie heimelijk met woede vervullen en aan degenen die zich aan jullie heiligdom vergrijpen, zal de meest vreselijke wraak gezworen worden en indien mogelijk zal deze ook nietsontziend volledig ten uitvoer worden gebracht:'
«« 49 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.