Over juiste en onjuiste ijver

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 77 / 276 »»
[1] ROCLUS zegt: 'Ja Heer en Meester over alle wezens en dingen, doordat U zo genadig bent om deze dingen uit te leggen, staat dit nu voor mij natuurlijk allemaal in een ander licht en menig raadsel dat ik vroeger niet kon oplossen, is me nu volledig duidelijk! Ja, nu begin ik ook een beetje te begrijpen wat een mens eigenlijk is, en wat hij in deze wereld te zoeken heeft en na moet streven en volgens Uw woord ook kan bereiken en eigenlijk moet bereiken! Ja, om zich aan Uw geboden te houden en letterlijk Uw wil te vervullen, is nu natuurlijk iets dat zeer gelukkig maakt en heel eenvoudig is; want nu ziet men overduidelijk wat men van U uiteraard krijgt! Want als ik een plaats, hoe ver ook verwijderd, voor me zie en zo rechtstreeks mogelijk naar deze plaats toeloop, dan moet ik hem tenslotte toch eens bereiken!
[2] Ik kan nu niets anders doen dan U vanuit al mijn levenskrachten danken voor alle moeite die U voor mij gedaan hebt en U verzekeren, dat ik een gewetensvolle leerling van U zal zijn en blijven. Ik geef U ook de volledige verzekering, dat ik alles in het werk zal stellen om ons instituut te reinigen van alle oude wereldse leugenachtige slakken, en daar zal in het vervolg niets meer ondernomen worden dan alleen datgene, wat zich laat verenigen met Uw leer, o Heer en Meester!
[3] Nu al voel ik een kracht in mij die ik tevoren nooit heb gevoeld, waarvoor in het vaste vertrouwen op U alle bergen moeten wijken en waardoor alle doden uit hun graf zouden moeten opstaan! Hoe zal het daarna dan wel niet zijn als mijn toekomstig leven geheel Uw wil zal zijn, en tot welke kracht zal ons instituut komen als allen die daaraan verbonden zijn één zullen zijn wat hun instelling en hun wil betreft?!
[4] Daarom moeten we nu geen tijd meer verliezen! Kom aan, laten we allen aan het werk gaan voor deze nieuwe taak vanuit God! Wie aarzelt, begaat een grove zonde tegen het heil van de mensheid van de hele aarde'
[5] IK zeg: 'Je huidige enthousiasme is wel op zijn plaats en je zult datgene wat je je nu hebt voorgenomen, ook doorzetten; maar je huidige vuur is te vergelijken met een strovuur, waarbij ook meteen geweldige vlammen oplaaien zodat men denkt: als dat zo doorgaat, staat over enkele ogenblikken al meteen de hele aardbodem in brand! Maar na enkele ogenblikken houdt het grote strovuur op en naderhand kan men nog amper zien waar de luchtige, grote hoop stro werd verbrand!
[6] Een juiste ijver ontwikkelt zich als het licht en de warmte van de opgaande zon. Als het licht en de warmte van de zon meteen 's ochtends met een Afrikaanse middaggloed zou komen opzetten, dan zou deze een vernietigende uitwerking hebben op planten en dieren, wat iedere goede en ervaren boer al aan het zogenaamde zonneblikken kan zien.
[7] Van een zonneblik is sprake, als tijdens een onweer het firmament dicht met regenwolken is bedekt en het ook al regent maar opeens, als aarde en vruchten al een beetje zijn afgekoeld, het wolkendek opensplijt tengevolge van een bepaalde luchtstroming, en licht en warmte van de zon plotseling op planten en bomen en op allerlei kwetsbare diertjes valt; en kijk, de schade die dan aangericht wordt is groter dan wanneer het een uur lang flink gehageld zou hebben! -Ik wil je met dit voorbeeld alleen op een praktische manier laten zien hoe, als het ware, misplaatste ijver veel meer beschadigt dan goed doet.
[8] Daarom moet je nu ook niet in jullie instituut opeens alle oude en half vergane bomen tegelijk willen omhakken, maar met redelijke ijver als het ware ongemerkt, zo stukje bij beetje, en dan zul je pas de ware zegen in je instituut verspreiden! Maar in één klap, mijn vriend, gaat dat niet! Verder is het ook nodig, dat jullie onder elkaar nog heel wat gesprekken voeren en dat er daarna bewijzen worden gegeven van de nieuwe wonderwerken in Mijn naam! En pas als op die manier allen, en niet alleen jij, in dit nieuwe licht zijn ingeleid, kan al het oude met succes verwijderd worden.
[9] Als een echt wijze boer merkt dat er onkruid tussen de zuivere tarwe opkomt, laat hij het groeien tot aan de oogst. Bij het maaien laat hij het onkruid pas van de tarwe scheiden en daardoor blijft zijn tarwe gezond; het onkruid wordt gedroogd en verbrand op de akker en dient als mest voor de grond. Zie, dat noem Ikzelf wijs en waarachtig gehandeld!
[10] Geloof Me, dat Ik met heel Jeruzalem en al zijn Farizeeën even snel af zou kunnen rekenen als tevoren met die rots in de zee; maar zo'n ijver zou Me slechte vruchten afwerpen! Daardoor zouden dan allen die zouden horen dat Ik door Mijn goddelijke almacht zo'n verwoesting aangericht heb, wel voor Mij gewonnen zijn, maar beslist niet door innerlijke overtuiging, maar langs de weg van het eigen gericht. Uit vrees en schroom zou niemand zich meer durven te roeren; iedereen zou als een machine datgene doen wat Ik van hem zou verlangen!
[11] Zou dat dan echter de vrije wil tot ontwikkeling brengen als zijnde het hoogste goed van iedere mensenziel, en de wil verheffen tot de hoogste kracht van de goddelijke, volkomen vrije wil, waarin alleen het allerhoogste levensgeluk bestaat en kan bestaan?!'
«« 77 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.