De zelfbeschikking van de ziel

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 98 / 276 »»
[1] (RAPHAËL:) 'En als de Heer de mens al voor de uiterlijke levensbehoeften zelf laat zorgen om de ziel te oefenen in zelfkennis en eigen activiteit, hoeveel te meer is dat dan voor de ziel zelf noodzakelijk!
[2] Zelfs in de zielen van dieren is een drang (instinct) geplant die geheel aan hen zelf is gegeven, volgens welke zij, en wel ieder op zijn eigen manier plegen te handelen. Het zou helemaal onjuist zijn om aan te nemen, dat deze schijnbaar spraak en verstandloze schepselen hun handelingen verrichten als machines die door een kracht van buitenaf in werking worden gezet. Als dat het geval was, dan zou zelfs het allerbeste huisdier nog niet voor het meest eenvoudige werk afgericht kunnen worden en zou het zeker geen gehoor geven aan de mens, als deze hem roept.
[3] En omdat ook ieder dier een eigen ziel heeft die in zichzelf een besloten levenskracht bezit, van waaruit de ziel van het dier volgens haar eigen willekeur het organisme van haar lichaam in beweging zet, kan een dier ook op verschillende manieren afgericht worden. Een wezen dat puur van buitenaf tot leven gebracht wordt, heeft geen geheugen en ook niet een soort beoordelingsvermogen. Zijn hele leven is mechanisch en wat hij wil is zo afgemeten en onvrij, dat er absoluut geen sprake kan zijn van een veredeling door een bepaald soort onderricht; dit kan dan ook alleen maar op mechanische wijze van buitenaf plaatsvinden.
[4] Je kunt een boom duizend jaar lang zeggen, dat hij zo en zo moet staan en edeler vruchten moet voortbrengen, -dat zal allemaal tevergeefs zijn! Je zult dan gebruik moeten maken van mes en zaag, je moet takken van de wilde stam verwijderen, de romp voorzichtig splijten, daar edelere jonge takken in steken en deze dan goed met de wilde, gespleten rompen verbinden, dan zal de op zo'n manier dus puur mechanisch veredelde boom je mettertijd ook edelere vruchten opleveren!
[5] Het dier echter kun je al door woorden en bepaalde handgrepen africhten, dan zal het je bij een gelegenheid waarin dat noodzakelijk is van dienst zijn en zich helemaal naar jouw wil richten. En dit is een onmiskenbaar bewijs voor je dat dieren zelf ook een soort vrije wil hebben, zonder welke ze jou evenmin zouden kunnen gehoorzamen en dienen als een steen of een boom.
[6] Als dieren echter al zichtbaar een op zichzelf staande ziel bezitten met enige kennis en wilsvrijheid, waaraan volgens de hun eigen manier van leven zelfbeschikking is gegeven, hoeveel te meer en hoeveel uitgesprokener moet dat dan wel bij een mensenziel het geval zijn! Daar kan voorshands al helemaal geen sprake zijn van vreemde invloeden die op een of andere manier van buiten komen, niet van goede en nog minder van slechte.
[7] De ziel heeft immers zonder meer al alles wat ze maar enigszins nodig heeft voor de eerste levensopbloei. Als ze zich in zichzelf door haar hoogst eigen wilskracht en door de vrijwillige liefde tot God in een machtiger levenslicht heeft geplaatst, beseft ze ook spoedig wat haar nog allemaal ontbreekt, en ze zal er dan ook vrijwillig naar streven om met inspanning van al haar levenskrachten datgene te bereiken, waaraan het haar nu juist nog ontbreekt; de wegen en de middelen daartoe zullen haar dan wel goed duidelijk worden, en met haar hoogst eigen wil zal ze deze ook willen hebben en er naar grijpen en zich verrijken met de schatten van het steeds hogere, meer geestelijke en meer volmaakte leven.
[8] Wat de ziel zich dan eigen maakt langs deze weg, die een juiste weg is in overeenstemming met de orde van God, dat is en blijft haar dan volledig eigen, en geen tijd en geen eeuwigheid kan het haar meer afnemen. Maar wat de ziel nooit zelf door haar wil en door haar kennis heeft kunnen verkrijgen, zoals bijvoorbeeld het uiterlijke, organische lichaam en hiermee zo menig uiterlijk aards voordeel, dat kan ook niet blijvend van haar zijn maar het zal haar genomen worden zoals het haar gegeven werd.
[9] En als dat allemaal zo is, zoals de ervaring dit iedere dag aan ieder mens laat zien, dan kan er ook in de verste verte geen sprake zijn van boosaardig demonische gewelddadige krachten die aan de ziel trekken en haar bepalen; want alles hangt van de wil en het inzicht en uiteindelijk van de liefde van de ziel af. Zoals jij het wilt, inziet en liefhebt, zo geschiedt jou -en onmogelijk ooit anders!
[10] Als je het juiste van Gods orde wilt, inziet en liefhebt, dan zul je langs deze weg ook altijd tot de realiteit kunnen doordringen; als je echter wilt, inziet en liefhebt in strijd met deze orde waarin alleen realiteit en werkelijkheid geboden wordt, dan lijk je op iemand die wil oogsten van een akker waar nooit graan op werd gezaaid, en tenslotte moet je het alleen aan jezelf toeschrijven als je levensoogst nul is geworden. -Zeg me nu, of het voor jou duidelijk is!'
«« 98 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.