De sjacherjoden

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 139 / 248 »»
[1] Op deze middag bezocht Ik met de overste, de hoofdman en hun familieleden enkele arme joden, die in deze omgeving met van alles handel dreven en sjacherden, maar weinig verdienden, omdat de slimme Grieken hen overal vóór waren. De overste en de hoofdman gaven hun wat; maar Ik raadde hen aan naar huis te gaan en daar hun handen te gebruiken en met werk dat zij aankonden hun dagelijks brood te verdienen. Want in welk land iemand met weinig talenten geboren is, moet hij blijven en voor zichzelf en de zijnen voor een redelijk bestaan zorgen. Alleen mensen met vele, grote talenten behoren net als de zon de hele aarde toe, omdat hun geestelijk licht de levensweg van alle andere mensen moet verlichten.
[2] Toen merkte EEN JOOD op: 'Meester, waarom hebben wij dan van Jehova zo weinig talenten gekregen voor de reis door deze armzalige wereld? Had Hij ons ook niet flink wat talenten kunnen geven?'
[3] IK zei: O, ongetwijfeld; maar Hij weet het best wat er voor elk mens goed is, en daarom heeft Hij jullie ook precies zoveel talenten gegeven als jullie nodig hebben. Want door veel talenten wordt geen mens zalig, omdat zij geen menselijke verdienste, maar alleen Gods werk en verdienste zijn. Wie veel gekregen heeft, zal ook over veel rekenschap moeten afleggen; wie maar weinig gekregen heeft, zal ook slechts over weinig rekenschap behoeven af te leggen. Eenzelfde zonde zal bij rijk getalenteerden later op de weegschaal van de goddelijke gerechtigheid veel zwaarder wegen dan bij gering getalenteerden. Want wanneer een wetgever zelf tegen zijn wetten handelt, is dat stellig erger dan wanneer degene ertegen zondigt, aan wie de wet gegeven werd. Laat daarom niemand een mens benijden aan wie God veel grote talenten geschonken heeft; want zo iemand zal op aarde altijd ook heel veel moeten verduren. Wees daarom blij dat jullie door God maar met weinig talenten gezegend zijn!'
[4] Toen DE JOOD dat hoorde, zei hij: 'Meester, u heeft heel wijs en juist gesproken, en zo is het ook; maar ik ben toch van mening dat iemand die met heel weinig licht 's nachts op pad is, beslist gemakkelijker in een afgrond valt dan degene wiens weg door een behoorlijke zon wordt verlicht! Maar als je eenmaal verpletterd en dood in een afgrond ligt, maakt het niets meer uit of je met weinig of met veellicht in die afgrond de dood gevonden hebt. En dan vind ik dat de met veellicht begaafde mens er toch altijd beter aan toe is dan de met weinig licht begaafde, omdat de eerste de afgrond al van ver kon zien en ontwijken, terwijl de met weinig licht begaafde vaak een afgrond nog niet ziet ook al staat hij vlak bij de rand.'
[5] IK zei: 'Daar heb jij ook gelijk in, maar juist daarom kan iemand die met weinig licht begaafd is maar beter thuis blijven, waar hij de bodem waarop hij staat ook 's nachts kent en zijn stappen met zekerheid weet te zetten. In eigen huis zal ieder het best weten hoe hij moet lopen om geen misstap te doen; maar in een groot vreemd huis, waarvan hij niet weet hoe het er van binnen uitziet, zal hij met zijn zwakke lamplicht moeilijk de weg vinden. Wie God de Heer dus minder licht gegeven heeft, heeft Hij als kinderen ook zeker lief, omdat Hij daardoor hun opgave van de aardse levensproef zo licht mogelijk heeft gemaakt, terwijl Hij de weg van de grote geesten met zeer veel doornen bezaaid heeft, zodat het bewandelen daarvan helemaal niet zo gemakkelijk is. Daarom, kleine joodse geesten, vat moed en ga weer naar je land! Daar zullen jullie werk in overvloed vinden dat past bij jullie licht; maar hier valt voor jullie niets te verdienen.'
[6] Toen zei ook DE OVERSTE: 'Ja,ja, beste mensen, de Heer heeft volkomen gelijk! Het gaat jullie hier voor zover ik weet erg miserabel en slecht, en ik kan jullie situatie echt niet verbeteren. Ga dus naar je eigen land, daar zullen jullie beslist beter ontvangen worden dan hier! Jullie gesjacher brengt je niets op, en ons werk kunnen jullie niet doen, omdat je daar geen ervaring in hebt, daarom zullen jullie je thuis veel beter voelen. Maar opdat jullie gemakkelijker in jullie land kunnen komen, zal ik jullie uit liefde voor deze Meester, die ook een Jood is, reisgeld geven.'
[7] Toen de arme joden dat hoorden renden zij naar het huis waar zij woonden, haalden hun kinderen op en zeiden dat zij met hen de reis tot ver achter Bethlehem moeilijk konden maken, daar zij nu geen lastdieren meer bezaten.
[8] Toen zei DE OVERSTE: 'Ik zal jullie dan ook nog voldoende lastdieren geven; maar dan gaan jullie ook onmiddellijk! Want als jullie dan nog hier zouden blijven, zou ik genoodzaakt zijn jullie met geweld te verdrijven!'
[9] Toen stemden allen direct toe en zeiden dat zij liever vandaag dan morgen weggingen. Meteen werd alles geregeld en binnen een uur hadden ZIJ alles en reisden ook af.
[10] Het waren er ongeveer zeventig, en daarom waren zij deze stad, die zelf al veel eigen armen had, echt tot last geworden. Thuis hadden de meesten eigen bezit, waarvan zij de bewerking aan goedkope knechten overlieten omdat zij dachten door hun gesjacher meer te verdienen. Zij verarmden echter en waren nu door Mij weer verlost uit hun grote nood.
[11] Dat was dan toch zeker ook een heel goed werk! Laat daarom iedere ware navolger van Mijn leer zich inspannen om zulke gevangenen uit hun nood te bevrijden als hij de middelen daartoe heeft dan zal Ik hem dat reeds hier. en meer nog aan gene zijde vergelden, zoals Ik het bij deze gelegenheid de overste met duizend pond zuiver goud, en wel reeds vooraf, ook vergolden heb, omdat Ik ook van te voren reeds heb geweten wat hij zou doen!
[12] Verder is er in deze plaats niets meer gebeurd wat speciaal vermeld zou moeten worden. De leerlingen hebben de drie priesters volledig bekeerd, en Ik heb ook in deze stad een gelovig dokter gezegend, zodat hij daarna door handoplegging in Mijn naam in staat was heel veel zieken volledig te genezen. En zo verliep ook de volgende dag snel.
«« 139 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.