De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 161 / 229 »»
[1] (De man uit Opper-Egypte): "s Nachts kwam mijn vader opnieuw bij mij en zei dat ik goed gehandeld had, maar maakte mij tegelijkertijd met de wil van God bekend, en raadde mij dringend aan, die strikt op te volgen en tot mijn wil te maken; daardoor zou ik dan volledig zeggenschap hebben over de natuur en haar elementen, zoals ook de eerste mensen dat hadden, toen de aarde nog veel gevaarlijker was.
[2] Toen wij 's morgens weer ontwaakten, vertelde ik iedereen mijn droom en spoorde allen dringend aan, de grote God ernstig te danken voor Zijn bescherming, maar Hem ook vurig te smeken om deze nooit aan ons te onttrekken. Dat deden wij en daarop maakte ik allen bekend met Gods wil, die mij in mijn droom door de geest van mijn vader onthuld was, en ik spoorde allen aan, deze met de grootste liefde, achting en dankbaarheid voor God heel precies op te volgen.
[3] Allen beloofden mij dat, en kijk, toen werd het plotseling heel licht in onze grot, die zelfs overdag erg donker was, en wij zagen daarin nog meer gangen, die wij moedig onderzochten en waarbij wij nog andere grotten vonden, die verder stroomopwaarts meer of minder gemakkelijke uitgangen hadden! En zo vonden wij een aantal goede woningen, die later door mijn metgezellen bewoond werden. In deze grotten vonden wij ook enkele zuivere naftabronnen. Wij schepten de olie in de lampen die we meegebracht hadden, waarmee we toen onze natuurlijke woningen heel goed konden verlichten. Wij beseften allemaal, dat deze vondst een heel bijzondere genade van boven was, en dankten de grote God daar dan ook heel innig voor .
[4] Toen we Hem onze dank betuigd hadden, vernamen we een heldere stem, die in goed verstaanbare woorden als volgt tegen ons sprak: 'Doe allen Mijn wil die aan jullie geopenbaard is, dan zullen alle dieren van deze wildernis jullie volgens je wil dienen! Maar jullie mogen alleen maar van hen verlangen wat jullie als voedsel voor je lichaam nodig hebben; daarom moeten jullie voor jezelf ook geen voorraad aanleggen!
[5] In de middelste grot zul je een grote hoeveelheid zout vinden; gebruik dit om de vissen te zouten die de arenden voor jullie uit de Nijl zullen halen! Leg deze op stenen platen die sterk door de zon verhit zijn en eet ze dan! Bij de uitgang van de eerste grot bevindt zich onder een grijswitte steen een bron die fris water geeft; sla de vrij zachte steen stuk, dan zullen jullie meteen een behoorlijke hoeveelheid goed drinkwater krijgen! Achtervolg geen leeuwen en panters of andere dieren uit deze streek, dan zullen zij jullie dienen, wanneer je hun dienst nodig hebt!'
[6] Toen verstomde de stem; wij dankten God nogmaals voor de openbaring, en beseften daardoor ook dat het werkelijk Gods wil was dat wij deze streek als woonplaats gekozen hadden.
[7] Dit alles had een geweldige invloed op mijn hart en gemoed, omdat alles wat mij geopenbaard was metterdaad bevestigd werd. Daarop begon ik verder te zoeken, kreeg een innerlijk woord en handelde volgens hetgeen ik in mijzelf gehoord had. Het meeste lukte mij, alleen wanneer zo nu en dan enige twijfel over het welslagen in mij opkwam, lukte het niet, en ik moest mij dan volledig ontdoen van de geringste twijfel, waarna mij dan alles dermate lukte, dat ik verder aan geen twijfel meer kon denken, en ik ontwaarde binnen enkele jaren datgene in mij wat de geest van Henoch voorheen tegen de Farizeeën gezegd heeft. Want waarheen ik mij in gedachten ook maar verplaatste op de hele aarde, daar was ik dan al meteen aanwezig met mijn ogen, oren, mond, neus, handen en voeten.
[8] Mijn metgezellen - op één na - hebben het weliswaar nog niet zo ver gebracht; maar zij zijn allen heel goed op weg, en ik heb hen dan ook mee hierheen genomen, opdat zij hier het allerhoogste zullen horen, en de grote God, naar wie ik hen in de geest geleid heb, hier in de persoon van een aan ons gelijk mens kunnen zien en horen. Zij zijn daarom ook nu, net als ik, vol van de grootste vreugde en het hoogste geluk. -En nu weetje dus door mijn heel korte beschrijving, hoe ik en ook mijn metgezellen tot onze innerlijke levensvervolmaking gekomen zijn.
[9] Jullie hebben het hier echter, als ware kinderen van de Heer, gemakkelijker; maar wij zijn vreemdelingen, en moeten meer doen om door God de Heer ook als kind aangenomen te worden. - Ben je met mijn beschrijving tevreden?'
[10] Petrus zei: 'Meer dan tevreden, en het verheugt me,dat de Heer Zich ook in verre landen aan die mensen openbaart die Hem oprecht zoeken, Hem liefhebben en zich geheel aan Hem toevertrouwen.
[11] Maar daar komt Hij al de hut uit, om vanwege de beide bekeerde Farizeeën een teken te doen. Laten we daarom nu weer geheel hart, oog en oor zijn!'
[12] Toen ging Ik naar Petrus en zei: 'Wel, Simon Juda, hoe hebben jullie bij deze vreemdelingen Mijn opdracht vervuld?'
[13] Petrus zei: 'Heer, U heeft wel geweten dat deze vreemdelingen ons, en niet omgekeerd, Uw evangelie zouden prediken, en U heeft ons naar hen toegezonden, opdat zij ons zouden vertellen wat ons helaas nog ontbrak, omdat wij reeds het een en ander van Uw lessen en daden vergeten waren. Wij danken U, o Heer, daar ook voor; want wij hebben van deze vrienden nu echt veel opgestoken!'
[14] Ik zei: 'Dan is het zo ook goed, en daarom zullen we nu nog een teken ter bekrachtiging van het geloof van deze vier tempeldienaren doen. Ga hun zeggen, dat ze hierheen komen!'
«« 161 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.