De toekomst van Jeruzalem

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 203 / 229 »»
[1] Een van de gematigde Farizeeën zei nu weer: 'Meester, ik en nog meerderen van ons, zien wel in dat u een geweldige leraar bent en vrij en open spreekt zonder enig aanzien des persoons, en het is ook geheel en al waar dat aan ieder mens de juiste weg tot het leven door de profeten is geopenbaard! Wel, aan deze openbaringen zouden de mensen toch ook meer dan voldoende hebben; waarom wordt het dan toegelaten dat er nog aardse koningen en machthebbers met hun eigen slechte wereldse wetten komen en daardoor de arme, zwakke mensheid nog het meest schade toebrengen? Volgens mij zou dat echt niet nodig zijn. Want hoe de mensen volgens de wil en de onveranderlijke orde van God moeten leven en handelen, is in de openbaringen immers volledig uiteengezet. Waartoe worden dan nog die al te heers en hebzuchtige vorsten, koningen en nu zelfs keizers toegelaten?'
[2] Ik zei: 'In het begin heeft God dit niet zo bepaald en voorgeschreven - want Hij gaf de mensen in de geest verlichte, waarachtige en rechtvaardige leiders en rechters -; maar in de loop van de tijd, toen het te goed ging met het volk, en het rijk was aan alles wat de aarde maar aan goeds en kostbaars draagt, was het met de eenvoudige en bescheiden leiders en rechters niet meer tevreden. Het begon te mopperen en verlangde onder de trouwe Samuël een koning die ook zo'n pracht moest uitstralen als de koningen van de andere heidense volkeren, die afgoderij bedreven met hun koningen.
[3] Toen Samuël in zijn geest aan God voorhield wat het volk met alle geweld van hem ~erlangde, sprak God in Zijn toorn tegen Samuël: 'Dit volk heeft ten aanzien van Mij al meer zonden van het grofste soort begaan, dan er gras op de hele aarde en zand in de zee is. En nu wil het aan al deze grote en vele zonden nog deze grootste toevoegen, dat het zich niet meer tevredenstelt met Mijn regering, maar zoals de goddeloze heidenen een koning verlangt. Ja, er zal aan dit ondankbaarste volk, als scherpe roede en gesel, een koning gegeven worden, waaronder het zal huilen en weeklagen!'
[4] Kijk, dat en nog meer heeft God als waarschuwing tot het volk gesproken om het van zijn dwaze wens af te brengen.
[5] Maar pas toen dit allemaal niets had geholpen en het volk hardnekkig vasthield aan zijn els, gaf God aan Zijn knecht Samuël de opdracht om Saul tot koning der joden te zalven.
[6] Zie, zo kwamen overal koningen, waar de volkeren niet meer tevreden waren met de zachtmoedige regering van God en perse uit hun midden een mens als koning wilden hebben!
[7] Was ook hier niet weer de kwade wil van de mensen die satan die hen in een vaak ondraaglijke ellende heeft gestort? God heeft de men;en in de meest uiteenlopende delen van de wereld er vaak lang genoeg voor gewaarschuwd een mens als koning te kiezen en die met alle aardse macht uit te rusten. Hij liet hun alle slechte gevolgen zien die eruit zouden voortkomen; maar de mensen sloten hun hart en hun oren voor de stem van God en hebben alleen zelf hun ellende veroorzaakt! En wat ze zelf veroorzaakt hebben, moeten ze nu dan ook op zich nemen!
[8] Ja, als een heel volk nu eensgezind tot God zou smeken, of Hij het weer zou willen leiden, besturen en regeren zoals dat in het begin het geval was, waarlijk, dan zou God het ernstige smeken van een volk niet onverhoord laten! Maar omdat diezelfde koningen altijd te veel gunstelingen aan hun zijde hebben en het volk, dat het anders wil, geen vrijheid gunnen en het ook meestal van de wieg af aan laten vormen en opvoeden ten gunste van de koning, voelt het volk wel de druk van de koning, maar het weet niet waar het om hulp moet vragen. Want de machthebbers hebben vanaf het begin van hun heerschappij ingezien, dat een door God verlicht volk zich spoedig weer van hen zou losmaken.
[9] Daarom probeerden ze ook met behulp van valse profeten, waarvan jullie nog een treurig overblijfsel zijn, het volk te misleiden en het blind te maken voor de ene en ware God. En daardoor kan het uit zichzelf, zonder. door God daartoe geroepen mensen, de juiste weg tot God niet meer vinden, maar leeft het verder in zijn gewoon geworden afgoderij en probeert het van zijn koning of diens gunstelingen door allerlei middelen, - ook al zijn die op zichzelf nog zo slecht -, alleen maar aardse voordelen te verkrijgen. Komt er dan, door God geroepen, een echte profeet, dan wordt die niet alleen niet als zodanig herkend, maar ook nog als godslasteraar vervolgd en vaak gedood, zoals dat bij jullie al heel vaak het geval is geweest.
[10] En als dat zo is, hoe kan God zo'n diep gezonken volk dan nog helpen, als het ondanks zijn grote ellende alle hulp die God hun biedt, hardnekkig van de hand wijst? En waar het er zo aan toe gaat als nu bij jullie, heeft het geen zin om de vraag te stellen, waarom God naast de openbaringen ook wereldse regenten toelaat, die met hun wereldse wetten de mensen schade toebrengen.
[11] Willen de mensen dan iets anders of willen jullie het? Als jullie het wilden, zouden jullie nu gelovig naar Mij luisteren en handelen overeenkomstig Mijn leer; want Ik, de Heer Zelf, ben naar jullie toegekomen omdat Ik jullie wil redden. Maar wat doen jullie? Jullie doen niets anders dan beraadslagen, om te kijken hoe je Mij te pakken kunt nemen en doden! En als jullie, en vele duizenden met jullie dat doen, zeg dan zelf wie, buiten Mij, jullie nog kan redden en helpen!'
[12] De Farizeeër zei: 'Meester, u beschuldigt ons steeds alsof wijzelf onze handen met het bloed van de profeten bezoedeld hebben! Wij zijn toch niet verantwoordelijk voor wat onze vaderen in hun blindheid hebben gedaan! Als wij met onze huidige kennis en inzicht ten tijde van de profeten geleefd hadden, dan hadden wij ze zeker niet gestenigd! Ook hebben wij ten tijde van Samuël niet om een koning geroepen; maar wanneer wij als straf al een koning zouden moeten hebben, zouden wij liever een jood dan een heiden hebben. In feite zou ik alleen maar van u willen horen, waarom wij joden ons nu door heidense wetten moeten laten overheersen.'
[13] Ik zei: 'De oorzaak daarvan is dat jullie al sinds lange tijd de wetten van Mozes en de profeten hebben verworpen en daarvoor in de plaats jullie eigen slechte en onzinnige voorschriften hebben ingevoerd. Die wereldse voorschriften waren jullie liever dan Gods wijze geboden en dus heeft God dan ook alles aan jullie laten geschieden wat jullie altijd gewild hebben en nog steeds willen; want als jullie Gods geboden en de leer van de profeten liever zouden willen dan de wetten van de wereld, dan zouden jullie naar Mij luisteren, je bekeren en handelen overeenkomstig Mijn leer; Ik predik immers niets anders dan het oude woord van God, waarvan jullie zo zeer zijn afgeweken, dat jullie niet meer in staat zijn om te herkennen, dat het dat woord is, wat uit Mijn mond komt. J ullie haten en vervolgen Mij echter alsof Ik een zondaar en misdadiger ben, en dus blijven jullie onder de heerschappij van de roede en het zwaard van de heidenen.
[14] Er staat echter ook geschreven: 'Zie, Ik zend jullie profeten, wijzen en echte schriftgeleerden! Van hen zullen jullie sommigen doden en zelfs kruisigen zoals de heidenen doen, en weer anderen zullen jullie geselen in jullie synagogen en vervolgen van de ene stad naar de andere, opdat over jullie kome het bloed van al die rechtvaardigen, zoals van de vrome Abel, die door Kaïn werd neergeslagen, tot aan het bloed van Zacharias, die een zoon was van de vrome Berekja en die jullie gedood hebben tussen de tempelvoorhang en het offeraltaar. Waarlijk, Ik zeg jullie nu: omdat jullie zo gehandeld hebben en ook nu nog zo handelen, is dat allemaal over jullie gekomen, en er zullen nog veel ergere dingen over jullie komen; want jullie willen het zelf zo en veroorzaken dat ook zelf!
[15] O Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die tot je zijn gezonden! Hoe vaak heb Ik je kinderen willen vergaderen als een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert; en jullie, kinderen, wilden je niet onder de hoede van Mijn vleugels laten brengen! Daarom zal dit huis van jullie zo eenzaam en verlaten worden dat er zelfs geen nachtuilen en kraaien binnen zijn muren zullen wonen!
[16] Onthoud dat, opdat jullie, wanneer dat binnenkort allemaal over jullie en je kinderen zal komen, je zult herinneren, dat Ik het jullie van te voren heb gezegd en hoe jullie dat ook 's nachts door een verschijnsel aan de hemel in een beeld te zien werd gegeven!'
[17] Nu vroeg de Farizeeër Mij waar Ik die kennis vandaan haalde, om de stad zulke kwade dingen te voorspellen. En als Ik Jeruzalem nu soms zou verlaten, wanneer Ik dan weer terug zou komen; want hij zou bij de hogepriesters een goed woordje voor Mij doen.
[18] Ik zei: 'Met al de Mijnen zal Ik de tempel nu spoedig verlaten en jullie zullen Mij hier niet eerder zien komen dan totdat jullie zullen roepen: 'Heil aan Hem, die komt in de naam des Heren!"
[19] Hierop ging de Farizeeër weer terug naar de anderen en zei: 'Vrienden, met hem vechten we tevergeefs, dat heb ik in het begin al gemerkt! We zijn nu al meer dan vijf uur met hem bezig en hebben niets bereikt, behalve dat we het volk tegen ons hebben ingenomen met onze eigenzinnigheid. De vraag is nu wie het weer ooit aan onze kant zal weten te krijgen.'
[20] Niemand reageerde op deze opmerking van de Farizeeër en allen verlieten de tempel.
[21] Ik waarschuwde het volk nog een keer en troostte het; daarop ging ook Ik de tempel uit met allen die bij Mij hoorden. Wegingen weer naar de Olijfberg, waar al een heerlijk toebereide maaltijd op ons wachtte.
«« 203 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.