De dank van de bevrijde slaven

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 64 / 229 »»
[1] Daarop zei Lazarus tegen Mij: 'Heer, zelf ben ik ook wel een beetje nieuwsgierig hoe deze geschiedenis in de tempel vandaag zal aflopen, want Ik zie nog veel mensen langs alle straten voorbij komen. Als dat allemaal naar de tempel gaat, zal er een gedrang en een geschreeuw ontstaan zoals men beslist in lange tijd niet heeft meegemaakt. Daar zal Nikodemus met zijn zwakke stem niet veel kunnen uitrichten! Er kan daar werkelijk heel gemakkelijk veel tumult ontstaan!'
[2] Ik zei: 'Maak je maar ergens anders bezorgd over! Ik heb nog wel genoeg middelen bij de hand om een te groot tumult te verhinderen, maar het zal waarschijnlijk niet zo ver komen.
[3] Nu zijn onze jonge mensen echter ook al wakker geworden en hebben honger: Rafaël, ga jij daarom naar hen toe en zorg dat zij eten krijgen en wat wijn, maar gemengd met twee derde water!'
[4] Rafaël zorgde daar vlug voor, wat de jongeren veel genoegen deed, zodat ze nauwelijks konden wachten om Mij op kinderlijk hartelijke wijze te bedanken.
[5] In korte tijd stonden zij allen helemaal gesterkt buiten en Rafaël bracht hen naar Mij toe. Daar stelden zij zich in een lange rij op, bedankten Mij luid voor de goede verzorging en vroegen Mij om bij hen te komen, zodat ieder Mij één voor één blijk kon geven van zijn liefde; want omdat ze met zo velen waren, konden zij niet allemaal tegelijk naar Mij toekomen om Mij hun grote liefde te betonen.
[6] Toen zei Ik tegen hen: 'Mijn lieve kinderen, dat is nu niet nodig! Maar als jullie dat toch willen doen, kom dan liever één voor één naar Mij toe om Mij je liefde te laten blijken, want als Ik naar jullie toe zou gaan, dan zou er licht naijver onder jullie kunnen ontstaan, omdat je dan onder elkaar zou overleggen en zeggen: 'Maar waarom wendde de goede vader zich niet tot mij of tot deze of gene? Hij heeft de een of de ander beslist liever dan mij of mijn buurman!' Kom echter, om dat te voorkomen, zelf, alleen of met z'n tweeën naar Mij toe en geef Mij blijk van je liefde, dan zullen jullie niet kunnen zeggen: 'Kijk, die of die heeft de goede vader meer aandacht gegeven!' Want het hangt zuiver van jullie zelf af wie van jullie het eerst bij Mij wil komen.'
[7] De jongeren zeiden: 'Ja, goede vader, wij zouden echter allemaal als eerste bij u willen zijn, en dat zou dan een lastig gedrang voor u worden! Daarom kunt u toch beter bepalen op welke plaats of aan welke kant van onze rij wij moeten beginnen; want orde moet er immers ook in de liefde zijn, omdat wanorde ook in de liefde niet mooi zou zijn. Want de goede God in dit mooie land heeft alles zo goed geordend, dat wij uit hoogachting voor Hem ook alles op een min of meer ordelijke manier moeten doen!'
[8] Ik zei: 'Nu goed dan, als jullie het beslist zo willen, begin dan maar aan de rechter kant van jullie rij, en kom maar!'
[9] Deze regeling beviel de jongeren en dus snelden zij nu, het ene paar na het andere, en wel eerst de jongens en daarna ook de meisjes vanaf de rechter kant naar Mij toe. Voor Mij aangekomen bogen zij diep, daarna pakten zij Mijn handen en drukten die tegen hun borst, bogen daarna weer en gingen heel ordelijk weer terug naar hun rij .
[10] Toen zij Mij allemaal zo hun liefde betuigd hadden en weer in de vroegere volgorde stonden, bogen allen nogmaals diep in Mijn richting en vroegen wat ze nu mochten gaan doen.
[11] En Ik zei tegen hen: 'Vermaak je met allerlei nuttige beschouwingen! Kijk eens rond in deze mooie omgeving, bekijk de bloemen en al het andere, en bedenk daarbij hoe een goede God dat alles door Zijn wijsheid en almacht uit Zichzelf heeft geschapen, en wees Hem daarvoor in je hart echt dankbaar, dan zullen jullie de tijd het nuttigst doorbrengen en tevens veel vreugde in je hart hebben! Maar jullie hoeven daarbij niet steeds zo in een rij te staan en te lopen, maar ga en sta waar je wilt, zoals jullie dat Mij en alle andere mensen hier zien doen, dan zullen jullie veel meer vreugde hebben dan wanneer je maar steeds die stijve ordelijke rij aanhoudt. -Ga nu en volg Mijn raad op!'
[12] Toen bedankten de jongeren voor die goede raad, verlieten meteen de rij en verspreidden zich in alle richtingen op de berg en hielden zich zo heel goed bezig in de frisse en vrije natuur.
«« 64 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.