De juiste heiliging van de sabbat

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 90 / 220 »»
[1] (De Heer:) 'Maar alleen voor de kinderen kan de gemeente een eigen schoolgebouw oprichten en daar één leraar of bij een grotere gemeente al naargelang de behoefte ook meer ervaren en deugdzame leraren aanstellen, die de jeugd het lezen van de Schrift en ook het rekenen, het zelf schrijven en nog meer nuttige kennis moeten bijbrengen. Als ze dat iedere dag gewetensvol en met redelijke vlijt en ijver gedaan hebben, hebben ook zij iedere dag de sabbat geheiligd; en de rabbi van de gemeente zal dat ook doen, wanneer hij zo'n school regelmatig bezoekt en leraren en leerlingen aanspoort tot vlijt en ijver en hun van tijd tot tijd in Mijn naam goede lessen geeft. Maar wat hij dan moet zeggen, daar zal door Mij wel voor gezorgd worden.
[2] Evenzo is het ook goed als een gevestigde gemeente naast het schoolgebouw voor de kinderen een vergadergebouw zet, waar ze van tijd tot tijd in Mijn naam bijeen kan komen. Maar in zo'n ruimte moet dan niet enkel en alleen de aangestelde rabbi het recht hebben om te spreken en te preken, maar ieder mannelijk gemeentelid, als hij daartoe door Mijn geest aangespoord wordt. Want in een dergelijk gebouw moet niet alleen over de Schrift en over de profeten en over Mij gepreekt worden, maar ook over andere dingen die bijdragen aan een diepere en ware kennis van God en die de liefde tot God en de naaste tot leven wekken; en dan moet diegene spreken die door Mijn geest in hem daartoe aangespoord wordt, en zowel de gemeente als de rabbi moeten naar hem luisteren. Als zij dat zal doen, op wat voor dag ook, dan heiligt zij de sabbat ook in de ware zin van het woord.
[3] Daarmee wil Ik echter niet zeggen dat jullie daarom de orde van de tijd en het tellen van de uren, de dagen, de weken, de maanden en de jaren helemaal buiten beschouwing moeten laten; dat kunnen en moeten jullie in ieder geval ook doen. Maar jullie moeten niet bepaalde dagen, omdat ze in de week of in de maand of in het jaar de zoveelste zijn en deze of gene naam dragen, voor beter en heiliger houden dan andere; want het getal en de naam zijn helemaal niet van belang, maar alleen het leven en handelen volgens de geopenbaarde wil van God.
[4] Want voor iemand die op een sabbat tegen zijn naaste gezondigd heeft, was die sabbat werkelijk geen sabbat! Maar voor iemand, die op een andere dag zijn naaste iets goeds gedaan heeft, was ook deze andere dag een volmaakte sabbat.
[5] Daarom moet voortaan onder Mijn ware navolgers alles volkomen vrij zijn, en niets kan een dag tot een ware sabbat verheffen anders dan enkel en alleen daden, die uit de ware en levende liefde tot God en de naaste voortkomen. Foei, wat een schande is zo'n domme menselijke regel die het tot een schending van de sabbat bestempelt als men een arme en verdrukte ook op de sabbat hulp verleent! Foei, een schande zijn zulke priesters die het volk leren dat God welbehagen zou hebben aan hun weerzinwekkende geschreeuw en aan hun offerceremonies, die alleen maar een gruwel zijn in Mijn ogen, zoals ze dat altijd al waren!
[6] Daarom moet de sabbat nu eerst een ware werkdag worden en elke ceremonie dient te bestaan uit het zuivere handelen volgens Mijn woord; dat zal Ik altijd met welgevallen aanschouwen en Ik zal de ware sabbatheiligers ook met al Mijn genade en liefde belonen. - Zo spreekt nu de Heer!
[7] Maar degenen die de sabbat zullen heiligen op de manier zoals de tempeldienaren het nu doen en al sinds lange tijd hebben gedaan, en die de sabbat een bepaalde magische heiligende werking toeschrijven, evenals aan bepaalde feestdagen en dagen van nieuwe maan, die moeten door de vurige vloed van Mijn gerechtvaardigde toom verteerd worden! -Ook dat heeft de Heer nu gesproken, voor wie alle dagen, weken, maanden en jaren volkomen gelijk zijn.
[8] Hebben jullie nu begrepen hoe Mijn mening luidt, geldend voor alle tijden en eeuwigheden? Want waarlijk, waarlijk Ik zeg jullie: hemel en aarde, die jullie nu zien, zullen eenmaal vergaan; maar Mijn woorden zullen blijven in eeuwigheid! Dat is nu Mijn mening!'
[9] Toen de Farizeeën dat van Mij hoorden, wisten ze niet wat ze Mij daarop konden antwoorden; de Romeinen hadden echter heimelijk leedvermaak, omdat Ik door Mijn woorden ingestemd had met de opvatting van Marcus, maar buitengewoon ingrijpende veranderingen in de opvatting van de schriftgeleerde aanraadde. De Farizeeën merkten dat echter en ergerden zich heimelijk, hoewel ze daar niets van lieten blijken.
«« 90 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.