Categorie archief: Emanuel Swedenborg

Emanuel Swedenborg

Het werk van de engelen in de hemel

“Het werk van de engelen in de hemel”
Uit “Hemel en Hel” van Emanuel Swedenborg, pag.189-193.

387. De werkzaamheden in de hemel kunnen niet worden opgenoemd, noch in de o­nderdelen worden beschreven, maar alleen in het algemeen kan iets daarover worden gezegd, want zij zijn o­ntelbaar en ook verschillend naar de werkkring van de gezelschappen. Ieder gezelschap vervult een bijzondere werkkring, want aangezien de gezelschappen verscheiden zijn naar het goede dat ze hebben, verschillen ze ook in het nut dat zij uitwerken, omdat het goede bij allen in de hemelen goed is in handelingen, dat wil zeggen nuttige werkingen. Daardoor betracht iedereen in de hemel nut, want het koninkrijk van de Heer is een rijk van nutten.

Verder lezen

Tekst van Swedenborg over verzoekingen

Het 21e hoofdstuk van Exodus.
De Leer der Naastenliefde.
Uit: Hemelse verborgenheden, tweede deel, band 4.

– Emanuel Swedenborg –

Zij die worden wederverwekt, o­ndergaan verzoekingen.
De verzoekingen zijn geestelijke worstelingen bij de mens; want zij zijn worstelingen tussen het boze dat in hem uit de hel is, en tussen het goede dat in hem uit de Heer is.
De verzoeking wordt binnengebracht door de boze geesten, die bij de mens in zijn boze en valse dingen wonen; deze wekken de boze dingen van hem op, en beschuldigen hem; maar de Engelen uit de Heer, die in zijn goede en ware dingen wonen, roepen de ware dingen des geloofs op die bij hem zijn, en verdedigen.

Verder lezen

Over de Aardbollen in het Heelal

Artikel lezen – printen versie

Het eerste hoofdstuk van “Over de aardbollen in o­ns zonnestelsel”
van Emanuel Swedenborg

1. Aangezien door de Goddelijke Barmhartigheid des Heren de innerlijke organen, die tot mijn Geest behoren, in mij werden geopend, en mij daardoor gegeven werd met geesten en engelen te spreken, niet alleen met hen, die nabij o­nze aarde zijn, maar ook met die, welke in de nabijheid van andere aardbollen zijn; en omdat ik voorts een ernstige begeerte had te weten, of er andere aardbollen waren, en hoe die waren, en wat hun bewoners; werd het mij van de Heer gegeven met de geesten en engelen van die andere aardbollen te spreken en mij met hen te o­nderhouden; met sommigen gedurende een dag, met sommigen een week lang, en met anderen maanden lang, en door hen te worden o­nderricht aangaande de aardbol, die zij bewoond hadden en in wiens nabijheid zij waren; over het leven, de zeden en de eredienst der bewoners, en over verscheidene andere dingen aldaar, die de vermelding waardig zijn. En omdat mij op die wijze gegeven werd die dingen te weten, is het mij vergund die te beschrijven, naar hetgeen ik gehoord en gezien heb. Het is nodig te weten dat alle geesten en engelen uit het menselijk geslacht zijn, (a); en dat zij in de nabijheid van hun aarde zijn (b); en weten wat zich daarop bevindt, en dat daarom een mens door hen kan worden o­nderricht, wanneer zijn innerlijke organen zover geopend zijn, dat hij met hen spreken en zich met hen o­nderhouden kan, want de mens is in zijn wezen een geest (c), en één met de geesten wat zijn innerlijk betreft (d); om deze reden kan hij, wiens innerlijke organen door de Heer geopend zijn, met hen spreken als de ene mens met de anderen (e); en dit is mij nu gedurende de laatste twaalf jaren dagelijks vergund geweest.
Verder lezen

Toevoegsel ‘De Mahomedanen in de geestelijke wereld (volgens onze tijd Mohammedanen)

Artikel lezen – printen versie

De Ware Christelijke Godsdienst – Hoofdstuk 14
828. De Mahomedanen verschijnen in de geestelijke wereld achter de pauselijken in het westen en vormen als het ware de omtrek.
Dat zij het dichtst achter de Christenen verschijnen komt omdat zij o­nze Heer als de grootste Profeet, de Wijste van allen, die in de wereld werd gezonden om de mensen te leren, en ook als de Zoon van God, erkennen.
Een ieder woont in die wereld op een afstand van het middelpunt waar de Christenen zijn, overeenkomstig de belijdenis van de Heer en van de ene God, want deze verbindt de gezindheden met de Hemel en maakt hun afstand van het oosten, waarboven de Heer is.
Verder lezen

De pauselijke heiligen in de geestelijke wereld.

Artikel lezen – printen versie

822. Het is bekend dat de mens van zijn ouders een ingezaaid of overgeërfd boze heeft. Maar het is weinigen bekend waar dit boze in zijn volheid woont; het woont in de liefde tot het bezitten van goederen van anderen en in de liefde tot heersen; want deze laatstgenoemde liefde is van dien aard dat zij voor zoveel haar de teugels gevierd worden losbarst totdat zij van begeerte blaakt om over allen te heersen en tenslotte als God aangeroepen en vereerd wil worden.

Deze liefde is de slang die Chavah en Adam bedroog; Want zij zeide tot de vrouw: “God weet dat ten dage als gij van de vrucht dezes booms eet, uwe ogen geopend zullen worden en dan zult gij zijn als God (Gen. 3:4, 5).

Voor zoveel de mens zich derhalve met gevierde teugels in deze liefde stort, keert hij zich van God af en keert zich naar zichzelf toe en wordt een zelfaanbidder. En dan kan hij God aanroepen met een van eigenliefde hete mond maar met een hart koud van verachting voor God; en dan kunnen ook de Goddelijke dingen van de Kerk als middelen dienen, maar aangezien het einddoel de overheersing is, zo liggen hem de middelen niet nader aan het hart dan voor zoveel als zij dienen. Wanneer iemand van dien aard tot de hoogste erepost wordt verheven zo komt hij zichzelf in zijn beeld als Atlas voor, die de uit water en land bestaande wereldbol op de schouders torst en als Phoebus die de zon met zijn paarden om de aarde draagt.
Verder lezen

De Hollanders in de geestelijke wereld.

Artikel lezen – printen versie

800. In het werk Over de Hemel en de Hel werd meegedeeld dat de Christenen bij wie het Woord gelezen wordt en bij wie erkentenis en erkenning is van de Heer Verlosser en Zaligmaker, zich in het midden van de natiën en volkeren van de ganse geestelijke wereld bevinden en wel om deze reden, omdat bij hen het grootste geestelijke licht is en het licht zich van daar als uit een middelpunt naar alle omtrekken tot in de laatste voortplant, overeenkomstig hetgeen in de verhandeling over de Heilige Schrift in hoofdstuk 4: 267 en 272 werd aangetoond.
Verder lezen

De naastenliefde

Artikel lezen – printen versie

Daniël 7: 13, 14

Ik was ziende in de gezichten des nachts, en ziet, er was komende Een met de wolken der hemelen, als eens Menschen Zoon; en Hem werd gegeven heerschappij, en heerlijkheid, en het koninkrijk; en alle volken, natiën, en tongen zullen Hem vereeren; Zijne heerschappij is de heerschappij der eeuw, die niet voorbij zal gaan, en Zijn koninkrijk, een rijk, dat niet vergaan zal.

Openbaring 21: 1, 2, 5, 9, 10

Ik, Johannes, zag eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde; en ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende uit God vanuit de hemel, toebereid als ene bruid, die voor haren echtgenoot versierd is. En de engel sprak met mij, zeggende: Kom, is zal u toonen de Bruid, de Echtgenoote des Lams; en hij voerde mij weg in den geest op eenen grooten en hoogen berg; en hij toonde mij de groote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende vanuit den hemel uit God.

Dit op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw; en Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waar en getrouw.
Verder lezen