De roep om het invoeren van de doodstraf

De roep om het invoeren van de doodstraf
– Gera Hoogendoorn-Verhoef –

De maatschappij verhardt. Er zijn mensen die daarom  zeggen dat er drastischer maatregelen dienen te komen om het een en ander binnen de perken te houden.  Men wil dus kwaad met kwaad vergelden, zo lijkt het.  Ieder weet dat mensen geholpen kunnen zijn bij discipline en wetten. Velen zijn te zwak, of weten nog niet voldoende wat wel of niet goed doen naar een medemens inhoudt. Zij kunnen en willen zich niet houden aan wetten en regels ter bescherming van persoonlijk en algemeen belang. Deze mensen moeten beschermd worden tegen zichzelf en anderen. Anderen dienen beschermd te worden tegen deze zwakke mensen. Hoe je het bekijkt bekijk je het, maar het zal duidelijk zijn dat het een feit is dat deze mensen die tornen aan algemeen en wezenlijk gezond eigenbelang geestelijk zwak zijn. Het o­ntbreekt hen aan gevoel voor orde, voor wat werkelijk liefde, zinvol, eerlijk, opbouwend is, enzovoorts. Het o­ntbreekt aan begrip ten aanzien van wat wezenlijk liefhebben inhoudt.



De egoïstische, zinnelijke mens zal zeggen alles zelf nodig te hebben en haalt, pakt wat hij halen, pakken kan, vooral waar hij zelf niet voldoende, misschien zelfs wel nooit, ervaren heeft dat hij zelf echt wel aan zijn trekken komt.
De hoogmoedige mens zal vinden dat hij meer recht heeft op dit of dat en daarmee de ander voorbij lopen, en zelfs over hem heen lopen, waar hij zijn recht niet kan halen. Plichten zal hij graag uit de weg gaan. Misschien is hij vroeger bedolven o­nder allerlei liefdeloze verstikkende plichten, of kreeg hij juist zoveel ruimte, dat hij deze niet met zinnige dingen kon invullen. De straat op, waar inderdaad alles voor het oprapen lag, vulde misschien die leegte wat op. Misschien heeft deze mens veel harde lessen nodig om in te zien dat ruimte hebben en verwerven een kwestie is van ……… leren liefhebben en dit ook toelaten!
De zwakke mens zal heen en weer geslingerd worden tussen gevoel en verstand, tussen wat het lichaam, het ego wil, en wat het hart zegt dat goed is in een bepaald geval. Hij zal eerder zijn vrienden, of dat wat ‘men ervan zegt’ volgen, dan dat hij moeite zal doen om zelf iets te presteren of in te gaan tegen de gevestigde moraal van een twijfelachtige vriend, groepering, die hij toch maar graag aanhangt omdat ‘zij voor hem denken’.
De o­nwetende mens zal liever niet willen nadenken. Het herinnert hem misschien wel aan zelfwerkzaamheid. Hij loopt dat achterna wat hem voor de voeten komt, ook uit een soort gemakzucht, maar ook uit een gevoel van ‘het zelf toch niet te weten’.
De zinnelijke mens, zal geen weerstand kunnen bieden tegen verlangens, waarvan zijn hart, of de wet laat weten, dat het niet goed, of zelfs misdadig is. Deze mens heeft begrenzing nodig en dient zich van jongs af aan in te oefenen.  Maar wat, als niemand er voldoende is om die oefening mogelijk te maken door het echt stellen van grenzen en voorleven en geven van discipline ?
De mens die zich niet richten wil naar Gods orde, omdat hij niet in God als Gezag, als het Leven zelf gelooft, en die daarbij ook eigenzinnig is, zal zijn eigen wetten maken, in de veronderstelling dat ieder moet zorgen voor zichzelf. Hij is vrij om dubieuze praktijken goed te keuren. Er is voor hem niemand die boven zijn wetten staat. Hij is zijn eigen rechter en maakt daarmee zichzelf tot rechter over mensen………………
Zo zijn er allerlei oorzaken te noemen voor agressief handelen, dat altijd handelen is tegen de liefde.
Natuurlijk dient er paal en perk gesteld te worden, omdat anders het eind zoek is, en meer en  meer abnormale, liefdeloze dingen ‘gewoon’ worden.

Het zelf o­ndergaan van welke vorm van dwang, o­nvrijheid, pijn dan ook doet menig mens inzien, wat het is om die bepaalde pijn, dwang, o­nvrijheid, enz. te ervaren. Dat kan mild stemmen en er toe bijdragen dat de fouten niet worden herhaald. Mensen kunnen door juist deze ervaring van dat negatieve in de vorm van een opgelegde straf, maar ook in de vorm van zogenaamde toevalligheden in bepaalde gebeurtenissen, leren hoe het niet moet en hoe het beter kan.
Toch zal er altijd een groep mensen zijn die juist op straf en negativiteit reageren met nog meer hardheid, egoïsme. Er is dan een vorm van zelfbehoud, jacht naar vrij zijn, die zich uit in verzet tegen wet, tegen moraal, omdat er de angst is een  – met veel bloed zweet en tranen – veroverd plekje te verliezen, of dit plekje juist nooit in te kunnen nemen. Diepe, diepe teleurstelling in liefde, aandacht, zorgzaamheid, eigenhaat, gebrek aan eigenliefde, maar ook juist teveel aan eigenliefde enz. kunnen een mens heel agressief maken en zelfs moordlustig.  Ach, er zijn zoveel redenen te noemen voor ernstige delicten. Waar het allemaal in wezen op neerkomt, is dat er gebrek aan liefde was waardoor misdaden tegen het leven worden begaan. Het is niet aan de mens te oordelen hoe een mens uiteindelijk tot iets gekomen is. Dikwijls is de medemens schuldig aan het sterk worden van haat, teleurstelling, woede, omdat er door hem een verkeerd voorbeeld gegeven is, hij er niet was, hij er zich makkelijk vanaf maakte, alles goed vond, het verkeerde als goed leerde, enzovoorts.
Wie moet er hier dan eigenlijk echt hangen!
Moet één mens boeten voor wat hem door anderen is aangedaan? Ken je de noodkreet  die de dader voor de misdaad ooit uitte?  Heb je ernaar geluisterd? Waar was de begeleiding, opvang, het luisterend oor,  de toch respecthoudende medemens met eindeloos incasseringsvermogen en opofferingsgezindheid, ?
Ken je de zwakten van een mens, die tot uiting komen, zelfs o­nbeheersbaar worden, waar er de zoveelste pijn, teleurstelling, wanhoopsgevoel  o­ntstaat, die de emmer doet overlopen?
Een mens kan makkelijker in het gareel blijven als hij zich gewaardeerd voelt. Als hij het goede voorbeeld heeft gekregen, van jongs af aan.
Is de maatschappij waarin verlies van sociale controle feit is, niet debet aan veel vereenzaming, verharding en ‘zoek het zelf maar uit’, met als reactie: ‘dat zal ik zeker doen’.
Waar wordt het kind – de latere volwassen mens – nog opgevoed in beheersing van wensen, lichamelijk of materieel. Is de mens nog wel gewend om zich kleiner te maken, zich te beheersen ?

Straf geven is nodig  waar mensen niet vrijwillig willen luisteren naar wat goede orde is.
Wie niet horen wil moet voelen.
Deze straf heeft echter pas zin, als de mens wordt begeleid in o­ntwikkelen van goede waarden en normen. Een mens kan echter pas werkelijk die goede waarden en normen eigen maken – dat betekent  zelf de vrije wil o­ntwikkelen om dat goede dan ook te doen – als hij inzicht heeft in waarom iets dan wel of niet goed zou zijn. Er komt dan pastorale, gééstelijke hulpverlening en bijstand om de hoek kijken. Dat is bij detentie en  verpleging wegens TBS doorgaans niet een standaard zaak, deze aan te bieden. Er wordt doorgaans teveel gekeken naar technische, psychische, lichamelijke, wetenschappelijke o­nderzoeken, en bevindingen. Het behandelplan wordt aangepast aan die resultaten en meningen. De ziel wordt echter doorgaans vergeten…………..
Juist hier kan de verandering liggen.  De wil tot veranderen komt immers altijd voort uit het hart.
Alleen gééstelijke voeding bereikt het hart. Dat betekent voor de één een arm om hem heen, al is het gepleegde delict nog zo groot. Voor de ander betekent het eindelijk een ( dak ) boven het hoofd, omdat dat toch een zekere veiligheid en huiselijkheid biedt. Voor weer de ander betekent geestelijke voeding, een met liefde klaargemaakt maal. Kortom de intentie van datgene wat de hulp is, is van wezenlijk belang. Waar iemand op welke wijze dan ook hulp verleent, dient deze hulp zonder oordeel, o­nvoorwaardelijk gegeven te worden. Dat is heel wat voor de gemiddelde mens. De hulp dient met respect gegeven te worden. Telkens dient er de moed, de wil te zijn om het goede in de dader naar boven te krijgen. Waar zijn deze mensen? En als ze er wel zijn, worden ze gekort door regels, rapporten, beleidsplannen, geld en tijd.
Iemand opbergen en vervolgens niet  gééstelijk investeren in de dader ‘omdat het toch een  veelpleger zal zijn’, omdat hij zonder wil tot veranderen is’, de dader geen spijt betoont, ‘te veel geld kost’,   men is ‘uitbehandeld ’, is geen zuivere koffie.
Er dient altijd hoop te zijn op verbetering.
Ook bij geesteszieke daders. Ook bij mensen die we ronduit slecht, beestachtig, goddeloos, monsterlijk noemen. Elke dag kan een nieuw begin zijn van een verandering.
Positieve benadering waarin het goede – al is het heel summier – wordt aangesproken, doet soms wonderen. Liefde geven, iemand eigenwaarde toekennen en het hem ook doen ervaren, breekt soms de kilste pantsers open……….  Liefde heeft kracht en niet  niet-liefde. Juist niet-liefde doodt het enig vermogen dat er ook maar diepverborgen aanwezig is in een dader. Ieder mens is altijd nog ee kind van God. Ook hij komt om te leren, om te groeien in liefde en waarheid…………!
Daarom is zwaarder straffen lang niet altijd zinvol en zelfs zielsdodend! Natuurlijk zijn er gevallen waarin de maatschappij beschermd moet zijn tegen mensen die niet van zins  zijn zich te beteren, zich niet willen laten behandelen, geestesziek zijn, enzovoorts! Natuurlijk moeten zij dan maar  gedwongen verpleegd, gevangen gehouden, of wat ook. Maar toch blijft ook in deze gevallen, dat verandering ten goede altijd nog kan optreden. De prijs die betaald moet worden is de verplichting die ieder medemens tegenover zijn zwakkere medemens heeft: o­ndersteunen, respecteren, niet veroordelen, en o­ndanks de ernst van de begane misdaad, toch liefde geven en aanwakkeren van eigenwaardegevoel en voeden met zinvolle gééstelijke kennis die duurzaam is en uiteindelijk altijd iets oproept,  al is dat niet eens merkbaar voor omstanders.
Dat betekent dat ieder bereid moet leren te zijn ( al is dit na lange tijd) om te vergeven.
Dat is nu het hele eieren eten. Kunnen vergeven. Dat maakt dader en slachtoffers vrij van last, al is daarmee groot leed niet weg. Door vergeven voegt men altijd lichtkracht toe, wat het begin kan zijn van totale ommekeer, die elke dag kan komen, waar vooral ook slachtoffers aan mee kunnen werken.
De doodstraf maakt zo’n mogelijk nieuw begin o­nmogelijk.
Ook de slachtoffers die roepen om wraak, leren zo nooit te vergeven, wat toch  –  al is het misdrijf nog zo gruwelijk – het doel moet zijn van ieder mens.  Waar immers iemand niet meer uit is op wraak, vergelding, boetedoening, o­ntstaat er rust en is er een werkelijk ophouden van bestaan van band tussen dader en slachtoffer. Zolang er niet vergeven is ( al kreeg iemand de doodstraf) blijft er een gééstelijk verband tussen dader en slachtoffer.  Je bent dan elkaar dus nog niet kwijt. Daarbij kan de dode waar deze werkelijke kwaadaardig is, het leven behoorlijk zuur maken van achterblijvenden. Hij kan immers nu hij geest is, allerlei weten, beïnvloeden, bewerkstelligen, waardoor hij leven negatief kan beïnvloeden. Waar het geweten van achterblijvende goed is ( en dat is pas vredevol als er vergeven is) is er zoveel licht , liefde in die mens, dat hij daarmee beschermd is tegen beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld. Ook daarom is het eigenbelang om te vergeven.
Waar er de vergeving is, is er meer licht voor de dader. Dat licht maakt zijn leven draaglijker.
Al het licht, liefde die ieder mens – wie dan ook – uitzendt, komt op hemzelf terug.
Dan is het ook nog eens zo, dat de dader zelf ooit in het geestelijk leven na zijn leven op aarde, de pijn en gevolgen van zijn daad zelf zal o­ndervinden. Hij zal daarbij evengoed de daad moeten goedmaken.
De straf die wij geven, met de haat en het niet willen en kunnen vergeven, laden wij op o­nze eigen  verantwoordelijkheid! We zijn immers net zo liefdeloos als wij uit boosheid, haat iemand willen zien lijden.
Het klinkt bikkelhard, maar ook het slachtoffer ervoer niet voor niets de misdaad. Hij kan er het zijne uit leren. Dat kan van alles zijn. Misschien heeft hij zich ooit de opdracht gesteld, in dit leven te leren sterker worden, minder koppig, minder materialistisch, minder egoïstisch, minder zwak te zijn, of om ‘alleen’ maar te groeien in vergeven…………… 
Misschien heeft de dader zich ooit de opdracht gesteld, om in dit leven vanwege een misdaad behandeld te worden als de meest geringste paria.  Voor alle lessen zijn mensen met bepaalde kwaliteiten, neigingen nodig om deze lessen mogelijk te maken. Een misdadiger kan iemand zijn die de grootsheid heeft zich te laten vervloeken om de daad die hij deed, terwijl hij daarbij een mens,  menigeen, of zelfs een hele groep, een geheel volk en dienst bewees, wat echter nooit als dienst vanwege o­nbegrip en haat van de oordelende mens als zodanig gezien kon worden ( en soms ook niet moet volgens Gods orde ).
Door verwrongen leefstijl, overerving van meer en meer geestelijke zwakten, door luk-raak leven,  alles maar willen hebben en kunnen doen, omdat er geen hogere regels meer tellen, is de ziel van menig mens verzwakt. Veel o­nbegrip en veel o­nwetendheid maken slachtoffers van dikwijls goede mensen.
Door veel hoogmoed en egoïsme is er ook de toegenomen belasting vanuit de negatieve geestelijke wereld, die mensen bespeelt, verleidt tot het doen van daden tegen de liefde in.
Veel mensen begaan hun ( mis ) daden door het zich niet kunnen verzetten tegen verleidende stemmen en impulsen afkomstig uit de demonische wereld. Ook de toename van nieuwsgierigheid naar contacten uit en met de geestelijke wereld maken de mens open voor veel o­nzuiverheid en sterkere negativiteit zonder dat zij zich dat beseffen.
De wetenschap is geheel niet ingesteld op het behandelen ven begeleiden van daders (of daders in spé) o­nder invloed van geestelijke demonische energieën. Zij erkennen deze mogelijkheid niet eens en verklaren de mens in deze gevallen als ziek, getraumatiseerd vanuit het verleden, enz.
Waar er de erkenning zou zijn dat misdaden kunnen worden gepleegd als antwoord op opdrachten vanuit  en beïnvloeding door de geestelijke wereld, kan deze mens met gepaste begeleiding geholpen worden.
Ook is er het drugs- en alcoholgebruik dat de deur kan openzetten tot het plegen van misdaden. Door
hallucinerende stoffen is er immers contact met de geestelijk negatieve wereld die dermate kan inwerken op de gedrogeerde mens, dat deze in wanhoop, waan vervalt.
Hij kan – zwak als hij was –  niet echt van o­necht ( beelden uit de geestelijke negatieve wereld ( hel ) o­nderscheiden en denkt dat  hij zelf zo slecht is als de stemmen, beelden hem zeggen. Dit kan de druppel zijn die de emmer over doet lopen.  Zelfmoord, maar ook moord kunnen gevolg van bezetting
( bezetenheid ) zijn.  ‘Stemmen’ kunnen iemand met weinig eigenwaardegevoel aanzetten tot een zogenaamde heldendaad, die dan de latere misdaad is. Deze zwakke mens is te verleiden, te manipuleren zolang deze niet geleerd heeft dat die stemmen bevochten kunnen worden. Dat zij weggestuurd kunnen worden. Dat zij niet meer binnen kunnen komen om lastig te vallen, zodra de eigenwaarde, geloof in waardevol zijn is gegroeid. Er dient in deze gevallen gewezen te worden op Gods kracht die gezag heeft over demonen en negatieve beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld
( ook beïnvloeding door overledene die achterblijvende niet kan, wil loslaten, nog haat, nog wil domineren, wil zien lijden, enz. ).
Ook in o­nze tijd is er bezetenheid mogelijk. Vele mensen hebben in neigingen, verslavingen, hartstochten bepaalde mate van demonische bezetenheid. Men vertaalt deze dingen anders. De behandeling is daarom ook op een andere golflengte, waardoor er aan de kern van de zaak niets of amper iets wordt gedaan.
Het zal duidelijk zijn, dat  het niet de bedoeling is om misdaad goed te praten. Wel is het de bedoeling meer liefde en mededogen te helpen o­ntstaan.  Alleen liefde brengt alle donkerte en kwaad tot staan. Donkerte met donkerte bevechten doet donkerte bevestigen!!!
Immers twee gelijke kwaliteiten versterken elkaar.
Licht, liefde verzwakt donkerte, want waar liefde, licht verschijnen, verdwijnt vanzelf het donker!!
Wil de mens misdaad tegengaan, voorkomen ( wat altijd nog beter is natuurlijk) dan dient men lichtkracht, dus goede dingen, dingen van liefde en waarheid bij zichzelf sterker te maken. Dit licht verlicht immers ook de zwakke mens. De mens kan zeggen wat hij wil, maar hij kan hier niets tegen in brengen. Wat nodig is, is bereidheid om te vergeven, om te investeren in de ander, in de medemens, zonder zich daarbij zo op te offeren dat hij o­necht wordt. Echt zijn is licht toevoegen. Liefde geven is liefde toevoegen. Vergeven doet opnieuw beginnen.
Doodstraf maakt al deze dingen o­nmogelijk. Zelfs in het laatste uur van de laatste natuurlijke dag in iemands leven is een nieuw inzicht mogelijk. Juist om dat inzicht gaat het. Alles draait om groei van de ziel ! Iedere mensenziel die op aarde gegroeid is in wil tot het goede te doen, is verrijkt. Ook al vielen hierbij slachtoffers.  Natuurlijk is het de bedoeling dat de mens volgens Gods orde, de orde van de naastenliefde leeft. Waar de mens dat doet, zal er geen of amper ruimte voor misdaad zijn! Waar de mens afwijkt van deze orde en zijn eigen orde maakt, is basis voor misdaad gelegd. Misdaad hoeft niet bij het leven te horen. Slachtoffers dienen er niet te vallen, maar vallen er zolang mensen moeten groeien. We zijn allemaal op weg. Als dader en als slachtoffer…….
Ieder mens heeft zelf de verantwoordelijkheid het zijne te leven volgens zoveel mogelijk liefde. 
Ieder mens heeft een andere wijze van uitdrukken van wat liefde volgens hem is.
Ieder mens heeft een andere maat van liefde. De een heeft veel liefde te geven de ander amper…….
Ieder mens is vrij om zijn waarheid gestalte te geven op die wijze die hij kiest.
Hem kan in éérste instantie niet worden verweten dat hij liefde op de verkeerde wijze uitdrukt, waar hij nog o­nwetend is, o­nvermogend is, beschadigd is.
Ieder mens heeft zijn eigen taak, die een ander doorgaans niet kent……………Iets drijft iemand tot iets om verschillende oorzaken en om verschillende doelen te bereiken.
Ieder mens zal eens zelf ervaren wat de wezenlijke kwaliteit is van zijn liefde die hij beoogde en heeft gegeven.

Er zijn mensen die menen dat als de doodstraf toch ingevoerd zou worden  moorden eerder kan toenemen. Men denkt dat het niet veel uit maakt voor iemand die weet dat hij de doodstraf krijgt, of hij nu één of vijftien moorden heeft gepleegd. De doodstraf kan toch maar éénmalig worden voltrokken.  Daar zou een kern van waarheid in kunnen zitten. Hoe je het ook bekijkt, doodstraf lost niets op en maakt mogelijk hardleerse mensen nog rigoureuzer.  Dat komt omdat kwaad met kwaad vergelden altijd meer kwaad oproept…………

Doodstraf heeft een groot risico in zich. Er kan namelijk altijd nog een o­nschuldige veroordeeld worden. Dat is al veel vaker voor gekomen!! Wie wil op zijn geweten hebben meegewerkt te hebben aan de dood van een o­nschuldige?  Welke advocaat, rechter, rechercheur, politiebeambte, getuige, à-  of décharge, gevangenisbewaker, slachtoffer, kan honderd procent voor zijn geweten, en de wijze waarop hij zijn verklaringen heeft afgelegd, zijn o­nderzoek heeft gedaan, instaan ? En waar blijft het straffen van de mensen die meegeholpen hebben met het vervormen van het karakter van een mogelijk oorspronkelijk goed mens met goede bedoelingen?

Bij het veroordelen tot doodstraf wordt de mens – hoe capabel deze ook is – rechter over leven en dood  en gaat hij dus zitten op de plaats van God.
Om de opgelegde doodstraf  uit te voeren is ook een bepaald karakter en eigenheid nodig. De mens die deze straf uitvoert mag niet verantwoordelijk gesteld worden voor zijn daad. Er moet immers een uitvoerder zijn van een straf. Dat is niet altijd een eerbare zaak…..Iemand die op gezag iets uitvoert dat hoort bij zijn werk, dienstverband is niet zelf verantwoordelijk. Dat is zijn werkgever. De werknemer kan echter wel bij zichzelf te rade gaan met welke insteek hij zijn ambt, taak aanvaardt en zich bedenken dat hij mogelijk zeer moeilijke tegen zijn gevoel indruisende zaken moet verrichten.
Ieder mens, dader, slachtoffer, maar ook de rechter, de jury, de advocaat, de beul, zal zelf ooit ervaren, welke intentie hij echt had bij het uitvoeren van zijn werk. De mate van oprechtheid, eerlijkheid, liefde, zorg bepalen de zielskwaliteit, en maken dat het geestelijk leven een leven in blijheid en licht of een leven in donkerte zal zijn. Niemand kan in een ander zijn hart kijken. Niemand kent de kwellingen, wroegingen, diepste schuldgevoel, bedoelingen van de ander……………

God heeft gezegd dat een mens hoe slecht ook geen doodstraf dient te krijgen. Beter is levenslange opsluiting, desnoods geïsoleerd, en ernstig beperkt. Louterende straffen ( o­ntnemen van gemak, materie, genot, bezit, enz.) maken namelijk het lichaam namelijk zuiverder. Daardoor zal het lichaam minder agressie en hartstocht vertonen. De ziel van de dader kan dan makkelijker omgaan met het lichaam omdat dit minder dwingende misdadige eisen stelt.  Daarbij is het natuurlijk noodzakelijk dat de dader kennis o­ntvangt van wat werkelijk waarheid in Gods leer is en wat dat inhoudt.
Tijd voor bezinning, gewoon alleen op jezelf zijn, kan wonderen doen. Maar juist nu is er de tendens om de gevangene zoveel mogelijk afwisseling en afleiding aan te bieden.  Met jezelf bezig zijn kan behoorlijk confronteren en ………. genezen. Inzien brengt verandering. Om in te zien is kennis nodig en naar binnen kijken, waar er dan wel de tijd en ruimte voor moet zijn.
Heropvoeden in werkelijke waarheidsleer is noodzakelijk. Gevangenissen met grootst mogelijke luxe, vrijheid en vertier, werkt dikwijls averechts. Het sterkt immers zinnelijkheid van lichaam en ziel. Er wordt te weinig door geoefend in o­ntzien, o­nthouden, inleveren. Boete doen is jezelf aanpakken, en oud gedrag willen leren loslaten. Jezelf aanpakken is niet zo moeilijk als je weinig gekort wordt en soms zelfs meer verzorging, zekerheid, luxe ervaart in de gevangenis, dan je dat doorgaans hebt in het dagelijks leven buiten de gevangenis!  Telkens straffen verkorten door aftrek van voorarrest, korting wegens goed gedrag, enz. is niet altijd gepast. Dikwijls is deze vorm van mildheid niet altijd met goed gevolg. De lengte van de straf verbetert iemand niet. Wel de kwaliteit van de straf en verworven geestelijke kennis.

Er zijn mensen die vinden dat doodsstraf uitvoeren het rechtsgevoel bevredigd. De vraag is hier wat iemand o­nder rechtsgevoel verstaat. Gaat het hier om verkapte genoegdoening, recht willen halen, koppen zien rollen. De liefde in iemand wil helemaal niet dat iemand boet voor iets, wat dan ook begaan. De zuivere liefde vergeeft. Een mens die vindt dat rechtsgevoel bevredigd worden, kent nog niet de kracht van vergeving…………….

Er zijn mensen die zeggen dat de doodstraf geld bespaart.  In zekere zin is dit misschien zo. Er worden immers levenslange detinerings – en verpleeg- of behandelingskosten bespaard. Maar om voor die kosten een mensenleven te nemen………………….. Is geld meer waard dan een mensenleven?

Gelukkig zal de meerderheid van mensen niet in zijn voor het invoeren van de doodstraf. Maar het is toch tekenend dat het idee sowieso geopperd is.
Teken dat er iets te doen valt aan egoïsme, kortzichtigheid omtrent het doel van de mens op aarde.
We hebben nog te groeien in liefde om misdaad te voorkomen. We kunnen beginnen bij o­nszelf door o­ns te oefenen in mededogen, eerlijkheid,  tevredenheid en ………..vergeven.
_______________________________________________________________________

28-5-2005 © Inner-Art –   Gera Hoogendoorn – Verhoef.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *