“Een ontmoeting met God” – Neeltje Diepeveen

“Een o­ntmoeting met God”
– Neeltje Diepeveen –

Hieronder staat een brief aan een vrouw die had geschreven dat ze na al haar zoeken nog steeds niet wist hoe, waar en wat te zoeken.Ik heb ook gezegd dat ze het met haar verstand nooit zal vinden. Als antwoord op haar huiswerk heb ik deze brief geschreven.

Lieve Vroukje,

Waarom zoek je mij zo ver weg, zo ver buiten jezelf. Waarom blaren aan je voeten gelopen om mij te vinden. Waarom mij gezocht in de millioenen letters van de bijbel, en misschien andere heilige boeken. Waarom heb je mij niet gezocht in de stilte van je hart?



Ik ben geen man en ook geen vrouw, ook geen pasgeboren kind. Niet de storm aan het strand. Niet de prachtige mannen en vrouwen waar je mee omgaat in je leven.
Ook ben ik niet een boom een egel of een kip, hoewel ik me bij die kip op mijn denkbeeldige knieën sloeg van het lachen, jouw humor is prachtig. Ook de buizerd die jouw zo vaak een nieuwe weg liet zien ben ik niet.

Wel ben ik ín de prachtige man en vrouw en in het lieve lachje van de baby. Ook ben ik in de tante die dankbaar voor jouw bosje bloemen is, ook al kan ze dat niet meer zeggen. Ik ben in jóu als je met je bosje bloemen in de hand, o­ndanks de verfoeilijke piesgeur van oude mensen, tante bezoekt. Ik tril in je hart Vroukje als je met tante liedjes zingt, ik ben zelfs in die tráan die over je wang rolt als al die oude mensen meezingen, ja daar ben ik het meest. Al jouw liefdetranen, en dat zijn er heel wat, bewaar ik als kostbare parels in mijn amberen kruikje.

Lieve Vroukje, staak je zoektochten in verre landen en aan stormachtige stranden, als je daar toch weer bent luister dan naar mijn stille liefdesklopjes aan het deurtje van je hart dat nu op een kiertje staat, want daar ben ik te vinden. Omdat je mij zoekt zal dat deurtje steeds verder opengaan en leer je om mij met je hart te zoeken. Je zult me dan o­ntmoeten in de kleine groene sprinkhaan die op zijn zuringstengel uitrust, evenals jij dat doet aan de rand van de sloot. Je zult me herkennen in de zachte streling van de warme wind als je daar het schijnbaar doelloos gewriemel bekijkt van alle kleine insecten die zich daar bewegen.
Als dan de buizerd overvliegt, ja die ene heel speciale, die zijn rondjes voor jou cirkelt, weet dat ik hem weer langsstuur met een liefdeboodschap, waardoor de weg weer duidelijk is voor jou.

Als jij je weer afvraagt waarom ik G.O.D, (Grote Omnipotente Dat) heet, zul je weten dat ik in mijn liefde voor mensen ze een uitspreekbare naam heb gegeven, zodat ze met mij kunnen communiceren, zoals jij dat zo prachtig gedaan hebt in je brief aan mij.
Ik ben o­ntroerd door deze brief, die is voor mij een bewijs van liefde, van jouw liefde.
De antwoorden zullen komen, nee niet in de storm, het o­nweer of de grote watervloed, maar in de stilte daarna, in het kleine madeliefje dat zich opent voor de warmte van de zon; in de stille rust die dan in je hart komt, daar ben ik.

Laten we Jozef en Maria gewoon maar even Jozef en Maria in de bijbel laten zijn, die weten dat hier een wonder van de grootste orde plaatsvindt, een wonder waar zij geen ander antwoord dan hun verwondering op hebben.
Als je eraan toe bent te begrijpen dat ik Geest ben krijgt dat stukje ook een plaats in je hart.  Voor al het andere: Weet dat alle antwoorden diep in je vragen verborgen liggen en dat ze  één voor één in je hart zullen binnenkomen.
____________________________________________________

Huiswerk Schrijverswerkplaats: een o­ntmoeting met God
Neeltje Diepeveen 23 april 2007.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *