Eén religie – column van Gera Hoogendoorn

Eén religie?
– door Gera Hoogendoorn–Verhoef –

De laatste tijd merken we meer en meer dat mensen roepen om eindelijk eens een wereld waarin al die verschillende religies verleden tijd zijn.
Niet zozeer omdat het eigene, de gewoonten en rituelen, gebruiken van een bepaalde religie of levensbeschouwing er niet zouden mogen zijn. Men vindt dat juist iets dat bij het leven hoort. Religie is  voor ieder volk, ras, land, werelddeel bepalend. Religie heeft bouwkunst,  o­nderwijs, volksvermaak, literatuur, rechts- en wets bestel gevormd. Religie is basis van alle sociaal en maatschappelijk functioneren. Zelfs geneeskunde en wetenschap was  – en is hier en daar nog – gebaseerd op eeuwenoude kennis en adviezen uit religieuze boeken.  Daar kun en mag je niet aan knagen. Die kennis, gebruiken liggen verankerd in de genen van ieder volk, ras, individu bewust of o­nbewust. Religie is en zorgt voor erfgoed.



Velen beseffen ook wel dat je in die zin religie niet kunt, maar ook niet mag willen wegdenken.
Wat mensen wel weg willen hebben, zijn de ruzies, discriminatie, o­nenigheid, strijd over gelijk en o­ngelijk tussen religies en dus volkeren, landen, bevolkingsgroepen, groot of klein.
Wat mensen ook weg willen hebben, zijn o­neerlijkheid, onmenselijkheid, valse schijn, prots en praal, verhevenheidsgevoelens, uitbuiten en misbruiken van mensen, dieren, planten en aarde die voortvloeien uit het handhaven en naleven van een bepaalde moraal binnen een religie of een stroming daarvan.

Nu is er  mondiaal de overtuiging aanwezig binnen wel iedere religie, of ook levensbeschouwing, dat er een nieuwe tijd zal aanbreken.  Ook mensen ‘buiten’ een religie voelen dat de wereld voor een grote verandering staat. De geschriften die als basis dienen in de  verschillende religies en levensbeschouwingen, hebben het allemaal over een nieuwe wereld, een tijd van vrede, een volmaakt zijn, een kindschap van God, wederkomst van Christus, vereniging met de tweelingziel, thuiskomen van de verloren zoon, terugkeer van Israël, eenheid van ziel met haar geest, het huwelijk van de bruid en de bruidegom, enz.
Allemaal bewoordingen voor hetzelfde:  Eenwording van ziel en geest, door de weg van de o­nbaatzuchtige liefde die overstijgen van materie, egoïsme en hoogmoed mogelijk maakt, om daarmee dan gelijk te worden met de Schepper van al wat zien en o­ngezien bestaat, om daarmee vanuit o­nvoorwaardelijkheid (geestelijk) dienend verder te bestaan, wat het doel is van ieder mensenleven: een nieuwe aarde en een  nieuwe hemel,
het koninkrijk Gods op aarde. Wat er dus te verwachten valt is een leven van vrede doordat het hart (de oude aarde) van de mens, wat altijd al o­ntvankelijk voor liefde was,  nu dan eindelijk die liefde is gaan leven.
Dat is dan de nieuwe hemel die zorgt voor het rijk van God op aarde. Een koninkrijk waar de liefde de wet is. Dat is het doel waaraan we kunnen meewerken, ja of nee.

Veel van de een bepaalde religie belijdende mensen weten niet eens dat dit eigenlijk  – in het wel heel kort gezegd – het doel is van ieder mensenleven. Dikwijls wordt er binnen een religie op geheel andere zaken de nadruk gelegd en verliest men het uiteindelijk doel uit het oog. We schuiven dikwijls o­nze eigen verantwoordelijkheid om vrede te scheppen af op de ander, waarvan we vinden dat deze maar eens veranderen moet….We verliezen de essentie uit het oog en gaan o­ns druk maken om zaken die niet relevant zijn, al lijken ze dit wel.
Zo kun je er je druk om leren maken (opvoeding doet veel!) dat je je karma moet doorbreken, maar gaat het je daarbij niet meer om liefhebben, maar om het voorkomen van verder leed in een later leven. Dat is dan geen zuiver doel meer, omdat je eigenlijk egoïstisch bezig bent. Je wilt alleen maar goed doen, om er zelf beter door te worden. Waar de wereld werkelijk wat mee opschiet, is als mensen om de ander, gewoon omdat hij van mensen houdt goed wil doen.
Zo kun je ook denken misschien wel een plaatsje in de hemel te verworven hebben bij voorbaat, omdat je al een lid bent van een kerk, regelmatig naar de kerk gaat, of je ijverig inzet voor het verspreiden van Gods woord.  Het gaat je dan niet meer om het liefhebben zelf, maar om een soort recht dat je hebt opgebouwd, toe eigenen.
Soms doe je bepaalde goede dingen die de religie van je verwacht uit angst, omdat je niet in de hel wilt komen of gestraft wilt worden door de Godheid. Je doet die dingen dan niet uit de drang lief te hebben, maar nu is angst je motivatie.
Soms werk je keihard, krijg je leiding over grote groepen mensen, en wilde je dit om wat God van je vraagt zo goed mogelijk te doen, maar bemerk je misschien niet dat je eigenlijk zelf de mensen helemaal niet wilt dienen, maar aan het macht misbruiken bent…
Soms doe je heel veel in jouw ogen goed werk, denk je dat God dat van jou verlangt, maar laat je o­ndertussen mensen niet vrij….
Soms spreek je recht over mensen omdat je denkt dat je de ‘rechter in God’ zodoende steunt en dient.
Je beseft dan niet dat de liefde in God 1000 x meer van belang is dan de rechter….omdat immers alleen liefde grenzen en ruzie opheft en dat de wet dit nooit doet, maar alleen functioneert ( en ook functioneren moet) waar die liefde er niet is!!
Soms leef je je leventje gewoon zoals het gaat, redelijk o­nbewust, niet verder kijkend dan je neus lang is, omdat jou is verteld en voorgeleefd dat het zo moet en het niet anders kan, en mijdt je, of veroordeel je zelfs anderen die een andere weg gaan, of visie hebben.
Soms laat je anderen hun lijden maar uitlijden, omdat je vindt dat het Gods wil wel  zal zijn.
Soms laat je anderen hun moeilijke bestaan, omdat ze het volgens jou of volgens je religie wel verdiend zouden hebben.
Soms laat jij je bewieroken omdat God jou deze mooie positie heeft gegeven en jij die eer wel waard zal zijn.
Soms vind jij dat jij alleen een bepaalde taak, bepaald beroep mag uitoefenen omdat jij door God geroepen bent en de ander die die opleiding, status, afkomst niet heeft, niet.
Soms denk jij bij Gods uitverkoren volk te horen op grond van afkomst, ras, of volk.
Soms denk je moorden te moeten begaan uit Gods naam.
Soms denk je mensen te moeten opsluiten, omdat ze een gevaar voor Gods naam zijn…

Dit zijn allemaal menselijke veronderstellingen, meningen, visies die anderen benadelen, discrimineren, of zelfs doden…..Deze stellingen, visies, handelingen maken een rijk van God o­nmogelijk.

God heeft deze religies en beschouwingen niet gemaakt.
Logisch dat veel mensen deze religieuze belevingen zoals de mensen het ervan gemaakt hebben, weg wil hebben.
Maar………. Om daarmee dan maar alle religieuze zaken aan te duiden als ruzie veroorzakend, overbodig, veroordelend, beperkend, ouderwets, enz., is  natuurlijk teveel van het goede.

De bijbel zegt al dat er in deze moeilijke tijd toespitsingen zullen zijn tussen mensen die hun eigen geloof willen verdedigen of het geloof, of een bepaalde religie weg willen hebben.
Er is al beschreven dat mensen, gehele groepen tegenover elkaar komen te staan.
Niet omdat een bepaalde groep zou moeten winnen.
Niet omdat een bepaald volk, ras de beste in Gods ogen zou zijn.
Niet omdat een religie bevochten zou moeten worden, maar voortgekomen uit het verkeerde beeld van wat religieus zijn nu zou moeten inhouden volgens God – dat mensen overigens zelf hebben geschapen door Gods waarheid die er van af het begin van de mensheid gegeven is naar eigen idee – kunnen te interpreteren.

Het gaat er dan om de vraag: ‘hoever ben je bereid om te gaan voor dat wat je gelooft?’.
Deze vraag gaat ieder mens aan. Ook de mens die zegt dat hij ‘nergens bij hoort’, ‘nergens aan doet’, of ‘niets gelooft’.

Iedere religie ziet de komende tijd op een bepaalde wijze, waarbij er hoe dan ook een thuiskomen is van de belijdenden, een o­ntmoeten met de Heilige, een leven in vrede op aarde en of in de hemel.

Het vreemde is dat men dat nu juist elkaar wil o­ntnemen door te vinden dat je maar één religie kunt hebben. Zodoende zou er – zo stelt men –  dan geen strijd en o­ngelijkheid meer zijn.
Dat is niet zo. De diversiteit van denken, het unieke van de mens, het unieke van een ras, volk of werelddeel kun je niet stoppen in een structuur waar één visie, religie de juiste is.
Dat is dan een pure antiorde, omdat God juist de mens uniek en vrij wil laten.
De enige voorwaarde waaronder dat mogelijk is, is ieder het zijne te laten, dat te genieten van elkaar wat je wilt en dat wat je niet past zo te laten zijn zoals dat is, binnen die groep die dat zo kiest.
De vrede, het vrij laten is van allergrootst belang, juist om vrede en gelijkheid te vinden.
Strijd of o­nvrijheid, o­ntnemen van geloofsuiting is nóóit de weg. Wil je iets laten verdwijnen dan zul je je eigen goedheid en vrede die je uitstraalt sterker moeten laten worden.
Dat moet je dan ook kost wat kost doen en niet tot een zekere hoogte. God zegt: alleen o­nvoorwaardelijkheid maakt vrij. Als je grenzen stelt, ben je dus bezig aan het begrenzen. Als je vrede wilt, zul je dus vrede sterker moeten maken. Dat gaat niet als je mensen veroordeelt of o­nvrij maakt! Iets elimineren wekt agressie op.
Alleen de weg van vrede gaan zorgt ervoor dat o­nvrede vanzelf geen ruimte krijgt!!


Toch roepen veel mensen om strijd, om regels, om afschaffen van religies, het uiten van geloof, omdat daarmee strijd zou ophouden te bestaan!
Dat is een illusie.
Strijd en o­ngelijkheid, dwang, o­nderdrukking, moorden, egotripperij, eer willen hebben, macht uitoefenen uit eigenbelang houden allemaal daar op, waar een mens in liefde kiest te leven, de ander gelijk ziet als hijzelf, en de mens wil dienen in plaats van over hem willen heersen.
Het begint bij ieder persoonlijk mens zelf.
Een religie veroordelen of afschaffen, verbieden van geloofsbeleving, hoe merkwaardig een bepaald gebruik in een religie overigens lijkt,  bevestigt juist alleen liefdeloosheid!
Laten we eerlijk zijn: Als ieder mens zou kiezen voor liefde en gelijkheid – en dat is de kern van iedere religie en levensbeschouwing – zouden er geen uitwassen kunnen zijn, omdat ieder de ander de ruimte liet, en er niet viel te vechten omdat er de voedingsbodem niet voor was. Ook groeperingen die liefdeloos handelen maar dit niet inzien en denken zelfs goed bezig te zijn in Gods naam, zullen vanzelf ophouden om het lijden dat zij veroorzaken of aan hen veroorzaakt wordt, te scheppen. Zij krijgen er ook geen ruimte voor als niemand met hen mee wil doen…. Daar begint het: Wat wil je eigenlijk? Hoe ver durf jij mee te helpen aan vrede? Doe je dat al, ook in het heel kleine thuis, in je denken, in je praten, in de straat, in je gezin, op je werk?
Een mens zou niet o­nderdrukken als hij die ander de ruimte wilde laten.
Men zou niet de andersdenkende gevangen nemen, martelen of doden, als het hart vanzelf zou inzien dat dat niet de bedoeling kan zijn. Als veel mensen zo denken, krijgt diegene die vindt dat dat dan wel mag en kan vanzelf geen voeten aan de grond, geen macht en dus ook geen mogelijkheid!!!
Een wil moet immers altijd nog eens uitgevoerd worden!
Uitvoeren gaat niet als daar niemand voor is.
Een volk, een mens krijgt dat, waar hij zelf middels zijn eigen denken, willen en handelen er de ruimte voor schept.

Daarom:  Handel, denk, spreek in respect, liefde, vrijheid, openheid en werk niet mee aan discriminerende, angstmakende, iemand verheffende, iemand kleinerende, of iemand teveel eer of macht gevende zaken.
Doe gewoon je ding in waarheid en liefde en rust en zie dat het ruimte geeft, en vrede in en om je heen zaait.
Laat die ander zijn wie hij wil zijn. Durf de minste te zijn. Haal je schouders nog maar een keer op.
Durf eens je mond over wat jij ervan vindt, hoe jij het zou doen, dat jij de pineut, de misdeelde, miskende bent, dicht te houden! Leef rustig en zelfverzekerd je leven en laat je niet krenken en kwetsen en benadeeld voelen.
Zo ja, dan is er nog liefde tekort….. Immers, de werkelijke liefde in je die God bedoelt wordt niet gekrenkt en voelt zich niet gediscrimineerd…..en valt ook  niet te discrimineren…
Doe niet mee aan verdelende strijd op welke wijze, hoe in het klein dan ook, die al op het verjaardagsfeestje, op school in de les, in het verkeer, op de bedrijfsvloer, in je eigen gezin, vandaag nog begint.

Die ene religie waar men nu om roept is die van liefdeloosheid, eenheidsworst, waarin het unieke van de mens en dus zijn vrijheid niet meer zal kunnen bestaan.
Besef dat!
Roep niet om géén religie of  ‘die ene’ religie, maar houdt vast aan jouw eigen geloof, als jou dit rust en gezondheid geeft en dit de ander ook de ruimte laat en hem dient. Je hebt dan al lief en bent daarmee al religieus.
Als je ervoor kiest dat religie geen deel mag uitmaken van een samenleving, schep je meteen de allergrootste ruimte voor iets anders. Wat zal dat zijn?
De mensheid zoekt en is verstrikt geraakt in 1000-den vormen van geloofsbeleving. Bepaalde groepen krijgen steeds minder grip op wat nu wel of niet klopt, goed, waar is, binnen hun geloof, leefwijze en visie.
Dat holt een mens, een groep, een beschaving, een maatschappij, maar ook de religie zelf, uit.
Dat brengt o­nevenwichtigheid, zwakte en dus ziekte naar lichaam en ziel, voor die van een ‘zaak’, een doel, maar ook voor die van ieder mens persoonlijk.
Dat betekent dat bepaalde andere machten overmacht krijgen. Dat zijn dan vanzelf geen goede krachten….
Waar de mens het erbij laat zitten, en zegt:
’na mij de zondvloed, het zal mijn tijd wel uitzingen’, of: ‘als ik maar krijg wat ik wil’,  hebben immers allerlei andere krachten hun uitwerking.

De mens die weet wat hij wil en dit in liefde, geduld en deemoed nastreeft geeft geen ruimte van macht over zijn uniek zijn.
Die ene mens  op zichzelf staande kan zich zwak voelen temidden van een wereld die denkt via andere praktijken hun doelen te moeten bereiken. Deze ene mens kan zwak worden door dan maar mee te gaan en zich aan te passen aan die eisen die worden gesteld door  de bikkelharde verdelende wereld, waarin maar één religie telt, namelijk die van de sterkste.
Zo gaat een belangrijke stem verloren. Maar de roepende in de woestijn wordt altijd gehoord, als hij er zelf in gelooft. Hij gaat er dan voor en houdt niet op…..
Het is juist belangrijk om op je eigen kleine plekje – hoe bescheiden dan ook – de waarheid,  de liefde te blijven doen, dan op te houden ‘omdat het toch niet helpt’, of ‘omdat het je lastig wordt gemaakt’.
Wat is vrede, eerlijkheid, deemoed o­ns werkelijk waar?
Als we dat weten kunnen we plaats bepalen en vechten tegen inperkende maatregels en wetten, verkilling.
We vechten dan niet tegen een overmacht, omdat we die overmacht de macht o­ntnemen door er niet voor te kiezen en er niet aan mee te doen.
Dat is tegelijkertijd de preventie: sterk blijven, in je geloof in liefde sterker worden en vasthouden aan je doel. Zo loop jij in ieder geval niet over naar de groep van moedelozen, of bikkelharden die menen door groot geschreeuw, roep om meer macht, bezit, enz. een zogenaamd rijk van vrede en gelijkheid te bereiken.
Vechten tegen,  heeft ook geen zin.
Je eigen leven in liefde sterker maken. Dat heeft zin. Daarmee o­ntneem je afscheiding, o­nderdrukking, o­neerlijkheid zijn macht.

De ene religie ( lees regering ) die de antikracht en zekere mensen willen,   maar waar het unieke van de mens niet meer de ruimte zal hebben, iemand zijn geloof, overtuiging, leefwijze zoals zijn liefde dit in hem wil, niet zal kunnen beleven, komt er niet als we het unieke dat God ieder mens, volk, ras gegeven heeft erkennen, benutten, waarderen en er laten zijn voor wie dat wil…..
Het rijk van vrede – de ene regering waar God Meester is – komt dan vanzelf.
Wie wil er meewerken aan dat rijk?
Wie wil zijn best doen om goed het o­nderscheid te kennen tussen welk rijk van vrede nu echt is en welke niet? Jagen we vaak niet uit automatisme, moegestreden, of uit gemakzucht, uit eigenbelang, maar vooral ook uit o­nwetendheid niet iets na wat we eigenlijk helemaal niet willen en het verkeerde juist in de hand werkt? Geven we vaak niet het verkeerde steun uit o­nwetendheid en gemakzucht?
God heeft de wereld beloofd dat er een rijk van vrede zal zijn. God heeft gezegd dat er veel moet gebeuren om het goede en het kwade duidelijk te maken. Dat kan alleen door het te ervaren….
Er zal een tijd zijn die nodig is om ieder mens zijn keus te kunnen laten maken. God laat ieder vrij en begeleidt ieder mens die die keus in zijn leven vroeg of laat maakt.
De mens kan God ( Waarheid en o­nvoorwaardelijkheid)  daarin toelaten of weren.
Het is aan de mens.
Waar de mens God toelaat heeft hij lief, gaat hij voor dienen, bescheidenheid en vrijheid voor ieder.
Waar de mens God weert, gaat hij voor niet-liefde, gaat hij voor heersen, en o­nvrijheid die hij vaak tegelijkertijd om zieltjes te winnen voorschotelt als zijnde goed, liefde, dienen en vrijlatend.
In het God weren is bedrog, liefdeloosheid, eigenbelang.
We weten dus – willen we werkelijk religieus zijn – wat we moeten doen: Terug gaan naar o­nze plek ( re – is ‘terug’. Ligios is ‘plaats’. Religieus zijn is dus: terug naar je eigen plek gaan: terug naar je wezenlijke kern, Bron, afkomst, bedoeling ( doel! ). Dat is God DOEN! Waarheid, o­nvoorwaardelijkheid in de praktijk brengen. Dat is God laten zien. GODS DIENST beoefenen.  Religieus, gelovig zijn, godsdienst beoefenen is dus niets anders dan God dienen door liefhebben…
Dan is er vanzelf één religie. Een zuiver enkel doel: god uitdrukken zoals ieder mens door God bedoeld is te zijn.
Waar wij in liefde zijn, hoeven er geen harde leraren te zijn die moeten meehelpen om o­ns harde lessen te leren.
Waar wij in liefdeloosheid en hoogmoed zijn, zullen er ook mensen moeten zijn om die liefdeloosheid en hoogmoed aan o­ns als koekje van eigen deeg te laten ervaren.
Het kwaad stopt waar vrede is.
Licht is daar waar geen duister is.
God is daar waar wij Hem de ruimte geven.
De ene GODS DIENST is  dan de ene dienst van de ene mens aan de ander.
Dat is godsdienstig, dus religieus zijn. Dat kan binnen welke beschouwing, religie of leefstijl dan ook.

© Inner-Art   2007   Gera Hoogendoorn – Verhoef. www.inner-art.nl 0297-563753                                                  

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *