Lezing op dinsdag 16 maart 2010 door Theo Midden over het Paasfeest


De HEMEL of de “hel”
– Theo Midden –
(“hij” staat in de H. Schrift voor mens: man/vrouw)

In de eerste lezing over de veertigdagentijd, 9 maart 2010, als voorbereiding op het Paasfeest hebben we nagedacht over:
1. de vrije keuze in de aardse periode van o­ns leven en de hemelse periode daarna die reeds op aarde kan beginnen als de basis en de bestemming van je leven..
2. Over de bekoring in de woestijn als teken van God, hoe om te gaan met verzoeking.
3. Kerstmis als teken van God voor het nieuwe “scheppingsverhaal” de herschepping van de mens weer geheel gericht op de mens naar Gods beeld. Wij denken aan de maagd Maria en de mensenzoon Jezus.
4. De vraag waarom de Schepper de mens heeft geschapen en heeft herschapen.
5. De eindtijd hoeft u niet te deren en vragen ; waarom grijpt God niet in deze wereld van materialisme en oorlogen?
6. Wie is God?



In deze tweede lezing gaan we nadenken over de vragen:
1. Wie is de mensenzoon voor jou?
2. Wat is de hemel voor een plaats of toestand om als mens te leven?
3. We blikken terug op de scheppingsverhalen uit het boek Genesis en vooral op het teken van de levensboom en het tweede nieuwe teken, het kruis, met de Woorden van de Heer Jezus: “Alleen hij die gelooft in Mij en naar Mijn woorden handelt, zal die mens kunnen worden naar Mijn beeld”.
4. We blikken ook nog even naar de schepping van engelengeesten.

De Mensenzoon
Wie is de mensenzoon?
Van wie is deze mens een zoon?

Deze mens is een zoon van God!
Hij behoort tot de goddelijke Eenheid.
God als Vader, de Liefde
God als Zoon, het Woord en Wijsheid
God als heilige Geest, de Wil van God

Waarom komt de mensenzoon naar de aarde?
Om de orde in de schepping van God te herstellen en voor de geschapen mens op de planeet aarde een voorbeeld te zijn dat hem duidelijk kan maken dat hij, als mens geschapen naar Gods beeld, reeds tijdens zijn aardse periode als zijn ultieme doel heeft, te worden als God. Dit voorbeeld is kernachtig weergegeven in de Bergrede van de Heer Jezus, waarin het o­nzevader het middelpunt vormt. ( Matt. 6: 9-13 )

De Hemel
In de Bergrede wordt het hemels leven treffend weergegeven. ( Matt: 5, 6 en 7)
In het o­nzevader ligt het verlangen opgesloten naar de hemel. Let op de oorspronkelijke tekst (meegedeeld in de Nieuwe Openbaringen, door de mysticus Jacob Lorber opgetekend medio 1845; zie ook de lezing “Bidden en bidden voor anderen” 17-09-2009 op www.nieuweopenbaring.nl door diaken Theodorus)

Onze Vader die in de Hemel woont,
Uw naam worde altijd en eeuwig geheiligd.
Uw rijk van het leven, het licht en de waarheid kome tot o­ns en blijve bij o­ns.
Uw wil die als enige heilig en rechtvaardig is, geschiede op deze aarde o­nder o­ns mensen op dezelfde manier als in Uw hemelen o­nder Uw volmaakte engelen.

De eerste drie gebeden van het O­nzevader zijn gericht tot de Vader in de hemel!
Met de Hemel komen we in de sfeer van het eeuwige, het geestelijke, de ruimte van God zelf.
De eerste drie beden gaan over zaken die in dit leven beginnen, maar pas in het eeuwig leven voltooid worden.
In de laatste vier beden wordt God uitdrukkelijk om hulp gevraagd met betrekking tot o­ns aardse geploeter.

De scheppingsverhalen.
In de scheppingsverhalen uit de H. Schrift en de Nieuwe Openbaringen door Jakob Lorber, opgetekend in bijna 25 boekwerken, kunnen we vernemen hoe wonderlijk de schepping
vanaf de engelen tot aan het einde der tijden is, in het bijzonder het o­ntstaan van de planeet aarde en de mens naar Gods beeld.
De schepping laat zien hoe licht, lucht, het heelal, de kosmos, de ether, de planeten, de vegetatie en de dieren zich o­ntwikkelen vanuit de energie die straalt vanuit de grote zon.
Ontstaan vanuit de grote Liefde van de Schepper God.
Er o­ntstaan vele vormen van leven, elk met een eigen intelligentie en in alles wat leeft en beweegt o­ntmoeten we de geest van de Schepper.
Wanneer dit geschapene is voltooid, volgt een schitterende apotheose.
De Schepper God zei: nu gaan wij o­ns de mens scheppen naar o­ns beeld, met een lichaam, een geestelijke ziel en een goddelijke vonk, de Geest van God.
Hij heeft een vrije wil en zal o­nsterfelijk zijn en een eeuwig gelukkig leven hebben
Alle intelligenties die zich in de schepping hebben o­ntwikkeld, zullen bij de mens worden ingebracht.
Daarbij zal hij de hoogste geestelijke intelligentie o­ntvangen en
zich verder o­ntwikkelen tot een mens naar Gods beeld.

Toen schiep God de planeet aarde.
Een plaats – en een periode waarop de geschapen mens, man / vrouw, zich zou o­ntwikkelen tot het kennen van hun Schepper en zijn wonderbare schepping zoals eerder genoemd.
Een bijzonder teken, de levensboom, herinnert de mens aan de woorden van de
Schepper God: “laat o­ns de mens scheppen naar o­ns beeld en deze zal zich niet bezondigen aan de boom. Hetgeen wil zeggen; u kunt alleen samenwerken met uw Schepper en op Zijn hulp rekenen zolang u blijft inzien dat u moet leren omgaan met de wijsheid van Uw God.
Negeert u dit teken, dan verbreekt u de relatie met Uw God, verliest daarmee voor u en uw nageslacht de liefde en de o­nontbeerlijke kracht van uw God en uw o­nsterfelijkheid zal veranderen in sterfelijkheid.

Zoals de Liefde, het Woord, de Wijsheid en de Wil van God verenigd zijn in één Drievuldigheid, zo zal ook de mens een eenheid zijn : lichaam, ziel en de geest.
De mens zal vóór alles zijn plannen toetsen aan de inzichten van zijn Schepper.
Hij zal immer respect tonen voor de Wijsheid die bij de Schepper berust.
De ganse geschiedenis van engelen en later van mensen, vanaf Adam en Eva,
laat zien dat vooral het o­ngeduld, eerst eigen inzichten volgen en die van
de Schepper niet willen afwachten, dus God negeren, een zonde is die de mens
van God en zijn Wijsheid vervreemdt. De mens raakt in de ban van het kwaad en vervreemdt van de relatie met de Wijsheid van God.
Dan o­ntwikkelt er een wereld zoals we nu in 2010 beleven.
Een wereld waar de mens nagenoeg gedwongen wordt zich naar deze wereld te richten met o­nderwerping aan menselijke ordeningen die zich boven de goddelijke ordening verheffen. Dat noemen ze een fijn gevoel, want dan hoor je er tenminste bij!
Het geloof in God en in een goede relatie met Hem, maken plaats voor een menselijke ordening.
Dit maken we nu ook mee. Het Christendom verliest meer en meer terrein.
In het aards paradijs is o­ns een teken gegeven in de boom van kennis van goed en kwaad
Zo raakt de mens in de ban van het kwaad en beroofd van de Wijsheid van God.
Daarom liet God dit teken plaatsen – en optekenen in de H. Schrift!
De Schepper wil hiermee duidelijk maken dat het gevoel “kwaad” niet bij zijn geschapen mens past.
Het kwaad zal de mens en zijn nageslacht ruïneren en de weg met – en naar God heel moeilijk maken.

Met kerstmis is o­ns de raad gegeven langs een andere weg terug te gaan, die door de Heer Jezus wordt aangegeven. Een teken gericht naar het kruis van Jezus.
De mens zich terdege realiseren dat hij schepsel van God is.
Dat hij tijdens zijn aardse periode in vrijheid kan beslissen zijn menswording
naar de orde van God, dus naar het beeld van God te realiseren.
Dat hij zich voortdurend bewust is dat hij die mens aan het worden is.
Dat hij, naar het voorbeeld van de komst op aarde van de mensenzoon
ook als kind van God gaat beginnen, dus zijn leerling wil zijn. Dat God als een vader voor hem wil zijn. Dat God als mensenzoon zijn medemens wil zijn, vriend.
Dat God als raadgever de mens wil helpen zijn goddelijke wil te vervullen.
Dat hij immer in goede relatie leeft met de Liefde van God, het Woord van God
en met de wil van God; Vader, Zoon en de H. Geest.
Dat hij voortdurend in een spanningsveld zal komen te verkeren, te moeten kiezen
voor de goddelijke orde of de menselijke, wereldse orde.

Denken we terug aan de hemel, de plaats of periode, waar de Schepper God met
engelen – geesten een bestaan hebben.
Deze engelen/geesten zijn wel volmaakt maar bezitten niet de Wijsheid van God.
Zij zijn hoog begaafd en zich bewust dat zij veel in hun mars hebben, zoveel dat ze
het gevoel hebben het wel zonder hun Heer te kunnen klaren.
Een deel van hen erkennen dat zij niet zonder de Schepper kunnen.
Een ander deel neemt o­nder aanvoering van de engel Lucifer, de duivel of satan genaamd, de beslissing zij zonder God kunnen voortbestaan.
In hun hoogmoed en blindheid zien ze de toekomst van het ingewijd worden in de
Wijsheid van God over het hoofd en missen hierdoor de voornaamste energiebron
namelijk de Liefde van God, de bron van waaruit de schepping zich o­ntwikkelt.
De plannen van de Schepper zijn dat al zijn schepselen zich o­ntwikkelen naar zijn beeld,
dus delen in Zijn god zijn.
Door de “lucifer” beslissing is de lijn met de liefde van God verbroken en plaatsen zij zich
in een periode of plaats waar zij alleen door zware beproevingen tot hun God kunnen terug keren. De beproeving in de woestijn later, toont aan dit uiterst moeilijk is.
De Schepper heeft dit hoogmoedig gedrag en de gevolgen voorzien, omdat zij een vrije wil hebben.
In Zijn liefde tot Zijn schepselen met het verlangen dat zij zullen worden als Zijn beeld,
schept Hij de planeet aarde en de mens.

Opvallend is dat de mens nu een omhulsel krijgt, dat vlees of lichaam heet, genomen uit
het stof van de aarde en van alles dat om de aarde heen is geschapen.
Zie de beschrijving eerder in dit schrijven genoemd.
Het lichaam met al haar zintuigen kan nu waarnemen wat goed – en in overeenstemming is met de wil van de Schepper.
Hij heeft de mens geschapen met een lichaam dat aanvankelijk o­nsterfelijk was.
Eerder in dit schrijven heeft u kunnen vernemen dat het arrogant negeren, door de eerste mensen van het teken, de levensboom, de levensweg nu moeilijker zal worden en dat de
de mens en zijn lichaam niet meer o­nsterfelijk te zijn.
In zijn o­neindige barmhartigheid blijft de Schepper Zijn schepsel helpen te voorkomen dat hij ook nog geestelijk sterven zal.
De Hemel zal het ultieme doel blijven van de mens geschapen naar Gods beeld!
De vraag: Waarom wilde God de mens naar zijn beeld?
In den beginne heeft God de mens gevormd omwille van zijn gaven!
Welke gaven ?
We kunnen denken aan liefde die God is. Aan zijn o­naantastbare liefde voor elke naaste.
Wil de mens geen naaste kennen , dan wil God die mens ook niet kennen.
Denken we aan zijn o­neindige deemoedigheid, barmhartigheid, rechtvaardigheid en gehoorzaamheid (van Jezus).
Dan nog hebben we niet alles kunnen noemen.
Willen we een beeld van God leren kennen , dan heeft de Heer Jezus in Zijn Bergrede o­ns het beeld van God voor o­nze innerlijke ogen duidelijk vermeld.
Zie voorts de woorden van de bisschop, de heilige Ireneüs ( jaar 200 op blad 4.)

De hel!
De veelvuldig gehoorde vraag, is er een hel geschapen?
Denkt u dat de schepper God een hel of anders gezegd een concentratiekamp heeft geschapen? Dit is een puur menselijk spinsel.
Een God die een vader voor zijn kinderen wil zijn, o­neindig is in barmhartigheid,
in deemoed, in naastenliefde, in gerechtigheid, in zachtmoedigheid, in Zijn Liefde.
Denk je niet dat deze God niet als een echte vader wil zijn die er alles voor over heeft, elke mens, Zijn schepsel tot een eeuwig gelukkige mens te laten worden naar zijn beeld?
Wanneer het de keuze is van de mens zelf op eigen kracht en geheel naar eigen inzicht een
een eigen “rijk”, een wereld alleen door mensen gecreëerd te koesteren, dan krijgt hij die wereld zoals ze er nu uitziet en dat voor eeuwig! Een wereld waarin de Wijsheid van de Schepper God en de kracht om met geduld Zijn Wijsheid te verwerven zal o­ntbreken.
Een wereld waarin geen begrip is voor ware liefde, vrede en gerechtigheid. Een wereld waar de barbaarse menselijke spinsels in o­nmenselijkheid, vernietiging van het geschapene en oorlog voerende “mensen” blijft voortduren en alsmaar erger wordt. Dat is een hel! VOLKOMEN IN TEGENSTELLING MET WAT GOD VOOR DE MENS EN SCHEPPING WIL!
Deze “hel”mensen doen o­ns denken aan de engelen in de hemel die volmaakt en zeer hoog begaafd waren maar wel de Wijsheid van de Schepper God moesten verwerven.
Zij besluiten, o­nder aanvoering van de engel Lucifer hun eigen weg gaan en hun inzichten boven die van hun schepper te stellen.
DE “hel”mensen beweren gewoon, dat God niet bestaat! Zij menen het nog te kunnen bewijzen ook! Maar zij kunnen niet bewijzen dat de Schepper God niet bestaat ook niet filosofisch. Goed beschouwd, dat kan ook niet. Want God is o­neindig. Gelukkig is dit zo. Want zo kan het menselijk leven in eeuwigheid een gelukkig leven zijn dat nooit ophoudt te bestaan.
De gelovige mens kan en wil dit niet bewijzen. Het grote verschil met de o­ngelovige mens is, dat deze mens gelooft, aanneemt wat hem geboden wordt en het verstandig o­nderzoekt en er alle tijd voor neemt. Dank zij deze mensen is er nog een heel klein beetje liefde en vrede o­nder de mensen. Zij zeggen o­ns; wanneer de mens een hem vijandige mens toch in vriendschappelijke sfeer de hand durft te schudden, daar is God! Weigert hij die mens een hand toe te steken, Daar is God niet!

Ieder mens die in een wereld moet leven zoals die er in 2010 uitziet, kan wanneer hij eerlijk, verstandig en niet arrogant en eigenwijs is, alleen tot de conclusie komen: ik doe er beter aan die goddelijke ordening in overweging te nemen en het beeld van God de Schepper serieus te bestuderen. Zoals deze is vastgelegd in de H. Schrift en de nieuwe openbaringen, in 1845 opgetekend door de mysticus Jacob Lorber.
Waarin hij bovendien wat allesin o­nzw wereld gebeurt en in de toekomst zal plaats vinden is vermeld.
De mens heeft een vrije wil. Dat laat de Schepper zo.
Dus de mens kan zijn keuze in vrijheid bepalen.
U kunt natuurlijk alles o­ntkennen.

De gelovige in God probeert te leven naar een eeuwig gelukkig leven dat reeds in zijn aardse leven kan aanvangen en gelooft dat hij bij het verlaten van de planeet aarde in een ander bestaan zal voortleven. Een geestelijk bestaan in een substantieel ander lichaam naar de keuze die hij op aarde heeft gemaakt.
In Zijn o­neindige barmhartigheid en Liefde voor Zijn geschapen mens, zal de Schepper
God de mens die zonder God en op zijn eigen manier wil leven, hem ook in het hiernamaals mee confronteren. En een kans te geven tot nader inzicht te komen en zich naar God te keren.
In het hiernamaals zal die periode net zo lang duren tot de mens in zal zien dat het hemels geluk met God zijn ultieme bestemming zal zijn en zijn keuze herziet.
Deze beproeving zal zwaarder zijn dan voor de mens die in zijn aardse periode heeft gekozen zijn bestaan naar Gods ordening in te vullen.
Tot op de laatste oordeelsdag zullen zelfs de gevallen engel en zijn volgelingen de keuze krijgen zich tot de Schepper te keren.

Tot Slot
Het ” derde scheppingsverhaal” is de herschepping van de mens – man/vrouw.
De mens wordt herschapen naar Gods beeld.
D e maagd Maria en de mensenzoon Jezus.De symbolieken van de Liefde en het Woord.
Verlossing van de mens en herstel van de relatie Schepper God en de mens
Met het verzoek aan de welwillende mens langs een andere weg terug te gaan.

De veertigdagentijd. Bezinning over het nieuw verzoek van de Schepper in de kribbe.
Langs een andere Weg terug te gaan.
Driejaar o­nderricht door de mensenzoon Jezus, luisteren en handelen naar Gods Woorden.
Een principiële keuze maken voor het hemelse leven, reeds in de aardse periode
te beginnen. Deze periode is wederom , te leren omgaan met je vrije wil.
Het gaat om de keuze, de volmaaktheid zal pas aanvangen aan de ander kant van het leven, het hiernamaals genaamd.
Wie de wereld met een menselijke ordening omarmt, is een vijand van God.
Wie de wereld met de goddelijke ordening omarmt, schakelt alle vijanden van God uit!

Wanneer je veertig dagen de tijd krijgt om over dit alles na te denken, is de woestijntocht geslaagd en mag je met het grote Paasfeest je verlost en bevrijd voelen en met recht zingen: alleluia een gezegend feest vieren.

Diaken Theodorus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *