De leerling Andréas spreekt over de werken en woorden van de Heer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 104 / 244 »»
[1] Dat maakte onze heidense priesters helemaal stom van louter verbazing; Want ze merkten nu pas echt duidelijk wie ze in Mij voor zich hadden.
[2] Hoewel ook onze waard, die bij ons was, Mij 's avonds het grote genezingsteken had zien doen en daar heel verbaasd over was, raakte hij er na het teken van deze ochtend pas van overtuigd dat Ik niet zoals een grote profeet vervuld met de geest uit God handelde en werkte, maar helemaal zelfstandig uit eigen macht en kracht; hij zei dan ook tegen de commandant, die zelf met de zijnen hoogst verbaasd stond te kijken: 'Hoge gebieder, deze man is geen mens die met hulp van de ene, enig ware God van de Joden zulke ongehoorde tekenen doet, maar in Hem woont zichtbaar voor ons de gehele, eeuwig eindeloze volheid van de Godheid lichamelijk! Want Hij zei: 'Ik wil het!' en niet: 'God heeft aldus tot Mij gesproken dat dit of dat moest gebeuren en ontstaan!'
[3] De commandant zei tegen de waard: 'Vriend, dat weet ik al sinds Pella, waar Hij naartoe kwam en evenals hier onderwees en grote tekenen deed; maar zo'n teken als dit heb ikzelf nog niet gezien, ofschoon wel enkele die hierop lijken en die mij maar al te luid en duidelijk zeiden: 'Zie, dat is op buitengewoon wonderbaarlijke wijze de Heer Zelf!'
[4] Hij zegt weliswaar: 'Ik ben door de Vader in deze wereld gezonden!', maar Hij is Degene die Zichzelf door Zijn liefde voor ons mensen in deze wereld heeft gezonden, om voortaan geen onzichtbare en onbegrijpelijke God en Vader voor ons te zijn, maar goed zichtbaar en begrijpelijk, zodat wij in het vervolg echt kunnen geloven dat Hij de enig ware God is en dat er buiten Hem geen andere God en Heer bestaat en kan bestaan.
[5] In Hem woont het Oerzijn van alle zijn, de oerkracht van alle krachten, de oermacht van alle machten, het helderste Zelfbewustzijn van al het bewustzijn van alle schepselen in de hele eeuwige oneindigheid, die vervuld is van Zijn werken, en zo woont in Hem dan ook de hoogste en eeuwig ondoorgrondelijke wijsheid. En kijk, dit alles geloof ik niet alleen maar zoals een mens gewoonlijk een vernomen waarheid pleegt te geloven -want behalve dat hij het gelooft, vorst hij het met zijn verstand toch nog na en vraagt zich af, of die grote waarheid ook wel in de volledige samenhang van haar onderdelen volledig is en hoe men zich daar volkomen van zou kunnen overtuigen -maar ik ben van al die dingen volkomen en ten volle overtuigd en ben bereid voor die volkomen en diepe overtuiging mijn leven te geven!'
[6] De waard zei: 'Hoge gebieder, zo diep als u kan ik in dit hoogheilige mysterie nog niet ingewijd zijn; maar ik geloof nu zonder twijfel alles wat u nu hebt gezegd, en ik hoop dat ook ik en mijn hele huis van dat alles ten volste overtuigd zullen raken! Daarom zij alle eer en liefde nu aan de ene, zichtbare God hier voor ons!'
[7] Zoals de commandant en de waard spraken ook de priesters en ook de leerlingen onder elkaar.
[8] Eén priester liep naar een leerling toe en vroeg hem of Ik dergelijke tekenen al vaker had gedaan.
[9] De leerling zei: 'Ga naar alle plaatsen van heel Galilea,Judea, Samaria en nog andere landstreken in het zuiden en noorden en van het oosten naar het westen, en stel daar een onderzoek in, dan zal men je zeggen en tonen wat de Heer heeft gedaan!
[10] Tekenen, zoals dit hier, zijn er veel gedaan, en alle landstreken waar we met Hem doorheen zijn gereisd, zijn vol van Zijn daden en vol van Zijn eer; want Hij is Degene die Zijns gelijke niet heeft, noch in de hemel noch op aarde. Maar Hij wil niet dat wij veel over de grote tekenen spreken, die Hij gedaan heeft om de waarheid te bekrachtigen van Zijn leer, waarvan jullie nu de hoofdzaken al kennen. Want de tekenen zullen verouderen en mettertijd vergaan, zoals alles op deze wereld vergankelijk en veranderlijk is, en als men er na vele jaren over zal spreken, zullen de mensen het niet geloven en niet vatten; maar Zijn woorden zullen niet vergaan, maar als de Waarheid van alle waarheden eeuwig blijven bestaan in alle hemelen en op de hele aarde en in de grote wereld van de geesten!
[11] Hij wil zodoende alleen dat dit woord van leven, dat door Hem vanuit de hemelen naar deze wereld is gebracht, aan alle mensen verkondigd wordt en dat zij het levende geloof in Hem verkrijgen door overeenkomstig dat woord te handelen.
[12] Als de mensen dat doen, zullen ze zodanig door Hem gewekt en gesterkt worden dat ze in Zijn naam zelftekenen zullen doen, evenals ook wij in Zijn naam al heel veel tekenen hebben gedaan, door allerlei zieken onze handen op te leggen, waardoor zij volkomen gezond zijn geworden.Voor jullie zal dat teken pas van nut worden als jullie volgens Zijn leer leven en handelen.
[13] Zo'n teken kan wel als een buitengewoon groot wonder beschouwd worden, als de mensen die daar persoonlijk getuige van waren nog geen voldoende duidelijkheid hebben verkregen over wie Degene is die het teken doet; maar als de mensen eenmaal herkend hebben wie Degene is die de tekenen doet, is het teken als zodanig geen wonder meer, want dan zien ze immers in dat voor God, de eeuwig Almachtige, geen enkel ding onmogelijk is.
[14] Wat is deze aarde anders dan het woord en de wil van de Heer vanuit Zijn liefde en wijsheid? Wat zijn de maan, de zon en alle talloze sterren met alles wat ze dragen en bevatten, terwijl het -zoals wij met zekerheid weten ook hemellichamen zijn waarvan de meeste, die wij met onze ogen kunnen zien, onvergelijkelijk veel groter zijn dan deze aarde, die ons draagt en voedt?
[15] Als het voor God de Heer van eeuwigheid mogelijk is om zulke grote ~erken enkel door Zijn wil hetzij in één ogenblik dan wel op grond van Zijn liefde en wijsheid in langere tijdsperioden tot leven te roepen, dan kan Hij toch even gemakkelijk door Zijn woord en Zijn wil een kleine plek kale bodem met vette aarde bedekken en op die plek overeenkomstig zijn aard zulke vruchten laten groeien als de gesteldheid van het land volgens de door Hem vastgestelde orde vereist.
[16] Jullie Romeinen, die toch heel verstandig zijn en veel ervaring hebben, kunnen dat gemakkelijk inzien en begrijpen, en zo zullen jullie ook inzien en begrijpen dat niet de tekenen die de Heer nu doet de hoofdzaak voor ons mensen zijn, maar Zijn woord en Zijn leer, die ons de weg naar het eeuwige leven toont. Het woord uit Gods mond is daarom voor ons allemaal alles in alles; daardoor zullen wij eeuwig bestaan en leven en daar zijn, waar Hij is, en Werken doen door Zijn woord en Zijn wil in ons.'
[17] Toen de priester dat van de leerling had gehoord, zei hij: 'Vriend, jij bent in de echte wijsheid uit God al ver gevorderd, en nu verwondert het mij niet dat jullie, oude leerlingen van de Heer, na dit ongehoord grote wonder veel minder verbaasd gereageerd hebben dan wij heidenen! Maar wat je mij nu hebt gezegd zal ik net zo onthouden als wanneer de Heer Zelf het tegen mij had gezegd, en ik dank je voor je vriendschap en je geduld.'
[18] Daarna ging de priester weer naar zijn collega's terug en sprak met hen over wat hij van de leerling, die Andreas heette, had gehoord.
«« 104 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.