Het ontstaan van de Dode Zee

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 235 / 244 »»
[1] Terwijl wij zo bezig waren ons lichaam te versterken, vroeg de waard Mij toch weer, of Ik hem niet iets meer kon zeggen over het merkwaardige karakter van de Dode Zee, en of het wel waar was dat in de oude tijd op die plaats verschillende steden hadden bestaan, die door een bijzondere beschikking diep in de aarde waren gezonken en dat op die plaats toen deze Dode Zee was gevormd.
[2] Ik zei: 'Je hebt een goed onderwerp gekozen; deze behoorlijk grote zee heeft sinds die tijd de naam 'Dode Zee' gekregen, omdat op de bodem daarvan twee grote steden, Sodom en Gomorra, en nog zeven andere, kleinere steden met al hun inwoners en dieren begraven liggen.
[3] In die tijd had de Jordaan een heel andere loop en stroomde uit in de echte zee, en wel in de zeeboezem bij Arabië, die ook de 'Rode Zee' wordt genoemd. Maar in de tijd van Abraham en Lot vond die ramp plaats door de wil van de ene, enig ware en almachtige God, en het stroomgebied van de Jordaan zelf is lager komen te liggen dan eerst; en zo stroomt de rivier de Jordaan niet meer uit in de Arabische zeeboezem, maar in de Dode Zee.
[4] Wanneer jij of iemand anders met een geschikt schip langs de oever van die zee zou varen, op een tijd dat de zee geen dampen afgeeft, zou je nog enkele resten van kleinere steden onder de waterspiegel zien; maar, zoals gezegd, de oevers van die zee mogen alleen bevaren worden als er boven het oppervlak van het water geen damp te zien is.'
[5] De waard zei: 'Het is dus toch waar wat de profeet Mozes in zijn boeken over het ontstaan van deze zee zegt! Weliswaar hebben al verscheidene reizigers die op verschillende plekken over deze zee hebben gereisd, verteld dat ze vanaf de hoge, steile oevers die de zee omringen bepaalde muren gezien zouden hebben; maar ikzelf heb tot nu toe nog nooit iets te maken gehad met de omgeving van de Dode Zee. Wat zou je daar ook moeten doen? Want zover het oog reikt zie je niets dan hoge rotsen, die naar de zee toe steil naar beneden gaan en net zo dood zijn - dat wil zeggen: zonder enige begroeiing - als de zee zelf, waarin je zelfs daar waar de Jordaan erin uitmondt geen vis meer kunt ontdekken.
[6] Men zegt dat er maar weinig plaatsen zijn waar je met veel moeite beneden bij de waterspiegel kunt komen, die voortdurend een sterke zwavelgeur afgeeft, en ik heb dus nooit bijzonder veel zin gehad om de natuur van deze dode zee nader in ogenschouw te nemen. Ik ben geen jager, en verder zou ik niet weten waarom ik als oude man mij aan het gevaar bloot zou moeten stellen om de steile, rotsachtige oevers van deze dode zee te beklimmen, die hier en daar behoorlijk hoog zijn; de vlakke oevers, waar men gemakkelijker dichter bij de zee kan komen, liggen een paar dagreizen hier vandaan en behoren al tot het steenachtige Arabië. Ik geloof dus liever in alle rust wat u zegt, want ik ben geen vriend van de dood, en daarom ook niet van de Dode Zee. Ik ben in de gelegenheid geweest de echte, grote zee te bevaren en te leren kennen, en die heeft mij moeilijkheden genoeg gegeven; deze Dode Zee zal mij dus niet zien!
[7] Wat was eigenlijk de oorzaak, waardoor de ene, enig ware, grote God die steden in de diepte van de aarde heeft laten verzinken?'
[8] Ik zei: 'Niets anders dan de ongehoorzaamheid tegenover de enig ware, grote God, die dit volk herhaalde malen heel ernstig had gewaarschuwd om van zijn grote zondigheid af te zien en zijn zondige woonplaats te verlaten, omdat het geheel op een diep in de aarde gelegen zwavellaag was gelegen en de Godheid wel wist wanneer die zou ontbranden.
[9] Maar het volk bleef in zijn grote zondigheid, hoererij en zwelgerij van allerlei aard en sloeg geen acht op de goddelijk vermaning, behalve Lot en zijn kleine familie. En zie, in de gehele wijde omtrek van de Dode Zee kwam het tot de geweldigste vuuruitbarstingen, zoals je die ook in de omgeving van Italië en Sicilië hebt gezien, en het hele firmament was zo vol vuur, dat het in een dichte regen van brandende klompen zwavel en pek op alle steden begon neer te storten.
[10] Dat vuur duurde meer dan veertien dagen lang. Daardoor werd er onder de dunne aardlaag van dat stuk land een holle ruimte gevormd, en het land stortte met alles wat zich daarop bevond in de vurige diepte, die pas geleidelijk aan met het water van de Jordaan en enkele kleinere beken gevuld werd. Als dat niet gebeurd was, zou ook het hele dal van de Jordaan inwendig in brand zijn geraakt en ingezakt zijn; want ook dat hele dal rust op zwavel en aardpek. En hiermee heb Ik je nu in het kort alles op natuurlijke wijze onthuld wat je bij Mozes in breder verband hebt gelezen!'
«« 235 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.