Het belang van de waarheid

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 46 / 244 »»
[1] Ik zei: 'Je had niet zoveel woorden hoeven gebruiken, dan zou Ik de goede wil en de zuivere instelling van je zeer heldere verstand ook begrepen hebben. Maar omdat je nu eenmaal gesproken hebt, is het ook goed vanwege de anderen, omdat je heel goed hebt gesproken!
[2] Ik heb toch ook niet gezegd dat degene die Mijn leer aan andere mensen verkondigt, Mijn daden helemaal niet moet vermelden, maar er moet niet teveelophef over gemaakt worden; en dan moeten bij voorkeur alleen die daden vermeld worden, die Ik de mensen uit pure liefde bewezen heb, als Arts en Helper in de grootste nood van één of ook van verschillende mensen.
[3] Er moet echter geen ophef gemaakt worden van die daden echter, die Ik - weliswaar uit liefde voor de mensen -gedaan heb om hen sneller van de waarheid van Mijn leer te overtuigen -wat alleen speciaal in deze tijd nodig is, maar niet in de toekomstige tijd, waarin Mijn woord op zichzelf al tekenen zal doen. Want dat zou de mensen al gauw meer doen verlangen en begerig maken naar allerlei wonderen dan naar de invloed van het ware leven die Mijn leer in de mens heeft; en op wonderen beluste mensen zijn ook zeker veel gemakkelijker en eerder door valse wonderen, die door valse leraren en profeten worden gedaan, van de eigenlijke, innerlijke levenswaarheid af te brengen dan degenen die alles nauwkeurig onderzoeken en alleen het goede en ware voor zichzelf behouden.
[4] Ik zal allen die zonder twijfel en metterdaad aan de waarheid van Mijn leer vasthouden, zonder meer wel de macht geven om in Mijn naam allerlei tekenen van zuivere liefde te doen; zo zal Mijn woord vanzelf al wonderen doen, wat voor het verspreiden van Mijn leer zeker nuttiger zal zijn dan wan . neer jullie al de vele duizenden tekenen die Ik heb gedaan aan de mensen zouden vertellen.
[5] Als jullie echter vanuit de levende geest van Mijn woord de gave verleend wordt om tekenen te doen, moeten jullie daar ook niet al te openlijk en opvallend mee omgaan, want daardoor zouden jullie de goede zaak van de waarheid van Mijn leer veel meer schade dan nut brengen. Want alles wat opgedrongen en afgedwongen is wekt Mijn geest in de ziel niet, of hier en daar slechts gedeeltelijk.
[6] Alleen de vrije, zelfgekozen en niet opgelegde waarheid, die het eigenlijke licht en leven van Mijn geest van liefde in de menselijke ziel is, is daartoe in staat. Doe dus bij de mensen die naar de waarheid dorsten, zo weinig mogelijk wonderen, als jullie geen halfdode geloofspoppen van hen willen maken!
[7] Als jullie echter bij mensen die meer in allerlei wereldse wetenschappen thuis zijn, een of ander teken hebben gedaan, verzuim dan nooit om hun ook de oorzaak van het welslagen te tonen, opdat daardoor ook hun geloof in Mij meer levend wordt! De oorzaak echter ben altijd alleen Ik, en zonder Mij is niemand in staat iets waarachtigs tot stand te brengen.
[8] Hoe het aan mensen met een reeds helderder geest en krachtiger wil verklaard moet worden, daar hoeft niemand van jullie zijn hoofd over te breken; want als iemand van jullie dat nodig heeft, zal het hem ook woord voor woord in de mond worden gelegd! Want naar degenen die Mij liefhebben en Mijn geboden houden, zal Ikzelf in de geest van alle waarheid toe komen en Mij aan hen openbaren. Zij zullen dan van Mijzelf te horen krijgen wat Ik allemaal in deze tijd heb geleerd en gedaan.
[9] Want als jullie dat nu met alle omstandigheden en bijkomende gebeurtenissen allemaal in boeken zouden willen opschrijven, zouden jullie daar honderd jaar lang meer dan duizend schrijvers voor nodig hebben; en als dan alles in die bijna ontelbaar vele boeken opgeschreven zou zijn, wie zou die dan allemaal doorlezen en tevens direct ook kunnen handelen volgens Mijn leer, die hij uit die vele boeken zelfs in verscheidene honderden jaren nauwelijks vluchtig zou kunnen doorlezen? Daarmee zullen .jullie nu allemaal wel inzien waarom jullie van de tekenen die Ik gedaan heb niet veelophef moeten maken! De waarheid zal wel voor zichzelf werken.
[10] Als jullie dit nu hebben begrepen, laten we dan naar buiten gaan, dan zal Ik jullie sterken en daarna zeggen wat er vandaag nog allemaal moet gebeuren!'
[11] Nu loofden allen Mijn wijsheid, stonden tegelijk met Mij van tafel op en gingen samen met Mij naar buiten, een heuvel op vlakbij de stad Pella.
«« 46 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.