De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 61 / 101 »»
[1] Jullie vragen nu: zullen wij ook deze uitnodiging afwachten? Dat is helemaal in orde, want dit gebeurt hier immers allemaal om jullie te onderrichten. Daarom moeten jullie dit tot het einde toe bijwonen. Onder `einde' moeten jullie hier het volledige binnengaan in de goddelijke ordening verstaan. Maar kijk nu, de Heer komt al uit zijn woning en wenkt ons gezelschap om te komen.
[2] Jullie vragen: zal er in deze woning wel voor iedereen plaats zijn? Ik zeg jullie: maak je daarover maar geen zorgen, want hier is jullie spreekwoord: `Er gaan veel makke schapen in een hok' letterlijk van toepassing. Zo is er ook voor goedgeordende zaken in een nauwe ruimte veel plaats. Het gezelschap begeeft zich al in de woning, dus volgen wij hen.
[3] Kijk, hoe allen heel gerieflijk, en zelfs in één kamer, zijn ondergebracht. En de Heer, zoals jullie zien, heeft Zich een schort voorgebonden en treedt op als tafelbediende! Wat wordt er eigenlijk opgediend?
[4] We hebben zowaar het avondmaal voor ons; er is een gebraden lam en brood en wijn. Kijk nu, hoe de Heer ook hier het brood voor hen breekt en voor ieder een flink stuk neerlegt. Jullie zien ook de wijn in één beker en allen drinken uit die ene beker.
[5] Kijk nu ook eens hoe levenskrachtig ons gezelschap er begint uit te zien en welk een dankbare, liefdevolle vreugde de Heer van alle gezichten tegemoet straalt. Jullie plegen echter te zeggen: eten en drinken is geen ambacht; daarom wordt er hier ook niet eeuwig getafeld. En de Heer zegt: wel lieve vrienden, broeders en kinderen, jullie hebben je nu voor het eerst in Mijn rijk gesterkt; jullie weten nu ook hoe lk voortdurend, zowel hier als overal, wezenlijk en machtig thuis ben! Als jullie dan nu weer met Mij naar buiten gaan, zal Ik jullie volledig opwekken voor jullie ware, eeuwige bestemming.
[6] Wel, we zijn hier nu voor het huis bijeen; luister dan nu naar Mijn wil:
[7] Op aarde hebben jullie reeds vernomen dat Mijn oogst groot is; maar er zijn nog weinig arbeiders op Mijn grote oogstveld. Hier is dus de plaats waar jullie Mijn waarachtige arbeiders en medewerkers voor het binnenbrengen van Mijn oogst zullen worden, en wel op de manier zoals al veel van jullie broeders het geworden zijn. Jullie zullen heel spoedig al het gereedschap dat bij een goed huishouden hoort herkennen: een ploeg, een eg, een pikhouweel en hier zijn sikkels en snoeimessen voor de wijngaard. Kijk ook eens om je heen naar de grote akkers en gindse wijngaarden. Zie, daar meer naar de morgen een echt bos van louter edele fruitbomen.
[8] Dat is het veld dat jullie hebben te bewerken, echter niet op de manier zoals jullie dat op aarde hebben gedaan, maar in de meest innerlijke en dus allerlevendigste betekenis. Jullie zullen hier ploegen noch eggen; jullie zullen ook geen koren maaien, geen wijngaarden bewerken en geen vruchten verzamelen, maar dit alles is hier slechts een waarachtig innerlijk overeenstemmend beeld met het liefdewerk dat jullie van hieruit aan jullie broeders op aarde zullen verrichten.
[9] Maar niet alleen aan de broeders op aarde, want hier wil Ik met jullie in de ruimste zin van het woord spreken en daarom zeg Ik: Ik heb nog heel veel kudden die niet in de schapenstal van de aarde wonen, maar die naargelang hun aard op talloos vele andere aarden en hemellichamen leven. Zij moeten allemaal naar deze schapenstal van het eeuwige leven worden geleid.
[10] Daarom geef Ik jullie nu Mijn kracht in overvloed, zodat jullie daarmee overal waarheen Ik jullie zal zenden zo volmaakt kunnen werken alsof Ikzelf werkte. Ik zou wel alles Zelf kunnen doen, maar Ik draag jullie allen zulk werk op, opdat daardoor jullie zaligheid aan Mijn zijde voortdurend van eeuwigheid tot eeuwigheid zal toenemen!
[11] Daarom moeten jullie, wanneer Ik deze of gene van jullie voor zo'n groot doel hier of daar naartoe stuur, ook evenals Ik iedere nog zo uiterlijke, natuurlijke wereld vanuit haar diepste wezen kunnen waarnemen. Jullie moeten deze kunnen beschouwen vanuit hun diepste wezen tot aan de buitenste schors en ook omgekeerd helemaal tot in de meest innerlijke kern. Van hetgeen jullie bij zo'n zending te doen hebben, zullen jullie je altijd volkomen bewust worden.
[12] Ik heb jullie dus nu je hoge bestemming aangegeven, waarin jullie volgens Mijn liefde, wijsheid en ordening volledig werkzaam kunnen zijn. En hiermee benoem Ik jullie ook en maak jullie tot ware engelen van Mijn rijk en derhalve tot ware bewoners van Mijn heilige stad, het eeuwige Jeruzalem! Zo zij dan jullie innerlijke oog geopend, opdat jullie mogen zien hoe groot en hoe heerlijk Hij is die nu met jullie spreekt en voor eeuwig bij jullie blijft! Kijk nu in de richting van de morgen en zeg Mij wat jullie daar zien.
[13] De woordvoerder zegt: o Heer, mijn meest geliefde Jezus Christus, waarachtige, eindeloos liefdevolle Vader, U bent heilig, hoogheilig! Wat zien mijn ogen?! Welk een oneindige glorie! En in deze glorie een stad, die nergens een einde lijkt te hebben; en de zon, die prachtige zon: zij staat stralend midden boven de stad, en de stad... zij straalt net als de zon! Nu zie ik ook weer mijn oude sterrenhemel en ik schouw, o mijn Heer, in de eindeloze diepten van Uw scheppingen. Ja, dat noem ik nog eens een hemel! Hier is dan ook letterlijk waar:
[14] `In geen mensenhart is ooit opgekomen wat U, o heilige Vader, bereid hebt voor hen die U liefhebben!' Ja, in welke eindeloze zaligheden der zaligheden schouwt nu mijn onsterfelijke oog! O liefdevolle, heilige Vader, mag ik U omarmen en U liefhebben uit alle macht van mijn hart?
[15] De Heer zegt: lieve vriend, broeder en zoon, kijk, Ik sta hier toch voor je; heb Mij maar lief zoals je kunt, want Ik heb jou immers geschapen om Mij zalig lief te hebben en opdat je voor Mij een lief en dierbaar kind zou zijn, dat ik nu ook vanuit Mijn goddelijke overvloed als Vader kan liefhebben!
[16] Laten we nu Mijn stad binnengaan en vraag niet wat er met deze woningen zal gebeuren, want deze woningen zijn overeenstemmingen van de ware deemoed die voortvloeit uit de zuivere liefde voor Mij. Deze woningen zullen blijven en we zullen hier zelfs heel vaak zijn; maar daar Ik Mijn `grote kanselarij' in de stad heb, moeten Mijn engelen ook daar zijn, waar hun grote, belangrijkste liefdadigheidsbestemming op hen wacht.
[17] Jullie vragen Mij nu nog, wie deze hutten eigenlijk zullen gaan bewonen. Kijk, lieve vrienden, broeders en kinderen, als op aarde de stadsbewoners voor hun ontspanning vaak al een of meer buitenhuisjes hebben, waarom zouden wij er dan geen hebben? Daarom zeg Ik jullie: wanneer we grote daden hebben verricht, zullen we ons hier altijd de vereiste rust gunnen; maar nu gaan we naar de stad!
[18] Kijk, de Heer zelf leidt ons gezelschap de heilige stad binnen. En omdat men zich hier gewoonlijk onverwacht vlug voorwaarts beweegt, naderen ook wij reeds deze stad aller steden van de gehele oneindigheid.
[19] Kijk, hoe door de poort van de heilige stad Gods een grote menigte de Heer, dit. de stad nadert, tegenloet snelt! Voorop zien jullie de welbekende vrienden van de Heer, namelijk Zijn apostelen, en vanaf Abraham ook alle aartsvaders en profeten! Hoor het luide gejubel dat vanuit deze zalige schare de Heer tegemoet klinkt en zie, hoe allen overgelukkig hun armen uitstrekken om de Heer met vurige liefde te ontvangen; wat een vreugde over de nieuwgewonnen schare is er op ieders gezicht te zien.
[20] De scharen hebben elkaar bereikt en worden nu gezamenlijk door een grote glorie omgeven. Deze glorie gaat van de Heer uit en deelt zich aan allen mee. -
[21] Wat vinden jullie van deze scène? Maar laten we nu verder gaan. Kijk, de Heer laat nu iedereen voor zich uit de stad binnengaan en Hij volgt Zijn kinderen als een eenvoudige herder zijn lammeren! Nu zijn ook wij in de stad. Zie nu eens de oneindige, met geen menselijke woorden te beschrijven majesteit en heerlijkheid die we hier links en rechts langs deze straat aanschouwen. Alles wordt door de glorie van de Heer omgeven. Heilige lucht waait door de straten en stegen en deze lucht is het leven dat hier in eindeloze overvloed van de Heer uitgaat!
[22] Nu blijft de Heer voor een grote woning staan en zegt tegen ons gezelschap: hierheen geliefde vrienden! Dit is ons huis en onze grote ambtswoning; hier nemen we onze intrek!
[23] Zij gaan hier, de Heer weer volgend, naar binnen. Zie de vele grote en prachtige vertrekken; ze zijn volkomen gereedgemaakt voor de ontvangst van onze nieuwe hemelvorsten!
[24] Nu zien jullie hoe de Heer hun een lichtend bord toont en zegt: op dit bord zullen jullie altijd zien wat Mijn wil is. Nu legt de Heer hun Zijn handen op en vervult hen volkomen met de almachtige Geest van Zijn liefde. Kijk, hoe zij nu als de meest vertrouwde vrienden en broeders met elkaar spreken over de oneindige, goddelijke verhoudingen der dingen!
[25] Nu hebben jullie gezien wat de ware bestemming is van de mens in de meest eigenlijke, ware, volmaakte hemel, en jullie hebben ook gezien hoe het ons gezelschap is vergaan.
[26] Toch moeten jullie nu niet denken dat dit altijd met iedereen gebeurt die zich in de schijnhemel bevindt. Dat is slechts het geval met de weinigen die, ondanks alle waanideeën die hun geleerd werden, enkel en alleen de Heer reeds gedurende hun aardse leven in hun hart boven alles hebben liefgehad.
[27] Hoe het echter zo menig ander vergaat, zullen we, volgens de wil van de Heer, met eigen ogen aanschouwen en daarom verlaten we nu deze heilige stad en begeven ons snelreizend weer naar de rooms-katholieke, geestelijke, kerkelijke staat.
[28] Kijk, nauwelijks heb ik het uitgesproken of we staan alweer vlak bij een klooster. Jullie zeggen: lieve vriend, hoewel het ons verschrikkelijk spijt dat we zo plotseling die prachtige stad Gods moesten verlaten, zouden we, daar we ons nu alweer hier bevinden, toch willen vragen welke orde er in dit klooster thuis hoort. Geliefde vrienden en broeders, hier zullen we eerst een vrouwenklooster leren kennen en wel een van de karmelietessen. Hier zullen jullie heel levendig ervaren hoe het met zo'n klooster gesteld is. Denken jullie van tevoren echter zelf eens na over deze orde, zodat jullie dan des te gemakkelijker inzien in hoeverre deze orde de Heer welgevallig of onwelgevallig is. En zodoende laten we het hierbij voor vandaag.
«« 61 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.