Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 3 / 204 »»
[1] Zie, nu zet onze man zijn voeten in beweging en gaat behoedzaam met tastende schreden naar het steeds meer bewegende voorwerp toe.
[2] Als hij na enige stappen daar behouden is aangekomen, is hij niet weinig verbaasd om onder een boom een man te zien die op hem lijkt, namelijk ook een bisschop in optima forma. Weliswaar alleen naar het lijkt, daar het in werkelijkheid een engel is die steeds onzichtbaar aan de zijde van onze man was. De engel zelf is evenwel de zalige geest van Petrus.
[3] Hoor nu hoe ONZE MAN zijn veronderstelde collega aanspreekt en verder met hem overlegt. Zo begint hij:
[4] 'Zie ik het goed, of is het gezichtsbedrog? Een collega, een medewerker in de wijngaard van de Heer? Wat een grote vreugde om na miljoenen jaren eindelijk weer eens een mens en dan nog wel een collega in deze grote woestenij te ontmoeten!
[5] Ik groet je, beste broeder! Zeg eens, hoe ben jij hier gekomen? Heb jij ook al mijn leeftijd bereikt in deze mooie geestenwereld? Denk je eens in, zo ongeveer vijf miljoen jaar op één en dezelfde plek, vijf miljoen jaar!'
[6] DE ENGEL als vermeende bisschoppelijke collega antwoordt: 'Ik ben ten eerste voor jou een broeder in de Heer en natuurlijk ook een oude arbeider in Zijn wijngaard. Wat echter mijn leeftijd betreft, ben ik naar tijd en werkzaamheid ouder dan jij, maar om te zien veel jonger.
[7] Het is zo, vijf miljoen aardse jaren zijn een zeer respectabele tijdsduur voor een geschapen geest, doch nauwelijks iets voor God, omdat Zijn bestaan niet in dimensies van tijd en ruimte kan worden bemeten, maar in alles eeuwig en oneindig is.
[8] Jij bent daarom helemaal op een dwaalspoor als nieuweling in deze eindeloze geestenwereld. Want als je vijf miljoen jaar hier zou zijn, had je allang andere kleding aan. Ook zouden op aarde in die tijd de bergen allang vlak geworden en hun dalen opgevuld, de zeeën, rivieren, meren en moerassen opgedroogd zijn. En op aarde zal er dan ook een geheel nieuwe schepping bestaan, waarvan nu nog geen enkele kiem in de voren is gelegd.
[9] Opdat je, beste broeder, echter zelf zult merken dat jouw vermeende leeftijd alleen in je verbeelding bestaat, als ontwikkeling is toegelaten en uit jezelf is ontstaan naar eigen begrippen van tijd en ruimte, die bij jouw sterk met de hel zijn verweven, - kijk daarom maar eens om en je zult je stoffelijk lichaam ontdekken, dat pas drie uur geleden is gestorven.'
[10] Zie, onze man keert zich nu vlug om en ziet werkelijk zijn lichaam nog in de domkerk op het opgestelde praalbed liggen, omringd door een ontelbaar aantal kaarsen en een grote menigte nieuwsgierige mensen daaromheen.
[11] (DE BISSCHOP:) 'Beste broeder, wat moet ik doen? Ach, wat een afgrijselijke onzin! Door de afschuwelijke verveling worden voor mij de minuten tot eeuwigheden, maar toch ben ik het die dat lichaam bewoond heeft! Ik weet mij van de honger en gebrek aan licht bijna geen raad en deze dwazen verafgoden mijn vleselijk omhulsel! Heb ik dan als geest niet de kracht om dit wrak te vernietigen en als kaf te verstrooien? O, jullie domme duivels! Wat voor weldaad willen jullie dan wel aan deze stinkende drek bewijzen?!'
[12] DE ENGEL zegt: 'Draai je weer om naar mij en erger je niet; deed je niet hetzelfde, toen je nog tot de uiterlijke, natuurlijke wereld behoorde? Laat het dode de dode begraven. Maar wend jij je van alles af en volg mij, dan zul je tot het leven komen!'
[13] DE BISSCHOP vraagt: 'Waarheen moet ik je dan volgen? Ben jij misschien mijn patroonheilige, de heilige Bonifacius, dat jij je zozeer om mijn heil lijkt te bekommeren?'
[14] Dan zegt DE ENGEL: 'Ik zeg in Naam van de Heer Jezus: je moet mij naar Jezus volgen! Hij is de echte Bonifacius van alle mensen; maar jouw Bonifacius is niet van belang en ik ben helemaal niet degene waarvoor jij mij aanziet, maar heel iemand anders!
[15] Volg mij nu maar, dat wil zeggen, doe wat ik je zal zeggen, dan zul je ten eerste alles begrijpen wat je tot nu toe overkomen is en hoe, waardoor en waarom. Ten tweede zul je spoedig een betere grond onder je voeten hebben. En ten derde zul je de Heer persoonlijk leren kennen en door Hem de weg naar de hemel, en daarnaast ook mij, jouw broeder!'
[16] Dan zegt DE BISSCHOP: 'Spreek, spreek, ik zou nog liever vliegen dan lopen uit dit vervelend oord vandaan!'
[17] DE ENGEL zegt: 'Luister! Doe nu dat belachelijke gewaad uit en trek deze gewone boerenkleding aan!'
[18] DE BISSCHOP zegt: 'Geef maar hier; hier ruil ik dit vervelende kleed graag voor de meest alledaagse lompen.'
[19] DE ENGEL spreekt verder: 'Goed, zie, je bent al als boer gekleed, volg mij nu!'
«« 3 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.