Categorie archief: Verslagen van lezingen

Verslagen van lezingen

BDE’s, de donkere materie van het bewustzijn

– Hendrik Klaassens –

Onze zon beweegt zich, samen met sterren uit onze omgeving, in ongeveer 250 miljoen jaar om het centrum van ons melkwegstelsel. Toch kunnen we met de bestaande theorieën niet verklaren waarom sterrenstelsels zich gedragen zoals ze zich gedragen. In de praktijk zien we nl. dat sterrenstelsels om hun as draaien alsof ze maar liefst tien maal zo zwaar zijn als de materie die we kunnen zien. Dat betekent dat 90% van de materie in het heelal voor ons onzichtbaar is. We hebben geen idee wat we ons daarbij moeten voorstellen. Natuur- en sterrenkundigen rekenen zich een punthoofd om dit raadsel op te lossen. Wie het ei van Columbus gevonden heeft, wordt op slag een tweede Einstein en mag rekenen op een vette Nobelprijs. Jammer genoeg heeft nog niemand het zo ver geschopt. De natuur van de donkere materie is nog duister.

Wat voor de materie geldt, geldt in feite ook voor de menselijke geest. Het onderzoek naar de werking van ons bewustzijn en alle aspecten daarvan heeft een schat aan kennis opgeleverd. Toch blijven veel dingen onverklaarbaar. Ik heb het vermoeden dat BDE’s (de afkorting van bijna-dood-ervaringen, waarbij mensen tijdens de hersendood uit hun lichaam treden) wel eens de sleutel zouden kunnen zijn om dieper in deze materie door te dringen. Een BDE van een Amerikaanse wetenschapper bracht me daarbij op het spoor.

Dr. Eben Alexander gaf al 15 jaar les in de neurochirurgie aan de Harvard Medical School toen hij in 2008 een BDE kreeg n.a.v. een zeldzame vorm van hersenvliesontsteking. Zeven dagen lang was hij hersendood. Toen ontwaakte hij uit een diepe coma. Wat hij zich kan herinneren uit die tijd staat voor altijd in zijn geheugen gegrift.


Dit is de originele uitgave van zijn eerste boek “Proof of Heaven”, waarin hij uitgebreid verslag deed van zijn diepgaande bijna-dood-ervaring. Het werd een wereldwijde bestseller.

Eerst had hij de ervaring dat alles bruin, rood en vormloos was. Hij voelde zich een aardworm die rondkroop in de modder, zonder spraak, zonder herinnering, zonder besef van wat er om hem heen gebeurde. Opeens hoorde hij een melodietje spelen dat steeds luider werd en steeds vrolijker. Gaandeweg liet het alle lelijkheid en treurigheid van dat aardwormrijk verdwijnen. Terwijl die melodie nog speelde veranderde de omgeving in een hemels gebied waar hij op de vleugel van een vlinder overheen vloog. Samen met miljoenen soortgenoten vlogen ze in wisselende formaties door een prachtig landschap met een weelderige begroeiïng.

Even later schoot hij van de aarde weg, alsof hij in een ruimteschip zat dat zich met een ontzagwekkende snelheid van onze planeet verwijderde. Hij belandde uiteindelijk in een gebied dat zich buiten het universum bevond en dat hij als ‘de kern van alles’ omschreef. Dat was oneindig groot en donker. Daar werd hij zich bewust van de liefdevolle aanwezigheid van God. Tijdens dit verblijf in de ‘kern’, dat hij ook het ‘multiversum’ noemde, werd zijn hele wezen doordrongen van de waarheid dat Liefde het allerbelangrijkste is bij alles wat je doet. De herinnering hieraan was zeer helder en indringend.

Nu hij terugkijkt op deze ervaring beseft hij dat we met onze wetenschappelijke modellen en theorieën helemaal niet in staat zijn om dergelijke ervaringen te verklaren. Er is geen fysiologische verklaring voor deze ervaring die zijn hele leven ingrijpend veranderde. Deze ervaringen kun je alleen begrijpen als je ervan uitgaat dat ons bewustzijn, onze geest, voor zijn functioneren helemaal niet afhankelijk is van de menselijke hersenen, maar er hooguit gebruik van maakt zo lang de mens nog op aarde leeft. Daarna verlaat de menselijke geest het lichaam en gaat een geestelijk gebied binnen.

Veel mensen denken dat BDE’s ontstaan door zuurstofgebrek, of het gevolg zijn van de extreme spanningen die optreden wanneer een mens in levensgevaar verkeert. Volgens dr. Alexander falen deze puur biologische verklaringen van BDE’s stuk voor stuk. Graag ga ik op deze verklaringen in en zal ik proberen uit te leggen waarom ze niet voldoen. Daarbij baseer ik me op het werk van Bruce Greyson, een Amerikaanse psychiater die meer dan 1000 BDE’s onderzocht, en op het werk van Michael B. Sabom, een cardioloog uit de VS die alle fysiologische verklaringen van bijna dood-ervaringen toetste, maar ze allemaal ontoereikend vond om de belangrijkste kenmerken van BDE’s te verklaren: het ontmoeten van overleden vrienden en familieleden, en de grote scherpte en helderheid van het bewustzijn tijdens zulke ervaringen.

Bruce Greyson is psychiater aan de School of Medicine van de Universiteit van Virginia. In die functie heeft hij meer dan 1000 BDE’s onderzocht. Over dat onderzoek verklaarde hij tijdens een interview met de Amerikaanse zender TVPG: “De specifieke kenmerken van een BDE zijn een gevoel van diepe vrede en welbevinden, het gevoel dat men het lichaam verlaat en het zien van een helder licht dat warmte en onvoorwaardelijke liefde uitstraalt. Soms rapporteren mensen dat ze een godheid ontmoeten die ze identificeren als God of Christus. Soms hebben ze het alleen over een almachtig wezen.”

Hoewel getuigenissen van mensen die zoiets hebben meegemaakt vaak indrukwekkend zijn, gaan veel wetenschappers ervan uit dat deze verhalen niet een reëel hiernamaals beschrijven, maar alleen de uitdrukking zijn van de psychische mechanismen die optreden als mensen in doodsstrijd verkeren. BDE’s zouden binnen die opvatting niet meer zijn dan hallucinaties die de psyche van de mens produceert om de moed erin te houden als de dood héél dicht bij is. Zuurstofgebrek wordt daarbij vaak als de directe, fysieke aanleiding beschouwd waardoor dergelijke ervaringen worden opgeroepen.

Om deze hypothese te toetsen heeft men in de zeventiger jaren piloten van de Amerikaanse luchtmacht getest. Deze piloten werden in een laboratorium blootgesteld aan heel hoge versnellingen, waardoor het bloed uit hun hoofd wegtrok. Daarbij raakten ze bewusteloos. Toen ze bijkwamen meldden sommigen dat ze dingen hadden ervaren die ook vaak voorkomen in BDE’s. Zo zagen enkele piloten een helder licht. Anderen konden hun eigen lichaam van buitenaf zien. In de medische literatuur noemt men dat de ‘autoscopische ervaring’.

Hoewel de verhalen van enkele piloten dus in een paar opzichten overeen kwamen met echte BDE’s, ontbraken telkens twee essentiële dingen: 1. De verbrokkelde, fragmentarische waarneming die optreedt bij zuurstofgebrek haalt het niet bij de helderheid en de ingewikkelde structuur van echte BDE’s. 2. Ook is er dan geen weerzien met overleden vrienden en familieleden, noch de ervaring van een opperwezen.

In het boek “Herinneringen aan de dood” van de Amerikaanse cardioloog dr. Michael B. Sabom kwam ik twee andere onderzoeken tegen die zijn verricht naar de gevolgen van zuurstofgebrek in de hersenen. Zo brachten Y. Henderson en H.W. Haggard verschillende proefpersonen in een kamer waarin het zuurstofgehalte langzaam werd verminderd. Ze merkten dat de geestelijke en lichamelijke vermogens van deze mensen geleidelijk afnamen. Op den duur kregen ze last van stuiptrekkingen en problemen met ademhalen. BDE-achtige ervaringen kwamen bij dit experiment niet voor.

In een later uitgevoerd onderzoek van R.A. MacFarland naar de gevolgen van zuurstofgebrek constateerde deze arts dat bergklimmers op hoge bergtoppen lijden aan concentratiestoornissen, een slecht geheugen en prikkelbaarheid. Kortom: ze zijn dan verward en overgevoelig.

Deze twee onderzoeken die Michael Sabom aanhaalt wijzen dus in dezelfde richting: de manier waarop mensen hun omgeving waarnemen is bij zuurstofgebrek veel chaotischer en meer verbrokkeld dan tijdens bijna-doodervaringen. Het karakteristieke verloop van een BDE en de enorme helderheid en het totaaloverzicht die daar bij horen, zijn bij zuurstofgebrek volledig afwezig. Sabom concludeert dan ook dat zuurstofgebrek niet de oorzaak kan zijn van BDE’s: het gaat hier om een wezenlijk ander type ervaringen.

Eben Alexander, die zelf een BDE heeft gehad, gaat nog een stap verder. Hij is er rotsvast van overtuigd dat het bewustzijn niet ontstaat door de werking van onze hersenen: volgens hem functioneert het onafhankelijk daarvan. De interactie met de wezens die hij tijdens zijn eigen ervaring zag was zó enorm indringend, complex en onverklaarbaar, dat geen enkele traditionele theorie, die BDE’s moet verklaren, naar zijn mening hiervoor toereikend is. De hersenvliesontsteking, die hem op de rand van de dood bracht, zorgde ervoor dat zijn hersenschors niet meer functioneerde. Maar misschien – zo redeneerde hij – was zijn BDE wel veroorzaakt door gebieden van de hersenen die wat dieper liggen. Vervolgens heeft hij onderzocht of daar misschien de oplossing lag van dit raadsel. Jammer genoeg liep dat onderzoek volledig dood. De meer naar binnen gelegen hersendelen zijn nl. niet in staat om dergelijke ervaringen voort te brengen.

De enige plausibele verklaring die dr. Alexander kon bedenken voor zijn ervaringen is de aanname dat de mens een geest is die tijdelijk een lichaam bewoont en na de fysieke dood terugkeert naar zijn eigenlijke, geestelijke domein. BDE’ers komen voor enkele minuten in dat geestelijke gebied terecht en kunnen ons vertellen hoe dat eruit ziet en welke wetten en principes daar gelden.

Laten we er nu van uitgaan dat Alexander en Sabom – naast veel andere onderzoekers – gelijk hebben en BDE’s inderdaad bewijzen vormen van een hiernamaals; wat zijn dan de consequenties ervan voor de wetenschap en voor onze samenleving en onze ethiek? Zijn deze ervaringen nu echt de ‘donkere materie van het bewustzijn’? Graag wil daar nu op ingaan.

ZELFMOORD EN DOODSTRAF
Als er alleen een lichamelijke dood bestaat, maar de geest verder leeft in een andere bestaanssfeer met eigen wetten en regels, heeft zelfmoord geen zin. Meestal hoopt iemand, die zichzelf van kant maakt, dat zijn problemen samen met zijn lichamelijk bestaan eindigen. Maar als we als geest verder leven, zullen we merken dat de problemen nog even erg zijn als daarvoor: vroeg of laat zullen ze toch echt moeten worden opgelost, is het niet tijdens het leven op aarde, dan wel in de geestelijke wereld na dit leven.

Een directe consequentie van dit andere mensbeeld, waarbij we als geest in een lichaam worden beschouwd, is verder dat de doodstraf zinloos is. De misdadiger die als straf voor zijn daden wordt geëxecuteerd, houdt niet op te bestaan, maar gaat alleen over naar een ander bestaansniveau. Ook daar kan hij een heel negatieve invloed uitoefenen op zijn omgeving, maar dan meer in geestelijke zin. Een dergelijke straf verandert de mens niet. De enige oplossing voor criminaliteit is dan ook dat er wordt gekeken naar de oorzaken en achtergronden van de misdaad en degene die hem pleegt. Dat betekent niet dat hij of zij met fluwelen handschoenen moet worden aangepakt, maar wel dat er veel doelgerichter wordt gewerkt om iemand ook mentaal te beïnvloeden en te verbeteren d.m.v. zelfinzicht.

GEZONDHEIDSZORG
Ik denk verder dat dit andere mensbeeld ook verstrekkende consequenties heeft voor de gezondheidszorg. Als de mens allereerst een geest is, die tijdelijk van een lichaam gebruik maakt, wordt de zorg voor het geestelijke welbevinden naar verhouding belangrijker dan de zorg voor het lichaam. In plaats van ons blind te staren op allerlei methoden om het fysieke leven van chronisch zieken eindeloos te rekken zullen we dan misschien eerder de moed hebben om de stekker eruit te trekken – dat alles in het besef dat we iemand misschien wel extra leed toebrengen door hem of haar tijden lang kunstmatig in leven te houden. Het bestaan houdt immers met de lichamelijke dood niet op.
Ook belangrijk is voor mijn gevoel dat bij de genezing van allerlei ziekten en aandoeningen veel meer de nadruk komt te liggen op de aanpak van de werkelijke, diepere oorzaken ervan dan op symptoombestrijding. Het onderdrukken van symptomen lost immers niets op; het wegnemen van de oorzaken, die vaak met een verkeerde manier van leven – en dus ook met de psyche – samenhangen, is véél effectiever.

RELIGIE EN PARAPSYCHOLOGIE
BDE’s passen niet in één bepaalde religie. Ze propageren ook niet één bepaalde geloofsovertuiging met uitsluiting van alle andere. Wél hebben ze een paar belangrijke kenmerken gemeen met de grote wereldreligies zoals het christendom, de Islam en het Jodendom. Het idee dat er één God is, dat er engelen zijn, dat het leven een bedoeling heeft – nl. het ontwikkelen en beoefenen van de liefde voor God en de naaste – en de opvatting dat de mens allereerst een geest is, die tijdelijk in een lichaam leeft en na de fysieke dood naar dat onlichamelijke bestaan teruggaat, komt in al die religies voor. In die zin bevestigen ze de kern ervan, zonder zich voor één bepaalde richting uit te spreken.

In wetenschappelijke zin is er voldoende bewijs voor vijf paranormale verschijnselen, nl. telepathie, helderziendheid, de ‘voorschouw’ (voorkennis van dingen die staan te gebeuren), psychokinese en genezing d.m.v. geestkracht (magnetiseren e.d.). Door ervan uit te gaan dat de mens allereerst een geest is in een lichaam vallen deze verschijnselen gemakkelijker te verklaren. Op geestelijk niveau staan mensen met elkaar in verbinding en kunnen ze elkaar zowel negatief als positief beïnvloeden.

TOT SLOT
Er zijn vast mensen die dit artikel over bijna-dood-ervaringen kunnen aanvullen en meer of betere consequenties van een spiritueel mensbeeld kunnen opnoemen. Dan hoor ik dat graag. Wel heb ik geprobeerd alvast een paar aanzetten en ideeën te leveren. Want ik vermoed dat de acceptatie van BDE’s als geloofwaardige beschrijvingen van de geestelijke wereld een cultuuromslag zal veroorzaken die vergelijkbaar is met de Copernicaanse revolutie die aantoonde dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt is van ons zonnestelsel. In plaats van ons – zoals tot nu toe gebruikelijk was – blind te staren op de materie en op alles wat zichtbaar en meetbaar is, krijgen we dan oog voor de bijna oneindige wereld van de geest. De fysieke wereld is daaraan volledig ondergeschikt. Dat bedoelde ik dan ook met de titel ‘BDE’s als de donkere materie van het bewustzijn’: tijdens zulke ervaringen gaat opeens een véél grotere wereld voor ons open – een wereld buiten ruimte en tijd, waaruit alle materie is voortgekomen en waarnaar het uiteindelijk terugkeert. Ik ben ervan overtuigd dat die cultuuromslag enorme consequenties zal hebben voor de manier waarop we met anderen, met onszelf en met de aarde omgaan. 

Wie geïnteresseerd is in dit onderwerp kan ik verwijzen naar de titels in onderstaand lijstje.

Literatuur:
– Eben Alexander, “Na dit Leven”, een neurochirug over zijn reis naar het hiernamaals, 2013, uitgeverij Lev.boeken/A.W. Bruna.
– Eben Alexander, “De hemel in kaart”, een neurochirurg onderzocht de mysteries van het hiernamaals, 2014, uitgeverij Lev.boeken/A.W. Bruna.
– Pim van Lommel, “Eindeloos bewustzijn – een wetenschappelijke visie op de bijna-dood-ervaring”, 2008, uitgeverij Ten Have. 
– Raymond Moody, “Een blik in de eeuwigheid – gedeelde ervaringen met de dood”, 2011, Lev.boeken/A.W. Bruna.
– Todd Burpo en Lynn Vincent, “De jongen die in de hemel was”, 2013, uitgeverij Plateau.  


Hieronymus Bosch – Opstijging van de gelukzaligen naar de hemel, 1500-1504.

Lezing over de eindtijd


*     Wat betekent de Eindtijd in verschillende religies en wat gaat er volgens die religies gebeuren?
*     Wat zijn tekenen van de komst van de eindtijd in het Christendom? Is deze interpretatie juist?
*     Oproep tot gesprek:  Wat zijn jouw verwachtingen van de eindtijd en hoe moeten we de teksten die in tekenen worden vertaald interpreteren? Hoe kunnen we ons het beste voorbereiden?

Franklin Delano Roosevelt sprak aan het begin van de Grote Depressie: “Deze generatie heeft een rendez-vous met het noodlot”.

1. Wat betekent de Eindtijd in verschillende religies en wat gaat er volgens die religies gebeuren?

De eindtijd in de context van het geloof betekent het einde van de periode van de mens. Oftewel: de periode dat de mens op aarde is komt ten einde.

Volgens de 5 wereldreligies:

Boeddhisme en Hindoeïsme: Zij geloven in een Kalpa (wereld-cyclus) die een bepaald aantal jaren duurt. Kalpa is de periode van het onstaan van materie tot de vernietiging ervan.

Je hebt verschillende kalpas met ieder een eigen tijdsperiode. De tijdsperiode laat ik voor het gemak hierbij weg omdat deze nogal wat rekenen vergt:

  • Ayu-Kalpa: Dit is de levensverwachting van de mens
  • Antah-Kalpa: Massale sterfte van mensen door: ziekte, honger of oorlog
  • Maha-Kalpa: De tijd tussen het ontstaan van de wereld, stabiele fase, ondergang en lege periode.

Hoelang de Maha Kalpa duurt heeft de Boeddha niet gezegd, wel dat als je alle zandkorrels uit de Ganges telt het aantal voorbije Kalpas nog meer is. Het zal dus nog wel even duren volgens de Boeddhisten voordat de wereld aan zijn eind komt.

Hindoeïsten hebben een andere telling ‘De dag van de Brahma’, maar het concept is hetzelfde. De tijd is om, de aarde houdt op te bestaan. Er zouden 50 van de 100 Brahma jaren verstreken zijn, we zitten nu dus op de helft.

Jodendom, Christendom en Islam.
Deze drie religies hebben veel overeenkomsten, ook als het gaat om de eindtijd.

De Joden: De eindtijd is volgens hen het laatste stuk van de geschiedenis waarbij de Messias verschijnt en de tijd van Godsrijk van recht en vrede aanbreekt. De Joden zullen bij elkaar worden gebracht en het ‘’huis van David en de tempel Israel’’ zullen hersteld worden. Doden zullen herrijzen.

De Christenen: Bij de Christenen is er ook nog sprake van een ‘’eindstrijd’’ tussen goed en kwaad, God/duivel, Christus/Antichrist. Ook is er voor de wederkomst (tweede komst van de Messias) een grote verdrukking van de christenen en misschien wel alle mensen.

De Moslims: Geloven dat vóór de Oordeelsdag de verschijning van de Mahdi komt (laatste imam/kalief). Samen met Isa (jezus) zal hij de Massih-ad-Dajjal (antichrist) vernietigen. 

2. Wat zijn tekenen van de komst van de eindtijd in het Christendom? Is deze interpretatie juist?

Wanneer Jezus terugkomt weet niemand. In de bijbel Mattheus 24:36 staat: Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse ​engelen​ en de Zoon niet, alleen de Vader weet het”. Mensen die zeggen dat ze de datum weten door een of andere berekening die ze hebben gedaan zijn dwaas. Alleen God weet het. En zo hoort het ook. Net als het voorbeeld van de meisjes en de lampen, de slaven die wachten op hun meester. De meester zegt niet wanneer Hij terugkomt, dus staan ze altijd paraat. Iemand komt op visite. Je weet dat ze op zondag komen maar niet hoelaat. Je zorgt ervoor dat je thuis bent die dag en dat je huis schoon is. Wanneer je weet dat ze om 16:00 uur komen dan ga je ff uitslapen, met de hond wandelen en nog even lezen voordat je gaat schoonmaken. Oftewel: om scherp en alert te zijn wanneer je visite komt is het zaak dat je niet weet wanneer precies. Je aandacht verslapt dan niet en je zorgt dat je zaakjes voor elkaar zijn.

“Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes …” (Lukas 21:34).

Voor de wederkomst van Jezus zullen er volgens de Bijbel een aantal tekenen zijn. Maar: hoe moeten we deze tekenen interpreteren? Als we de slang in het hof van Eden en de dieren op de ark van Noach als beeldspraak zien, moeten we dat dan ook niet met deze tekenen?

Jezus gebiedt Zijn oprechte volgelingen om te waken en gereed te zijn; “Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan [“staan”, SV] voor de Zoon des mensen” (Lukas 21:36).

Lukas schreef: “Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien geschieden, weet dan dat het Koninkrijk van God nabij is. Voorwaar, Ik zeg u dat dit geslacht zeker niet voorbij zal gaan, totdat alles geschied is [cursivering door ons]. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen beslist niet voorbijgaan” (Lukas 21:31-33).

  • Oorlog, geweld en wetteloosheid

“U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk …” (Mattheüs 24:6-7).

Op dit moment zijn er rond de 50 oorlogen gaande in de wereld. Dit is niet per definitie veel meer dan vroeger, maar het aantal doden is hoger door moderne wapens. Misschien dat er geen vlees meer over is door de nucleaire wapens en laat God het niet zover komen? Wie zal het zeggen.

Kleine oorlogen op persoonlijk niveau. Kinderen van 13 lopen met rond met messen waar een slager jaloers op is. Bij ons op school liggen de koksmessen achter slot en grendel. Metaalpoortjes op scholen zijn al heel gewoon. Maarja, de jeugd wordt overspoeld met geweld in games, muziek maar ook op het nieuws. Beelden van iemand die wordt neergeschoten maakt bij veel de pis niet lauw.

  • Vechten om eten

De woestijn rukt steeds verder op. Grote droogte zorgt overal voor bosbranden en voedseltekort. Oogsten mislukken. De grond is zo droog dat vocht niet eens wordt opgenomen maar er op blijft liggen en meteen weer verdampt. Just dig it organisatie houdt zich hiermee bezig.

  • Droogte en hongersnoden

 Mensen komen om van de honger. Maar ook door oorlog tekort aan voedsel. Zoals bijvoorbeeld de oorlog in Oekraine die grote invloed heeft op onze aanvoer van brood, olie, noem maar op. De winkels waren snel leeg. Mensen worden gevaarlijk als ze honger krijgen en het is ieder voor zich. Of het eten niet meer kunnen betalen? In mijn Facebookgroep ‘Honger in Heerenveen’ heb ik 300 leden. Van 1 dorp. Hmmm…

“En toen het Lam het derde zegel geopend had [kort voor de komst van Christus], hoorde ik het derde dier [een engelachtig wezen] zeggen: Kom en zie! En ik zag, en zie, een zwart paard, en hij die erop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde te midden van de vier dieren een stem zeggen: Een maat tarwe voor een penning en drie maten gerst voor een penning. En breng de olie en de wijn geen schade toe” (Openbaring 6:5-6).

God beheerst het weer, zoals bij Noah.

  • Aardbevingen en andere natuurrampen

Dit jaar: Turkije, Frankrijk, Marokko. Dinsdag: 36 aardbevingen. Per dag 20 vulkanen actief

San andreas breuk: Californie en Florida. Breuklijnen schuren langs elkaar. Kan een grote beving veroorzaken.  Is het hierop wachten? Zou dat een teken zijn?

De yellowstone vulkaan in Wyoming. Met een magmakamer 11 keer groter dan de grand canyon kan hij met zijn giftige dampen en as bij een uitbarsting miljoenen mensen doden.

Zijn aardbevingen iets nieuws? Nee, maar doordat gebieden steeds dichter bevolkt raken vallen er wel meer slachtoffers dan vroeger.

Moeten mensen letterlijk door elkaar worden geschud of is het beeldspraak?

Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen” [cursivering door ons] (Mattheüs 24:7).

  • Epidemische ziekten

Heel recent hebben we het natuurlijk over Corona. Maar de wereld wordt al langere tijd geplaagd door ziektes. Denk aan de Pest, Spaanse griep (tussen 50 en 100 miljoen doden), Cholera, Ebola, Sars, Hongkonggriep, Mexicaanse griep. Niet echt speciaal die Corona dus. Maar: door de overbevolking in grote steden met vieze markten met vleermuizen in kooitjes is het natuurlijk een kwestie van tijd dat het weer gebeurt.

  • Antichrist

grote valse religieuze leider, in de Bijbel “de valse profeet” genoemd. (Openbaring 19:19-21) Deze religieuze leider zal een groot charisma bezitten en zal een krachtige invloed uitoefenen op een politieke macht – het spoedig komende beest (Openbaring 13, 17, 19). 

 Deze man zal bovennatuurlijke macht hebben om te misleiden! Hij zal de mogelijkheid hebben om grote wonderen te verrichten, zoals het laten neerdalen van vuur uit de lucht (Openbaring 13:13-14). 

 Wie is de antichrist? Anti betekent ‘tegen’ of ‘tegenwerkend’. Iemand die zicht dus verzet tegen Jezus.

Theoloog J Hoek oppert dat er wel meer antichristen in de geschiedenis zijn geweest: Keizer Nero, Keizer Domitianus, pausen, Hitler. Dat er in de eindtijd ook een dergelijk figuur optreedt.

De bijbel zegt dat hij zich voordoet als een engel des lichts. Hij doet net alsof hij goed is en is een groot religieus leider. Sommigen zeggen dat Poetin wellicht de antichrist is, maar die doet nou niet echt zijn best om goed te doen. Wonderen verrichten doet hij ook niet. Religieus leider? Nee. Ik denk niet dat hij degene is die we zoeken.  

Hoe heeft hij de controle? We krijgen een merk. Net als een hond of kat die een chip krijgt kiezen wij bewust voor een volgsysteem. Denk aan bijvoorbeeld ons sofinummer, pinpas, gezichtsscanner op je telefoon, et cetera. Facebook laat niet voor niks filmpjes zien die jij leuk vindt. Je algoritme weet meer over je dan jijzelf. De Rabbithole zoals ze dit noemen.

  • Het evangelie van Gods Koninkrijk gepredikt aan alle volken
  • Vervolging/ minder godsdienstvrijheid, maar wel een tolerantie voor al het andere en veel nieuwe godsdiensten

“Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam” (Mattheüs 24:9).. “En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden” (Mattheüs 24:11).

Krantentitel: De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster is sinds kort officieel ingeschreven als kerk. De aanhangers noemen zichzelf ‘pastafarians’. Een vergiet op het hoofd zetten is daarmee officieel een religieuze aangelegenheid. Beetje research gedaan: in de hemel zijn blijkbaar biervulkanen en strippers. In de hel ook, maar daar is het bier bedorven en hebben de strippers geslachtsziektes.

En dit wordt dus goedgekeurd als religie. Waarom? Omdat het geaccepteerd MOET worden. We kunnen niet anders meer. Tot zover is het dus gekomen.

Als christen wordt je nu al ouderwets gevonden. Is niet echt woke. Ben je een blanke vrouw die op een man valt? Wat saai!

Alles mag en lijkt te kunnen. Identificeer ik mezelf als kat en wil ik uit een bak van de grond vreten en de hele dag in een mand liggen? Geen probleem! Maar als ik zeg dat ik Christen ben en dat ik vanuit mijn geloof vind dat een man bij een vrouw dan ben ik een geloofterrorist, extremist en discrimineer ik. Wel een voordeel: Ik identificeer mezelf vanaf nu als een slanke dame van 25, dan hoef ik niet meer op dieet en de dagcrème kan de deur uit.

Waar is de moraal? Kan alles dan zomaar? Of is er toch nog ergens een grens. Ik werd laatst aangesproken in de klas: ik mocht geen dementerenden meer zeggen als ik het over mensen met dementie had. Dat is oneerbiedig. Ze zijn meer dan alleen een ziekte. Oke… Volgens die logica ben ik dus geen docent. Nee, ik ben een cisgender hetero vrouw die het beroep van docent uitoefent. Ik ben niet bijziend: ik heb bijziendheid. 

Hulp bij zelfmoord? Dat kan. Abortus? Dat kan. Je laten ombouwen van man naar vrouw? Dat kan. Andersom? Kan ook. Transspecies? Dus dat je geen mens meer bent maar bijvoorbeeld een kabouter of een kat? Dat kan. Kuitimplantaten voor mooie ronde kuiten? Prima! Jezelf in een coma zuipen? Tuurlijk. Alle drugs gebruiken die er maar zijn? Tuurlijk! Dat is geestverruimend zoals ze dat noemen.

Waar houdt het op? Is er een grens? Of is dit pas als de pedofielen zeggen dat zij ook recht hebben op de vervulling van hun behoeften?

We leven nu! YOLO. Vooral niet nadenken over God en de toekomst. Dat beperkt onze vrijheid en kunnen we ons hart niet volgen…

Maar niets is zo verraderlijk als ons eigen hart. Wat weten wij er nou van? Er zijn niet voor niets regels.

  • Jeruzalem zal bezet worden.

“Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen” (Mattheüs 24:17-18). Met andere woorden, u moet onmiddellijk weg zien te komen wanneer u dit ziet gebeuren, want als u wacht, zal het te laat zijn om veilig te vluchten. Door de moslims?

  • Verdrukking

“Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden [in leven gehouden] worden; maar ter wille van de uitverkorenen [ter wille van Gods berouwvolle en gehoorzame volk] zullen die dagen ingekort worden” (Mattheüs 24:21-22).

Wetenschappers vertellen ons vandaag dat wij nu al het menselijk leven tenminste 20 keer van deze aarde kunnen wegvagen! Door alle nucleaire speeltjes.

“En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid” (Mattheüs 24:30). Moge de almachtige God die grote dag bespoedigen!

  • Uiteindelijke redding

“… In die tijd zal uw volk [alle afstammelingen van de aartsvader Israël] ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek. En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen” (Daniël 12:1-2). Jezus zal 1000 jaar regeren op aarde. Het KOH komt dus op aarde.

Dan zal Christus Satan verbannen, zodat hij niet langer in staat zal zijn om de naties te verleiden (Openbaring 20:1-3)

Dan – na de grote verdrukking – zullen er, zichtbaar voor iedereen op aarde, indrukwekkende astronomische tekenen aan de hemel zijn. “En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden” (Mattheüs 24:29).

Lees Openbaring 6: “En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud” (vv. 12-13).

Conclusie

Wat gaat er gebeuren en wanneer? De Verdrukking en Verlossing? En hoe? Komt het nog, is het gaande of is het al gebeurd? Op kleiner niveau, in de harten van de mensen? Zijn alle tekenen letterlijk te interpreteren of gaat het om de symboliek? Tolerantie bij jezelf en aardbevingen in je binnenste die je geloofsovertuiging op de kop zetten?

Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik mijn best doe tot God te komen door gebed en om een zo goed mogelijk leven te leiden. Zodat als de zon en sterren vergaan, de graven open gaan en de aarde wordt gefrituurd door een kernbom van Kim en Poetin, dat ik wordt opgenomen door Hem.

Vraag tot gesprek:

Wat zijn jouw verwachtingen van de eindtijd en hoe moeten we de teksten die in tekenen worden vertaald interpreteren? Hoe kunnen we ons het beste voorbereiden?

Uw wil geschiede – Lezing door T. de Vries op de ontmoetingsdag voor Lorbervrienden in 2023

Inleiding
Het thema dat Hans de Heij mij noemde om op 30 september 2023 een lezing over te houden was: Gehoorzaamheid, in het kader van Gods wil tegenover onze eigen wil en de daarmee samenhangende Nederigheid.

Gods wil is denk ik ware onvoorwaardelijke en onbaatzuchtige liefde. Zijn hier ook mensen die niet de liefde willen doen en zijn? Nou dan denk je mooi, dat is dan voor elkaar, einde lezing. Maar als mens hebben we ook te maken met de verleider. En wij zijn gezegend met zwakten en hebben ook te maken met van liefde afwijkend gedrag en de gevolgen daarvan door andere mensen. We zijn uitgenodigd om onze zwakten met Zijn hulp te overwinnen, zo mogelijk al enigszins hier op aarde. Cruciaal is daarbij dat we een vrije wil hebben, in tegenstelling tot de rest van de schepping. In deze lezing ga ik in op een aantal aspecten van Uw wil geschiede.

Passief?
In eerste instantie denk je: Uw wil geschiede betekent dat wat God wil ook gebeuren moet, dat je verdraagt wat Hij toelaat en dat je daarmee vrede hebt. Passief dus. Maar eigenlijk moet er nog wat achteraan: Uw wil geschiede ook door ons mensen, door onszelf! Daarvoor is het nodig om krachtig nee te zeggen tegen onze zwakten en Hem om hulp vragen om die te overwinnen. En uit de deemoed Hem dan alle ruimte geven in ons hart en zo Zijn liefdesinstrument te worden, ieder naar zijn of haar talenten.

Kerken en uw wil geschiede
Eén van de vijf sola (Alleen) uitspraken van Martin Luther is Sola Fide: alleen het geloof. Alleen door het geloof ben je voor God gerechtvaardigd. Volgens Luther was naast het geloof alleen nog Gods genade nodig. Dit was in reactie op dat volgens de katholieke kerk goede werken nodig zijn om in de hemel te komen en dat geld geven aan de kerk zo’n goed werk was. Die katholieke kerk en de kloosters waren dan ook schatrijk in de tijd van Luther. In Bijbelteksten lezen we echter: En Ik zei ook, dat degenen die tot Mij ‘Heer, Heer!’ zeggen, die dus aan de Zoon van God geloven, niet in het hemelrijk zullen binnengaan, maar alleen degenen die de wil van Mijn Vader doen!  (Bijbelteksten 34:5). Ik ben er van overtuigd dat de vijf dwaze maagden in die parabel geen gebrek aan geloof hadden, maar een gebrek aan liefde voor de Bruidegom, dus dat de lampolie liefde is en niet geloof.

Een andere uitwas over uw wil geschiede in de kerken is wat ook in Lorber aan de orde komt: het beeld van de straffende God die alles ziet, waarmee mensen bang gemaakt werden. Dat is voor sommigen zelfs traumatisch geweest. Ik ken een vrouw die daar veel therapie voor nodig had en die de woorden God en Jezus dan ook niet meer wil horen. Willeke heeft over die bangmakerij een prachtig lied gemaakt met de titel “Ik was bang voor U” (op CD Grenzeloos 3), waarin aan bod komt hoe het is om met zo’n bangmakend Godsbeeld op te groeien. Die bangmakerij had je niet alleen in de strengere protestantse kerken, maar ook in delen van de katholieke kerk. Zo is mijn katholieke grootmoeder helaas heel angstig gestorven, hoewel zij een heel goed mens was.

Jezus legt in Lorber uit dat die bangmakerij met de wens naar nog meer macht samenhangt. Het beeld van de straffende Vader staat wel heel ver af van onze onvoorwaardelijk liefhebbende hemelse Vader, zoals die bijvoorbeeld in de gelijkenis van de verloren zoon naar voren komt en we die ook kennen uit Lorber en Hemels Brood.

Jezus als ons voorbeeld
Uit Lorber kennen we heel goed de strijd die Jezus moest voeren als mensenzoon met betrekking tot Gods wil. In het laatste hoofdstuk van de Jeugd van Jezus lezen wij hoe hij tot zijn dertigste streed tegen zijn zwakten, waarvan hij er vele had. In de bijbel komt die strijd in beeldvorm terug als Jezus in de woestijn is en de verleider Hem probeert over te halen af te wijken van de wil van de Vader.
Tot op het laatst in Gethsemane moest Jezus die strijd voeren. In Kruis en Kroon (blz. 57) lezen we:
Want nu ging het erom dat de ziel van Jezus zich vanuit een volledig vrije wil onderwierp aan de grote, wijze Liefdewil en het scheppingsplan van de in Hem wonende Vadergeest…Nu moest Hij volgens het heilige plan van God alle mensen, geesten en engelen voor eeuwig een voorbeeld geven van totale overgave aan de wil van de Vader. ..Daarom trok de Vader-Godgeest zich op dit grote, beslissende uur terug uit de ziel van Jezus, opdat de wil van de Mensenzoon beproefd zou worden…
Tegenover de Vader in de hemel: “Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan mij voorbijgaan.”
Hij wordt gesterkt en krijgt het volgende inzicht (blz. 59): “Zoals zij (de discipelen) sliepen, zo sliepen immers nog in de gehele schepping in en op de aarde en alle hemellichamen myriaden niet verloste zielen in het gericht van de materie en wachtten op het moment dat ze gewekt en uit de knellende banden … teruggevoerd zouden worden naar het rijk van de goddelijke orde, van de liefde, het licht en het eeuwige leven.” Jezus wordt dan door een groot medelijden aangegrepen en met het verkregen inzicht groeide in Jezus gevoel na droefheid en vrees en vurig gebed het besluit dat Hij uit volkomen vrije wil en vanuit de zuiverste liefde tot God en de Broeders nam: “Vader, ik weet dat het mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat – maar Uw wil alleen geschiede! En daarom wil ik hem drinken!” (blz. 60) Jezus ziel werd volkomen één van zin met de Vadergeest en het werk der verlossing kon Hij volbrengen, Hij kon zeggen: “Het is volbracht!”
Jezus liefdeoffer is tevens een uitnodiging aan ons om alleen nog Zijn wil te doen.

Wat is Gods wil?
Je kunt denken: Gods wil is simpel: Liefde, en wat specifieker de tien geboden die ons via Mozes gegeven zijn uit het Oude Testament en de twee liefdesgeboden die Jezus ons gaf. Maar wat is liefde? Wanneer is het goed iemand te geven waar diegene om vraagt en wanneer niet? Ik gaf altijd als iemand om geld vroeg, tot ik er op gewezen werd dat dit lang niet altijd de bedoeling is. Liefde is niet altijd doen wat de ander wil, ook in een huwelijk niet. Immers is wat de ander wil wel goed in Gods ogen? Daarom is het nodig om naar Zijn advies te luisteren in je hart, om Hem voor te leggen wat we uit onszelf zouden doen en te horen of dat overeenkomt met wat Hij wil. We zijn uitgenodigd om daar eerst naar te luisteren, alvorens te spreken, te handelen.
De sleutel ligt in de ware liefdevolle bedoeling en goed doen zoals God je vraagt. Zelf maak ik het regelmatig mee dat ik achteraf zie dat ik het beter anders had kunnen doen. Het is dan zaak te weten dat God mij geen schuld geeft, dat ik ook mezelf vergeef en waar nodig of mogelijk om vergeving vraag en/of iets goedmaak.

In Lorber lezen we dat als je uit de Bijbel alleen maar onthouden hebt: Hou van God boven alles en van je naaste als jezelf en je best doet daar naar te leven, het al prima is. Maar aan ons Lorberlezers wordt veel meer gevraagd. Aan wie meer weet, worden terecht ook hogere eisen gesteld. Dus enerzijds zijn wij gezegend dat Jezus ons de boeken van Lorber op ons pad heeft gebracht, anderzijds kom je er dan achter dat er veel meer van ons gevraagd wordt. Zo las ik bijvoorbeeld dat Jezus tegen Cyrenius zei dat de geslachtsgemeenschap alleen bedoeld is voor de voortplanting. Ben ik mooi klaar mee dacht ik toen ik dat las, omdat ik seks heerlijk vind! En dat is dan maar één van de vele dingen. Ik mag dus wel zeggen dat wij Lorberlezers in dit opzicht mooi de pineut zijn geworden. Hadden jullie niet gedacht hè dat vandaag hier te horen! Weer even serieus. Het gaat er niet om dat we alles perfect naar Zijn wil doen, het is belangrijk is dat we van goede wil zijn en ons best doen. Er was er maar één perfect die altijd de Wil van de Vader deed en dat is Jezus.
In dit verband moet ik ook denken aan Van de Hel tot de Hemel, waarin Robert Blum de piramide bekijkt en alle rotzooi ziet van zijn leven. Robert zegt dan dat dit veel erger is dan de spreekwoordelijke augiasstal en nooit meer schoon te krijgen is. Maar door zijn grote liefde voor Jezus zorgt Jezus ervoor dat het gereinigd wordt en Robert verder kan naar de hoogste hemel. Dus het belangrijkste lieve mensen is onze liefde voor onze hemelse vader Jezus!

Wilsvrijheid en gehoorzaamheid
Voor ik Lorber leerde kennen vond ik Gods wil gehoorzamen helemaal niet de vrije wil, vrije wil was te doen wat ik zelf wilde. En als je iemand moet gehoorzamen dan is jouw wil niet meer vrij dacht ik. Maar in deel 4 van het GJE las ik: Als wij willen wat de Heer wil, is ons willen volkomen vrij, omdat de wil van de Heer ook volkomen vrij is; willen wij dat echter niet, of maar ten dele, dan zijn wij miserabele slaven van onze eigen oneindige blindheid. Alleen in God kunnen wij volkomen vrij worden; buiten God bestaat er niets dan alleen maar gericht en dood! (GJE 4 176:3-4)

Zo nu en dan worden we op de proef gesteld. Dat is niet fijn, maar goed is dat daarmee onze ogen verder geopend worden, ook al struikelen we. Het goede aan beproevingen en falen wordt vaak niet gezien, al is het maar dat het ons deemoediger maakt. (zie ook HB 7637)

Als ik als mens mijn eigen wil volg, kies ik in mijn vrijheid ook de consequenties. Het directe contact met God verbleekt dan bij het volgen van de eigen wil. Zo sprak ik onlangs tegen mijn jongste broer en diens vrouw een oordeel uit, wat de tweespalt in mijn familie vergrootte. Mijn zus wees me er later gelukkig op: ik had geoordeeld op een aanname en niet nagevraagd. Ik heb wel mijn excuses aangeboden, maar daarmee is de toegebrachte wonde niet gelijk geheeld. Dus ook al wist ik donders goed dat we gevraagd zijn niet te oordelen, ik gaf weer een keer toe aan die verleiding.

Een ultiem voorbeeld over gehoorzaamheid uit het Oude Testament is dat God Abraham vroeg zijn eigen zoon Isaak te offeren en Abraham was daartoe bereid. Een mooi beeld voor dat ook wij uitgenodigd zijn om Hem te gehoorzamen, ook als dat betekent dat we niet doen wat onze familie en andere naasten het liefst zouden willen.
Een mooie uitleg over de vrije wil staat in het Groot Johannes Evangelie deel 3, hoofdstuk 17 waarin Rafael dit uit de doeken doet. De tijd is niet toereikend om dat hier voor te lezen.

Gods hulp
Wat voor hulp kunnen we van God verwachten? Veelzeggend is wat Judas als antwoord krijgt.
[6] Na deze woorden stond JUDAS weer op en zei tegen Mij: “Heer! Doden roept U uit de graven, en zij leven, waarom laat U dan mijn hart in het graf van het verderf te gronde gaan? Ik wil een beter mens worden en toch kan ik het niet omdat ik mijn hart niet kan veranderen. Vormt U daarom mijn hart om en dan ben ik een ander mens!”
[7] IK zeg: “Daarin ligt nu juist het grote geheim van de zelfontwikkeling van de mens! Alles kan Ik voor de mens doen en daarbij blijft hij mens; maar zijn hart is van hemzelf, dat moet hij geheel en al zelf bewerken als hij voor zichzelf toegang wil krijgen tot het eeuwige leven. Want als Ik Zelf eerst het hart van de mens zou bijschaven, dan zou de mens een machine en nooit vrij en zelfstandig worden; maar als de mens geleerd wordt wat hij moet doen om zijn hart voor God te vormen, dan moet hij dat ook ongedwongen ten uitvoer brengen en zijn hart vormen volgens de leer!
[8] Pas als hij zijn hart zo gevormd, gereinigd en gezuiverd heeft, kom Ik geestelijk daarin en ga er wonen, en de gehele mens is dan geestelijk opnieuw geboren en kan daarna eeuwig niet meer verloren gaan. Want daardoor is hij één met Mij geworden, zoals Ik één ben met de Vader, van wie Ik ben uitgegaan en in deze wereld ben gekomen om alle mensenkinderen de weg te wijzen en te banen, die zij geestelijk moeten gaan om bij God in de volheid der waarheid te komen!
[9] Daarom moet jij, net als ieder van jullie, eerst beginnen met de bewerking van je hart, anders ben je verloren, ook al zou IK je duizendmaal uit het graf in het vleselijke leven hebben geroepen!” 
(GJE 2:75)

Gelukkig lezen we in een boek van Max Seltmann dat het ook met Judas toch nog goed gekomen is aan gene zijde!
De hulp van God is er wel, maar bestaat uit het ons gegeven geweten, de antwoorden die Hij ons in ons hart geeft en de beproevingen die hij ons schenkt. Niet om het ons met die beproevingen moeilijk te maken, maar uit liefde, om ons te laten oefenen in het doen van Zijn wil, ons daarin sterker te maken en ons te doen groeien in deemoed, liefde en waarheid!

God heeft alle mensen dus het geweten gegeven. Zelf heb ik ervaren dat naar mate je meer en meer je best doet naar dat geweten te handelen, je geweten scherper wordt. Ik dacht bijvoorbeeld vroeger dat ik een goed mens was. Maar zeker sinds ik Lorber op mijn pad kreeg, werd ik me bewust dat daar nogal veel aan schortte. Zo is een van mijn zwakten het liegen en ik kan het aantal keren niet noemen dat ik me daaraan beschuldigd heb. Het is werd wel beter, maar dan merkte ik dat ook leugentjes om bestwil niet naar Gods wil zijn. En nog later dat je wel de ware dingen kunt zeggen, maar door het weglaten van wat er ook is, de ander toch een verkeerd beeld krijgt. Veel van mijn leugens waren gebaseerd op angst, onzeker van mezelf zijn en zelfliefde, de wens dat anderen een goede indruk van mij zouden krijgen, hoogmoed.

Ook een simpel iets als niet oordelen, tsjonge jonge dat valt mij niet mee. Daar ga ik nog regelmatig mee de mist in. Het mooiste hieraan is nog dat het mij deemoediger maakt, ook daartoe zijn we uitgenodigd. Zo zullen we allemaal wel struikelend achter Jezus aan gaan, zoals Stans Welling dat zo mooi noemt. Hij wil graag dat we erkennen dat we mis waren, indien mogelijk het weer goed maken en dan vrolijk opstaan, zonder ons schuldig te blijven voelen. De tegenkant echter wil graag dat we ons schuldig blijven voelen om ons onderuit te halen en herinnert ons dan regelmatig aan iets wat we niet goed gedaan hebben. Je schuldig blijven voelen is niet nodig en is niet goed laat Jezus ons weten. Mij zelf vergeven vond ik moeilijk tot Jezus mij zei: als ik je al vergeven heb, wie ben jij dan dat je dat niet doet en denkt dat je het beter weet? Dat heeft gelukkig geholpen!

Geloven, denken, willen, spreken en doen.
Gedachten zijn vrij. In Lorber staat ergens dat slechte gedachten op zich niet zondig zijn en dat pas worden als je er in je hart welgevallen aan hebt en er je wil aan koppelt.

In het Grote Johannes Evangelie lezen we dat Mathaël zegt: “Een redelijk goede wil is al gelijk aan het halve werk. De mens mag het echter niet te lang alleen maar bij de goede wil laten maar moet die zo gauw mogelijk aan het werk zetten, omdat de wil anders in de loop van tijd afkoelt, zijn spankracht verliest en uiteindelijk te zwak en machteloos wordt om een goed werk te volbrengen. (GJE 3:43)

En Jezus zegt tegen twee farizeeën en twee levieten:
(De Heer): ‘Wie tegen Mij zegt: ‘Heer, Heer!’, is nog ver van het ware Godsrijk; wie echter in Mij gelooft en doet wat Ik hem geleerd heb te doen, zal bereiken wat hem beloofd en getoond is, en zal pas door het handelen in zichzelf gewaar worden dat de woorden die Ik gesproken heb, geen woorden van een mens, maar waarlijk goddelijke woorden zijn; want Mijn woorden zijn in zichzelf liefde, licht, kracht en leven. Mijn woorden zeggen jullie duidelijk wat Mijn wil is. Wie Mijn wil in zichzelf opneemt en daarnaar handelt, zal in zichzelf het eeuwige leven hebben en zal verder blijven leven ook al zou hij, als dat mogelijk was, lichamelijk vele honderden malen sterven.(GJE7:157 1)

Zelfverloochening en deemoed
Wij zijn uitgenodigd om zelf steeds minder en minder te worden, zodat Hij in ons kan groeien. Zover groeien tot we uiteindelijk met Paulus kunnen zeggen: nu leef niet ik meer maar Hij in mij! Wat we dan doen en zeggen, doet en zegt Hij door ons! Lorber noemde zichzelf een onnutte knecht en daar snapte ik eerst niet van, immers voor mij was wat hij opgeschreven had uitermate nuttig! Tot ik besefte dat hij daarmee bedoelde dat hij zelf de teksten niet schreef, maar dat het de teksten van onze Hemelse Vader Jezus was.

Op zich hebben wij hier aanwezigen denk ik niet meer de illusie dat wij het beter weten dan onze Hemelse Vader. En dan denk je mooi: dan is het ook een peuleschil om te doen wat Hij wil. Maar dat valt nogal tegen bij mij, want daarvoor is het nodig tegen mijn eigen wensen en begeerten in te gaan en echt deemoedig te worden. Dit doet ook denken aan de verhouding 666, waarover Gera Hogendoorn hier een mooie voordracht gehouden heeft.

Een goede opsomming van wat onze Hemelse Vader van ons verlangt staat in het boek: de Weg tot de geestelijke wedergeboorte, dat je bij Jan en Ria kunt kopen. Als ik dat weer lees, realiseer ik me hoever ik nog te gaan heb alvorens die wedergeboorte te bereiken. Het maakt deemoediger en juist die deemoed is nodig om de Vader in ons alle ruimte te geven. Onze zwakten zijn in dit opzicht ook een geschenk. Als we al heilig zouden zijn, liepen we het gevaar hoogmoedig te worden. Ook de leerlingen ontvingen pas de Heilige Geest met Pinksteren, nadat ze drie jaar dagelijks onderricht van Jezus zelf hadden gehad.

Op een vraag van Jezus zegt Jarah in het Grote Johannes Evangelie:
“Heer, ik heb alles begrepen! Er is een goede mogelijkheid, maar alles hangt af van de vrije wil van de mens! De wereld zien en proeven zij, maar de hemelen zien en proeven zij daarentegen niet, en dan kan het gebeuren dat velen de gebaande weg niet zullen gaan, en het zal met hen dan erger zijn dan tot op heden! Ik zeg U, o Heer, de gebaande weg naar de hemel zal door weinigen betreden worden, want het moeilijkste voor de mens is de zelfverloochening!”
IK zeg: “Maak je geen zorgen, de verbeteringsinrichtingen zullen zo omvangrijk zijn dat ze van hier tot in het hiernamaals zullen worden uitgebreid!
(GJE 2:133, 5-6)

Zelfbeschouwing

Over zelfbeschouwing is een mooi gedicht geschreven door de Vlaamse dichteres Alice Nahon:

’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
Nog even voor het slapen gaan
Of ik van dageraad tot avond
Geen enkel hert heb zeer gedaan

Of ik geen ogen heb doen schreien,
Geen weemoed op een wezen lei
Of ik aan liefdeloze mensen
Een woordeke van liefde zei.

En vind ik, in het huis mijns harten,
dat ik één droefenis genas,
dat ik mijn armen heb gewonden
Rondom één hoofd dat eenzaam was…

Dan voel ik op mijn jonge lippen,
Die goedheid lijk een avond-zoen
’t Is goed in ’t eigen hart te kijken
en zo zijn ogen toe te doen.

In het grote Johannes Evangelie lezen we dat een van de zaken die de leerlingen te doen kregen van Jezus zichzelf beschouwen was, onderzoeken wat ze niet naar Gods wil gedaan hadden en daar spijt van hebben.

Jezus geeft in het begin van zijn driejarige rondtrekken de leerlingen hierover raad:
Enigen weten echter niet hoe ze een begin moeten maken met de innerlijke zelfbeschouwing, en vragen dat aan Mij. Dan zeg Ik: ‘Rust en denk in stilte actief na over jullie doen en laten, over de jullie welbekende wil van God, en of je deze hebt opgevolgd tijdens de verschillende periodes van je leven. Op deze manier heb je je innerlijk onderzocht en daardoor bemoeilijk je het binnendringen van de satan in jezelf steeds meer. Want deze probeert met al zijn energie om de innerlijke zelfbeschouwing van de mens, door middel van allerlei nietszeggende begoochelingen te verhinderen.
Want als de mens eenmaal door oefening wat vaardigheid heeft verkregen in de beschouwing van zijn innerlijk, dan ontdekt hij in zichzelf ook heel gemakkelijk en heel snel welke valstrikken de satan voor hem heeft opgezet, en dan kan hij deze behoorlijk onklaar maken en vernietigen en tijdig maatregelen nemen tegen alle toekomstige valsheid van deze vijand. Dat weet de satan maar al te goed en daarom is hij zo ijverig mogelijk bezig om de ziel zelf met allerlei naar buiten gerichte begoochelingen af te leiden, en onderhand heeft hij dan niet veel moeite om onzichtbaar voor de ziel allerlei vallen uit te zetten, waarin zij tenslotte zo verstrikt raakt dat ze dan niet meer tot zelfbeschouwing kan komen, en dat is heel erg. (GJE 1:224.10-11)

Er is een hemels brood waarin gevraagd wordt aan de Hemelse Vader om alles te tonen wat van binnen nog niet naar Zijn wil is en was. De Vader weigert dat en zegt daarin dat als hij dat zou laten zie, dat je dan door de grond zou zakken van schaamte en tot niets meer in staat zijn. Vandaar dat Hij het stukje bij beetje laat zien. Belangrijk is daarbij onze motieven te onderzoeken: doen en zeggen wij iets uit liefde voor de vader, voor de ander, of willen we ook dankbaarheid zien als we mensen helpen, of dat anderen bij ons op gaan kijken?
Belangrijk is ook om met Hem je motieven te onderzoeken, juist van goede daden. Als je die doet om de hemel te verdienen, dan klopt dat ook nog niet. Het gaat om de liefde: Hoe meer jullie de Heer met liefde zullen omvatten en hoe deemoediger jullie ten opzichte van Hem en al jullie broeders zullen zijn, des te meer zul je van de waarachtige hemel in je dragen. (GZ_1 32:9-10)

Tot slot
Het doen van zijn liefdeswil lijkt gemakkelijk, maar is het absoluut niet. Maar weet dat hoe meer je in liefde groeit voor Jezus en je naaste, hoe duidelijker je ook Zijn liefde voor jou mag voelen! En dat is het mooiste wat mij hier al op aarde is overkomen, ook al ga ik struikelend en weer opstaand achter Hem aan.
Graag wil ik besluiten met nog twee stukjes uit GJE 9 (43:10-11), Nog een vijfde teken van Mijn tegenwoordigheid bij, in en te midden van jullie zal zijn dat jullie, als jullie altijd Mijn wil doen, in jezelf de wedergeboorte van de geest zullen bereiken. Dat zal een echte levensdoop zijn, omdat jullie daarbij van Mijn geest vervuld en daardoor in alle wijsheid binnengeleid worden. Laat ieder van jullie vooral naar dit vijfde teken streven!
En tot slot: Als het rijk Gods echter in jullie zelf gestalte krijgt en vol werkzaamheid wordt volgens Mijn aan jullie geopenbaarde wil, dan zullen jullie het ook aanschouwen en daar grote vreugde aan beleven. (GJE 9 159:4)

Die vreugde wens ik jullie allemaal!

T. de Vries

Volksgeneeskunde – tekst van een nog te houden lezing door Geurt Stoffels

Volksgeneeskunde – Geurt Stoffels

De volksgeneeskunde reikt terug tot in een ver verleden. De natuur heeft de eerste apotheek geopend. De primitieve mensen en dieren waren aangewezen op de beschermende werking van de aanwezige planten en kruiden om ziekten te voorkomen en gezond en sterk te blijven. Omdat mens en dier zich voortdurend verplaatsten, waren er overal filialen van de natuurlijke apotheek te vinden. Waar ter wereld de mens ook ziek werd, altijd vond hij in het veld de middelen om te genezen, de ingrediënten voor een geneeskrachtig kruidenaftreksel of voor een smeersel.

Onze vroegste voorouders hebben de eerste beginselen van de volksgeneeskunde ontdekt, toen zij zagen dat dieren geneeskrachtige planten gingen zoeken zodra ze last hadden van koortsen of wonden. Door nauwkeurig te observeren hoe de dieren zichzelf konden genezen, leerden de mensen hoe ze op een natuurlijke manier gezond konden blijven. Ik heb bewondering voor de dieren die instinctief en gevoelsmatig de natuurlijke wetten volgen om te kunnen genezen. Zij weten feilloos welke kruiden ze bij bepaalde kwalen nodig hebben om beter te worden.

De in het wild levende dieren zoeken allereerst de afzondering op waar ze zich volkomen kunnen ontspannen. Verder vertrouwen ze op de middelen van de natuur: de genezende kracht van planten en zuivere lucht. De beer graaft naar wortels van de varenplanten; een dier dat gebeten is door een gifslang, kauwt vol vertrouwen op slangewortel. Een dier dat koorts heeft, zoekt zo vlug mogelijk een koel, schaduwrijk plekje op bij het water. Daar blijft het rustig liggen, het eet niet en drinkt veel tot het beter is. Een dier dat door reumatiek wordt geplaagd, zoekt een plekje in de volle zon en blijft daar tot zijn kwaal door warmte is verdreven.

Laten we als voorbeeld een dier nemen dat weigert te eten als het ziek is. Door het voedsel te laten staan ontstaat er in zijn lichaam een biochemische toestand die meehelpt zijn herstel te bespoedigen. Als wij ziek zijn, eten we dikwijls alles op wat ons wat ons wordt voorgezet, uit vrees dat men anders zal denken dat wij het niet waarderen! De mens denkt gewoonlijk dat er iets verschrikkelijks zal gebeuren als hij een maaltijd overslaat. Hij vergeet dat het lichaam reserves vormt voor tijden van nood en, zo nodig, gedurende de gehele periode van een ziekte zonder voedsel kan. Als hij 25 jaar is, zijn het beendergestel, het spier- en zenuwstelsel, het hart en het bloedvatenstelsel, de ademhaling’s en de spijsverteringsorganen volledig ontwikkeld. Vanaf deze leeftijd heeft hij dagelijks alleen nog maar voedsel nodig om deze stelsels en organen in stand te houden.
Met 50 jaar is het nodig aan de vernieuwing van het lichaam te beginnen: we moeten dan niet eten omdat we trek hebben, maar voedsel kiezen dat doelmatig is voor de elementaire samenstelling van het lichaam. Wij handelen dus regelrecht in strijd met de biochemische wetten. Als wij de dieren zouden navolgen, zouden wij ook meer lopen (zie hiervoor ook de lezing “Wordt de consument patiënt?”).

In de zogenaamde ‘ontwikkelingslanden’ doen de mensen eenvoudig de dieren in de natuur na om gezond te blijven; niemand probeert daaraan naar willekeur iets te verbeteren. Zij beschikken nog, eenmaal volwassen, over alle instinctieve gewoonten uit hun jeugd. Toen de wereld nog jong en niet verontreinigd was, was de natuur de enige dokter die de mens kende. Haar planten, kruiden, wortels en bladeren waren zowel voedsel als medicijn. De mens werd wel gedwongen daarmee stapje voor stapje te experimenteren, er de goede eigenschappen van te leren kennen en die toe te passen.

Naarmate de eeuwen vergleden, kwamen er dokters om de mens te behandelen. Maar de dokters waarover verslag is gedaan, kenden geen ander medicijn dan die welke zij destilleerden uit natuurlijke bronnen! Er bestonden toen nog geen farmaceutische industrieën en geen chemici – slechts de chemische werking van de natuur om je aan over te geven!

De Codex Alimentarius, die op 22 december 2012 voor het eerst in Nederland werd ingevoerd, veroorzaakte grote onrust t.a.v. de beschikbaarheid van de geneeskrachtige kruiden; de Voedsel- en Warenautoriteit bestond toen nog niet. Met sommige kruiden moet je voorzichtig omgaan. Dat is bekend bij kruidendeskundigen, maar ik vraag mij als garagehouder af hoe scheef de vergelijking is in verhouding met de gebruikelijke chemische geneesmiddelen! Volgens de NPCF (Nederlandse Patiënten- en Consumenten Federatie) moeten al jaren lang 19.000 mensen per jaar naar het ziekenhuis – of ze zijn daar al – door bijwerkingen of door verkeerd gebruik van medicijnen (iatrogene ziekten).

‘Laat eten je medicijn zijn‘, sprak Hippocrates, de vader van de geneeskunst, al 2500 jaar geleden, om de gezondheidsbalans te herstellen. Aan hem die hem navolgden, liet hij een lijst na met 400 kruiden die men in de vierde eeuw voor Christus als medicijn gebruikte. Ik citeer een natuurarts: “In Nederland leer je als arts nauwelijks iets over andere geneeswijzen. Je krijgt vooral te horen hoe slecht en gevaarlijk de alternatieve geneeswijzen zijn, en dat er geen alternatief is voor de reguliere aanpak. Verder krijg je wat basisles over eiwitten, koolhydraten, vetten en energie. Je leert nauwelijks iets over mineralen en vitaminen. Over diëten en voedingsvoorschriften leer je helemaal niets, daarvoor moet je doorgestuurd worden naar een diëtist. En die heeft gestudeerd op voeding en dieet, maar niet op behandeling van ziekten. Gelukkig hebben we natuurartsen. Bij hen kan je wel terecht als je wilt weten welke voeding iets kan doen bij ziekte. Helaas zijn er niet zo veel meer van over. Ze zijn weggepest door de onwil en betutteling van zorgverzekeraars en door de laster van anti-kwakzalverfanaten. Jammer, want natuurlijke geneeskunde is een waardevolle aanvulling op de reguliere geneeskunde. Dat veel reguliere artsen kruidengeneeskunde (fytotherapie), de oudste geneeswijze ter wereld, inzetten voor eigen gebruik en niet beroepsmatig, zegt volgens mij genoeg over de controversiële benadering betreffende de natuurlijke geneesmiddelen uit de apotheek van GOD.

De strijd om de werkzame stoffen van planten te kunnen patenteren wordt steeds feller (zie de vorige lezingen van mij ). Als er door wetenschappers een doorbraak gevonden is met behulp van een natuurlijk middel, en dat is niet te patenteren, hoor je er meestal weinig meer van! (Dit valt volgens mij onder de noemer ‘publieke geheimen’).

Veel positief beoordeelde inzichten en remedies van vroeger worden nu veroordeeld, maar worden in de toekomst volledig gerehabiliteerd met de dan geldende inzichten. Kortom: De geschiedenis herhaalt zich steeds weer !

Soms zie je door de bomen het bos niet meer. Zo zie je dat bij veel onderzoeken een tegenonderzoek de resultaten van het vorige onderzoek onderuit haalt, al of niet vanwege de economische belangen van de chemische industrie, en soms ook vanwege de natuurlijke, niet integere fabrikanten van geneesmiddelen, c.q. aandeelhouders of beleggers.

Zo vond men chocola vroeger slecht. Nu is het zogenaamd gezonder dan een koekje bij de koffie (pure chocolade met minstens 70 % cacao). Dat geldt ook voor het dr. Frank eierendieet voor de lijn; dat is nu niet meer slecht vanwege de cholesterol! Ook is er discussie over de vraag of verbrande hamburgers al of niet kankerverwekkend zijn.

Het begrip productiviteit (met een minimum aan middelen een maximaal resultaat behalen) is volgens mij niet van toepassing op de farmaceutische industrie (zie mijn lezing “Wordt de consument patiënt”). Als iets eenvoudig is, wordt het gewantrouwd. Het moet uitgedacht zijn door specialisten. Als we het zelf kunnen bedenken, vinden we het al gauw onnozel. (Bijvoorbeeld een methode om te kunnen zien zonder bril) Toch vind ik persoonlijk dat elk mens zijn nut heeft in de grote keten van de maatschappij, zeker als die mens zichzelf hanteert en niet gehanteerd wordt! Dat geldt bijvoorbeeld voor de toepassing van probiotica na een antibiotica kuur. Kortgeleden was dat nog controversieel. Nu wordt het steeds meer geaccepteerd in het reguliere allopatische circuit. Zo hebben wetenschappers van de universiteit van Wageningen ontdekt dat bacteriën in probiotica en yoghurt e.d. ziekten tegenhouden door zich met grijparmpjes aan de darmwandslijmlaag vast te klemmen en zo de toegang van ziekteverwekkers te blokkeren. Door antibiotica kunnen deze bacteriën tijdelijk verdwijnen, met alle risico’s vandien, maar door probiotica kan dit snel weer op peil gebracht worden. Wij hebben met zijn allen de grote voordelen van antibiotica nog mogen meemaken, maar dat is niet blijvend.

In mijn lezing van enkele jaren terug heb ik hier meermalen voor gewaarschuwd, met name voor de koppelbestuiving bij kuikens met de nieuwste soorten antibiotica, en voor de ESBL bacterie – en wat is er nu veranderd? Weinig tot niets. Ik noem dat altijd zekerheid op de investering. Op 24 mei 2013 werd de uitkomst van een onderzoek naar de aanwezigheid van de ESBL-bacterie in vlees gepubliceerd. Het gaat om een onderzoek van vlees van supermarkten en slagers in opdracht van het ministerie van Economische zaken, uitgevoerd door de consumentenbond. In 40% van het kalfsvlees en in 13% van de biefstukken en in bijna alle kip was ESBL aanwezig !

In “Gezond Nu” stond een artikel van Prof. dr. Jan Kluytman, hoogleraar microbiologie aan het VU medisch centrum in Amsterdam. Hij werd bekend i.v.m . zijn onderzoeken naar MRSA in varkensvlees en ESBL-bacteriën in kippenvlees, bekend onder de noemer ziekenhuisbacteriën. Vroeger waren deze vrijwel altijd uit buitenlandse ziekenhuizen afkomstig; nu is dat maar ongeveer 5 %. Ze komen nu door de voordeur binnen. In Nederland zijn al 1,5 miljoen gezonde ESBL-dragers met honderden varianten van resistentiemechanismen, en dat arsenaal neemt veel sneller toe dan de ontwikkeling van nieuwe soorten antibiotica. Als je een paar weken of maanden stopt met voedsel waar de E-colibacteriën in zitten, verdwijnen ze uit de darmen. Bij ons is de situatie nog heilig . In ontwikkelingslanden zoals India zijn antibiotica zo’n beetje uitgespeeld. De kindersterfte neemt daar nu verder toe. Artsen in Griekenland geven daar nog een overdaad aan antibiotica bij een totaal gebrek aan hygiëne! Mevrouw Chan, directeur-generaal van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) zei in 2012: “Antibioticaresistentie betekent het einde van de moderne geneeskunde zoals wij die kennen.” Maar de wereld vergaat niet. Tot 1940 hebben we het zonder antibiotica ook behoorlijk goed gedaan. Daar moet ik even iets aan toevoegen en je zou er KIPPIG van worden in verband met het KIP ZONDER KOP BELEID dat volgens mij van de leg is waar het de natuurlijke, weerstand verhogende kruidenmiddelen en andere natuurlijke middelen betreft .

Als je met je boeren- of garagehouderverstand de oorzaak van de grote explosie van darmziekten wilt achterhalen, dan valt het op dat dit vroeger niet zulke proporties aannam als nu. Dan vraag ik mij als garagehouder af: wat en wanneer is er iets veranderd in de leefwijze van de mensen? Het viel mij op dat in het verleden veel minder medicamenten werden geslikt dan nu. Wat zijn de iatrogene effecten en interacties en bijwerkingen van al deze middelen op de darmwand, waar alles doorheen gaat voor het in de w.c. pot wordt gedeponeerd? Weinig farmaceuten houden zich hiermee bezig. Als leek denk ik – maar dan zal ik wel weer tegen heilige huisjes aan schoppen – dat de sterk geconcentreerde afwasmiddelen, die vroeger niet beschikbaar waren, wel eens een kwalijke rol hierin kunnen spelen. Kijk maar eens op de verpakking wat je moet doen bij inwendig gebruik. Slechts één waarschuwing van een onderzoeker kon ik vinden; afwasmiddelen behoren tot de schade veroorzakende stoffen van deze tijd; zij veranderen de oppervlaktespanning in de darm waardoor gemakkelijk opname kan plaatsvinden van niet-wenselijke verbindingen!

Persoonlijk gebruik ik – en dat hoort enigszins controversieel, denk ik – het liefst sterk geconcentreerd afwasmiddel. Dan wordt het lekker snel schoon, maar je moet wel goed afspoelen.

Gezondheid bereiken we volgens mijn inzichten als garagehouder niet door onderdrukking van symptomen of het negeren van signalen, zoals controlelampjes e.d. Het gaat er om dat het lichaam in staat wordt gesteld om de balans op een natuurlijke manier te herstellen. De voorwaarden voor het zelfherstellende vermogen zijn echter niet altijd aanwezig, maar alle kracht hiervoor zit toch in onszelf.

Ik zeg altijd: de geest staat boven de materie! Mijn vorige lezing over spontaan herstel en regressie heeft mij daar wel van overtuigd, na vele interviews met ervaringsdeskundigen over mentale en niet te vergeten geestelijke of gebedsgenezingen.

Één voorbeeld waaruit blijkt dat gedachten krachten zijn, wil ik hier toch even aanhalen. De huisarts die het boek schreef “Hoe overleef ik mijn huisarts”, kreeg recentelijk een vitale heer van ruim tachtig op het spreekuur met een indrukwekkende c.v. wat ziekenhuisopnames betreft. Desondanks is hij gelukkig en staat volop in het leven.
De huisarts vertelt hierover: “Ik vroeg hem of hij ook bang was toen hij in 1988 maagkanker had. Hij kijkt verbaasd. Bang? De chirurg had mij verteld dat ik na de operatie helemaal genezen was en dat het nooit weer terug zou komen, en daar heb ik op vertrouwd, vertelde hij. Toen hij weg was, pakte ik zijn dossier toch even uit de archiefkast, met het operatieverslag. Er staat heel duidelijk: ‘De operatie is alleen bedoeld om de klachten te verlichten, maar hij zal niet meer genezen.’ “

Dit doet mij denken aan iets wat ik ergens opgepikt heb, zullen we maar zeggen:   “Wanneer de geest de omgeving als veilig inschat, groeien de lichaamscellen. In stressvolle situaties nemen de lichaamscellen een afwerende houding aan. De energiebronnen worden aangewend voor de beschermende maatregelen in plaats van voor groeiprocessen.” Groeiprocessen stoppen wanneer het systeem gestresst is. Ons lichaam is opgewassen tegen korte perioden van stress. Aanhoudende stress kan dysfuncties en ziekten veroorzaken.

BRONVERMELDING:

“Leef lang en gezond”, dr. D. C. Jarvis
“Natuurgeneeswijzen”, Helmut Lóffler
“De genezende kracht van natuurlijke middelen”, Lelord Kordel
“Gezond Nu 9/2010”, dr. J. Bolhuis, natuurarts
Huisarts Metta Hofstra, Gezond Nu, 04/2013
NPCF (Ned. Patiënten Consumenten Federatie), 01-02-2011
“Gezond Nu”, 3/2013, Prof. Jan Kluytmans, microbioloog
NOS 24/ 05/ 2013.

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 14 februari 2014

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 14 februari 2014

Welkom allemaal, mooi dat jullie er zijn. De bijbel is een mooi boek, het enige boek uit de oudheid waarvan de schrijver nog leeft. Daarna zijn er nog heel veel boeken geschreven over God en Zijn leer.

Genezen worden door Jezus van al je ellende, ziekten en verdriet is het mooiste wat er is. Je gaat ook wel eens naar een arts of ziekenhuis om hulp, maar daar wonen ook duivels in de artsen, nl. de geldduivels.  Ze laten je gewoon verrotten en zien je als een melkkoe omdat er veel verdiend wordt aan een zieke.

Laatst stonden de kranten er vol mee, maar er wordt weer niets mee gedaan. Allemaal zwijggeld. Ik denk dat als we later hierboven komen, dat we dan schrikken van alle zwijnerij. En die goeie oude Hippocrates, die de eed bedacht dat een arts te allen tijde voor het belang van de patiënt en zijn wens moest kiezen, draait zich om in zijn graf. De artsen zijn bang voor hun baan. Daar zit het kwaad ook: het lijkt alsof God steeds minder aanwezig is, Hij leeft niet meer in het hart van veel mensen. Wij hier vanavond willen Hem wel laten leven in o­ns hart. Ook al hebben we foutjes, we mogen met Hem leven. Het Godsgevoel komt steeds meer in je hart. Het kwaad wil dat niet en doet zijn best. Volhouden dus, satan, je moet loslaten.

Dat maakt gelukkig, en allemaal willen we gelukkig en gezond zijn. Je krijgt wel eens iets, maar er is niets wat God niet kan. Hij is de meester in het oplossen van het o­nmogelijke, en voor mij voelt het zo dat aan jezelf werken en je fouten oplossen en je problemen oplossen en verwerken, je steeds dichter bij genezing brengt. Ik ben daar nu erg in doorgedraaid. Dat komt omdat ik perfect wil zijn voordat ik echt met een gerust hart spreken kan over God. Nu ik dus zelf wat kreeg, ben ik als een gek aan het zoeken gegaan naar fouten en o­nverwerkt verdriet. Nou dat was er wel. Te gespannen, te zorgzaam, dus soms geen vertrouwen hebben of dingen overlaten aan God. Want ik ben een Fries, ik ben een werker, geen luiaard. Moet God alles alleen doen? Vanmiddag was ik net thuis, ik stond bij het aanrecht en toen zei een stem heel rustig en duidelijk tegen mij: “Je bent er al lang“. Ja, de problemen zijn al weg.
Maar omdat ik nog niet beter ben, blijf ik maar malen. Jezus geneest nu ook nog de zieken. Daar moet ik op vertrouwen. Dat bid ik ook wel naar de Here God, maar misschien ben ik te o­ngeduldig (dat is nieuw voor mij), of ik blijf maar hangen bij dat ziektegedoe terwijl ik gewoon mijn leven met God kan leven.

Oei oei, ik heb het vanmiddag wel erg gemakkelijk, want ik hoor precies – of in bepaalde beelden van woorden – wat ik moet schrijven. Ik hoor ook steeds sinds dit van de zomer begon: “Leef je leven”. Kijk niet naar ziekte, maar naar Jezus, en Jezus in de medemens, ook al zie je Hem niet. Zegen je medemens door liefdevol op iemand toe te stappen, luister naar iemand met Jezus in je gedachten, dan ben je zelf beschermd. Help iemand omhoog en trap hem niet de grond in. Hier waar we nu zijn lukt dat wel aardig, soms grijp ik in als de mindere hier wordt gepest. Ja hoor, “volwassen” mensen kunnen ook goed pesten hoor. Leef je leven: als je mensen wilt helpen op Gods manier dan kun je nog 30 jaar twijfelen of je goed bent, maar je kunt ook gewoon beginnen, want al doende leert men. Oh shit, ik twijfel al 30 jaar. God weet dat ik een volhouder ben met emmers vol geduld en geen kwaad in de zin. Ik geloof dat God alles kan, je moet Hem achterna gaan. De duivel heeft daar een hekel aan, en ik las dat je kunt bidden en smeken dat de duivel verdwijnt. Bij de duivel moet je niet zijn, die luistert niet hoor, die vindt het mooi dat je aan hem denkt. Nee, de duivel is voor eentje bang, en dat is de Heilige Geest. Dus bid en werk voor de Heer, dat vindt het kwaad niet leuk en moet dan ook loslaten. Gewoon je ding doen dus, niet te krampachtig. (Dat ben ik wel, ik hoorde altijd van iedereen dat ik alles fout deed, alles lag aan mij, werd er altijd gezegd. Ze zochten gewoon iemand om tegenaan te schoppen. Ik weet de reden ook wel.  Makkelijke afschuivers he. Als je o­nzeker bent, geloof je die ellendelingen ook nog).

Niet te bang zijn, dan moet de duivel loslaten, hij heeft dan geen “houvast”meer aan jouw negatieve dingen. Een paling in een emmer snot kun je ook niet pakken. Ik zie nu het Christusbeeld aan het kruisje voor me, dat ik van iemand kreeg, en de tekening hier. Sommigen kunnen Zijn aanblik niet verdragen. Die mensen weten dat niet, het is evil knievel in hen. Boos worden heeft geen zin.

Het gaat niet zozeer over mij, maar waar het eigenlijk over gaat vanavond, is dat we zo veel in o­ns leven kunnen hebben aan de woorden in de bijbel, de Lorberboeken en alle andere boeken die met Gods welbevinden zijn geschreven. God helpt o­ns toch nog, want Hij wil ook gezellig bij o­ns zijn. Jezus helpt o­ns, ook al zien we Zijn lichaam niet hier op aarde. Soms schemert Hij door in een mens, een diertje of een liedje, vaak in kleine dingen en in het verborgene. Jaren geleden dacht T steeds dat ze niet mooi of leuk was. Dat heeft ze nog wel eens. Ik zei steeds dat ze dat niet moest doen, zichzelf naar beneden praten. We liepen achter de H langs en er was markt geweest, het werd net opgeruimd. En T maar doorpiepen. Toen ik weer zei: “Je bent zo mooi als…”, stopten we bij de fietsen, en wat lag er naast haar fiets op de grond? Een prachtige Gerbera. Nog helemaal heel. Ik zei: “Die is voor jou omdat je zo mooi bent”.

Het gebeurt ook wel eens dat iemand die je toevallig tegenkomt iets tegen je zegt of zo: God kan even door iemand heen spreken. Hoe meer mensen Hem in het hart hebben wonen, hoe meer God hier werkt en leeft. Maar als je niet gelooft dat Hij dat nu ook nog kan, dat God alles kan?  Hij heeft o­ns toch niet als wezen achtergelaten? Dat is gewoon zo, want God wist ook dat Jezus Zijn leven zou geven voor o­ns allemaal. God zelf gaf Zijn zoon. Waarom al die heisa en ellende voor de jaren die Jezus hier op aarde leefde? Dat waren er niet zo veel hoor. Het geldt voor altijd. Ik heb ook wel eens met mensen te maken – dat zijn de meesten helaas – die zeggen dat God niet alles kan. Ze gaan wel naar de kerk, maar ze geloven eigenlijk niet in de almacht en de grote liefdeskracht van God. Ze bidden naar iemand waar ze eigenlijk niet helemaal in geloven. Dat is depressiviteit naar God en Jezus toe eigenlijk. Zomaar  geloven. Het is ook moeilijk, het loslaten, het vertrouwen dat God alles weer heel maakt. De wereld lijkt zo anders, vooral als het volgens jou even wat te lang duurt.
Ik weet zeker dat Hij het kan, maar als het dan even duurt? Daar heb ik zelf ook nog wel moeite mee. Dichter bij God dus.

De Vader-God is een vader naar wie je kunt bidden, niet alleen praten, maar ook bidden om een antwoord, een oplossing van wat je moet doen. Ik krijg ook vaak antwoord en ik houd er ook rekening mee dat het niet altijd van God afkomt. o­nderzoek alles en behoud het goede, ook als je bidt.  Daar ben ik me altijd heel erg bewust van geweest. Laat je niet aan banden leggen door wat jij denkt dat God is: je bent vrij en mag je leven leiden (ook al zijn sommigen niet vrij).

Ik ben blijkbaar nooit gezond geweest. Ik leefde met mijn gevoelens blijkbaar nog te ver van God. Dat wil niet zeggen dat ik een slecht mens was, maar het had beter gekund. Ik deed altijd al graag veel voor anderen, niet alleen voor mijn eigen gezin: ook het helpen van anderen vanuit naastenliefde is voor mij altijd erg belangrijk geweest. Maar door gedachten aan oude problemen of o­nderbewust o­nverwerkt verdriet ben ik niet dicht bij mijn taak gekomen, en heb ik toch iets gekregen wat je niet wilt.

Die ellende heeft mijn gevoelens bezet en daardoor is er niet genoeg ruimte geweest voor God. Dat is bij andere mensen ook zo. Ik ga hier nog een boekje over schrijven. Iemand die ik hier wel eens de handen opleg, werd ook twee weken na een geestelijke schok ziek. Er zijn veel ziekten die uit de geest en de ziel voortkomen.

Ik heb het licht alleen te veel o­nder de korenmaat gezet, omdat ik mijzelf niet zo bijzonder achtte. Ik voelde dat licht niet zo, ik ben een gewoon meisje. Die krachten voelde ik ook niet zo sterk.
Tja, ik ben nooit echt moe, het wordt zelfs steeds beter. Van de week moest ik wat hoesten en was ik verkouden. Dan word je wel duf, maar verder niks. God draagt mij nog steeds. De overgang duurde maar een half jaar. Ik heb geen chemische placebo’s gehad die een lichaam aantasten. God sleept mij er doorheen, ook al voel ik dat niet altijd, want God is in het zachte ruisje, net als bij Elia in de grot.

Laatst had ik het ook niet meer. Ik vond toen een stukje in een boek dat ik opendeed toen ik zocht naar een woord dat mij kon helpen. Vaak gebeurt dat wel als je eerst gaat bidden. Uit wanhoop sloeg ik een bladzijde van iets open, en daar stond waarom mensen soms ziek werden en hoe God ze zelf kon en ging genezen, nl. omdat Hij zo Zijn kracht om te genezen kon laten zien aan de mensen.  (Als Hij mij daarvoor zou gebruiken, zou ik daar maar al te graag aan meewerken. Hij weet dat ik van Hem getuig en getuigen zal.)

Nu ik mijn problemen verwerkt heb, komt het licht of de kracht van God meer en meer naar boven. Sinds maandag voel ik een sterke kracht in mij; er was na een ellendige avond en nacht een nieuwe dag aangebroken. Ik sliep eerst op de bank, toen werd ik opeens 10 seconden wakker en was ik helemaal blanco, en toen sliep ik meteen weer, net alsof iemand de schakelaar om mij aan te zetten even aan en uit deed.
Tijdens het o­ntbijt en de “ochtendspits” was er ineens een groot gezicht waar ik niet omheen kon kijken; ik werd toen heel blij. Daarna moest ik naar school en later deed ik de radio aan en hoorde toen Brian Adams zingen: ”Look into my eyes, I’ll do anything for you”.
Dat was wel heel bijzonder. En weer kreeg ik heel veel energie en de boodschap dat ik mijn leven moet leiden, mensen moet genezen door gebed en moet praten over de Here God. Die energie is er nog, maar mijn stoffelijke lichaam stoort mij; later val ik weer terug.
Ik heb uitgerekend aan de hand van de boeken van Lorber, de andere profeten en de bijbel, maar ook aan de hand van een boek van Andreas Moritz en Dr. Hamer over Germaanse Geneeskunde, dat als je je fouten en je o­nverwerkte verdriet of de situatie waarin je leeft allemaal verbetert en verwerkt, dat Jezus dan ook nu nog geneest.

Laatst kwam ik thuis en zag het niet meer zitten. Ik pakte de achterdeur vast en dacht: God, haal me maar op. Toen ik in de keuken kwam, stond de papiermand nog op het krukje bij de deur. Daar bovenuit stak een briefje dat ik eens uit de computer had gehaald. Daarop stond:  “Jezus geneest nu ook nog”. Ik heb het toen gelezen, en toen ik klaar was, ging de bel en was mijnheer D op visite. De bui was weer overgewaaid.
Vandaag voel ik ook weer spanning. Gisteren heb ik twee mensen de handen opgelegd. Toen kalmeerde ik weer meteen; dat is wat ik moet doen, zo kan die energie eruit. Ik wens dan iemand eigenlijk heel veel liefde en genezing van Jezus toe.
Nu heb ik wel een probleem: ik heb nl. niet zo veel mensen. Ik ken wel veel mensen, maar spreek ze er niet snel op aan om voor hen te bidden. Als ik met iemand praat kan het ook, aanraken is gemakkelijker. Ik doe het vaak zonder dat men het merkt. Ik wil voor jullie allemaal graag bidden. Wie wil er straks dat ik de handen opleg? Het duurt maar een paar minuten. Misschien willen jullie het ook bij mij doen.

Dat is ook naastenliefde, van de hoogste soort. Als je veel van anderen houdt, vergeet dan alles. Je gaat niet eerst rekenen of iemand iets verdient. Als ik iemand aanraak, is er niks, alleen  die geweldige liefdesenergie. Net of ik even op de achtergrond sta. Ik voel het wel, en als het klaar is, dan ben ik rustiger. De druk is even van de snelkookpan.  Ik voel de dingen in mijn eigen lichaam waar een ander last van heeft, ik weet niet alles – maakt me ook niet uit – ik wens iemand Jezus’ kracht toe. Jezus geneest door o­ns heen de anderen. Dat is mooi als je iemand alle liefde, wijsheid en kracht van Jezus toewenst: je wenst dan iemand het allerbeste toe. Mocht er kwaad of ziekte of ellende en moeilijkheden in die mens zijn, dan heb je eigenlijk de Heer gevraagd om het slechte te laten verdwijnen. En Jezus is sterker dan het kwaad.

Ik denk dat Hij ook zo wel neer kan dalen of in o­ns hart kan komen om te genezen, maar Hij wil dat ook  graag via de naastenliefde doen omdat dat belangrijk is voor God. Het is het opwekken van de liefde. De Heer moge u genezen door Zijn genade, liefde en barmhartigheid

Tijdens het eten koken een paar maanden geleden werd er naar mij gekeken. Ik dacht toen wat kribbig dat ik nu eenmaal o­nzeker ben en daar niks aan kon doen. Daar werd ook naar gekeken. Ineens was er een bladzijde van een boek rechts boven de pannen en er werd  een regel op de rechter bladzijde geschreven zonder pen. Het waren een stuk of zes woorden, maar ik kon ze niet lezen. Het duurde 5 seconden, dus ik zag het nog maar net. Ik strekte mijn rug en dacht meteen, ai ai, ik ben ook niet meer o­nzeker. Dat kon er maar één zijn: de Heer zelf of één van Zijn hoge helpers.

Lorber heeft o­ns veel boeken nagelaten, en daarin staat ook dat je je kinderen goed moet opvoeden zodat ze reeds op jonge leeftijd de goddelijke geest in zich op kunnen nemen. Het is belangrijk om goed voor elkaar te zorgen en een rustige, zorgzame, liefdevolle basis te vormen in het gezin.
Problemen voorkomen is beter dan genezen, kijk maar naar mijn leven en dat van vele anderen. Net als ik en anderen kun je leren van je ziekte of problemen, en een andere richting kiezen. Als ik jaren geleden zo aan God had gedacht en Hem echt had willen leren kennen, dan was dit niet gebeurd. Pas als je iets hebt, ga je puin ruimen en andere dingen doen. Je krijgt dan ook weer andere probleempjes: Jezus mag niet aan de muur hier, maar 2 meter verderop wel verkocht worden!

Wie in alles met Mij wandelen en handelen zal, diens werken zullen altijd door de ware zegen worden begeleid. (GJE 8, hoofdstuk 154)

Je kunt er ook nog bij zeggen dat je je levenspad gericht houdt op de Heer en Hem bij je wilt houden. Volgens de “regels “ leven is het beste wat er is. Wijk niet van het smalle paadje af. Denk er aan dat Jezus bij je is, en leef niet te krampachtig. Mijd mensen die slecht voor je zijn. Een aanvarinkje is niet erg, maar als mensen constant hun o­nvrede op jou gaan botvieren, is dat wel slecht. Ook al is het je eigen moeder.

Ik gaf iemand in de familie steeds een fotolijstje met een foto van o­nze drie kinderen. Die werd er steeds uitgehaald, zelfs als je die foto met bisonkit in het lijstje lijmt. Dat is nu al zo’n 4 keer gebeurd. Er komen steeds weer anderen in, dat heeft met rangorde of de kouwe kant te maken Het zegt me nu helemaal niets meer. Gelukkig maak ik me er niet meer druk om. Alleen Jezus is nog belangrijk, en wat die van mij vindt.

Eerst deed het me veel, nu verbaas ik mij erover dat mensen hier zo lang op aarde rondlopen en dan nog niet geleerd hebben wat naastenliefde of mensen kwetsen betekent. Gevoelens hebben bij zulke mensen geen eerste prioriteit. Eenmaal de kouwe kant, altijd de kouwe kant. En als je dan waarschuwt dat iemand zich van kant gaat maken, knipperen ze niet eens met de ogen, en als het dan een paar dagen later bijna gebeurd is, dan is iedereen in paniek. Hoe zou dat nou komen? Ze zien niks aankomen omdat de geestelijke oren en ogen het niet goed doen. Dan maar niet op de eregalerij. Als we later maar bij Jezus in de buurt mogen zitten. Zo helpt God mij zelfs met die zaken.
Het staat ook in de Lorberboeken: als je afhankelijk bent van de aandacht van anderen, dan is het slecht met je gesteld. Dat lijkt vreemd, want ik houd ook veel van mijn gezin. Maar buiten die is er Een die je nooit laat stikken. Tegen Jezus zei men: “Moet u niet naar buiten? Daar zijn uw moeder en uw broeders”. Daarop antwoordde Jezus: “Jullie, mijn geloofsgenoten, zijn mijn moeder en mijn broeders”.

Mijd de ergernis in uw ziel, want die verontreinigt de mens in het hart, en dat is uit den boze. (GJE 8.124)

Dus laten we het niet meer over ergernissen hebben, maar over de Heer. Wat merken we van de Heer? Wat kan en doet Hij? Zijn liefde werkt vooral in stilte en in het geheim, want als het al te duidelijk zou zijn, dan wordt het meer een dwang. Zo van: “Kijk, ik ben God, ik kan dit en daarom kun je niet meer om mij heen en moet je Mij wel geloven.”
Nee, we moeten het zelf zien en o­ns verwonderen. Daarom wil ik het wel graag zien vanwege het wonder van God, en weten waarom alles is zoals het is. Afgelopen zaterdag ging ik snel naar de winkel om pizzadeeg, omdat we zelf pizza gingen maken. Toen zag ik bij de ingang paarse tulpen staan, en ik hield de pas even in. Zou ik het doen? Nee, niet te veel verwennen en te duur. Toen ik ‘s middags thuis kwam, had de jongste iets voor mij gekocht. En ja hoor, paarse tulpen, precies die mooie lievelingskleur. We kopen nooit bloemen, dus dit was geen toeval, maar een knipoogje van de Heer: Hij weet en kan alles!
Hij werkt dus in de kleine dingen, kruimeltjes. Net als Jo en ik vaak tegelijk bellen of smsn. Hier past het volgende Lorberstukje mooi bij. Het staat ook in de bijbel.

Toen Elia in de grot op het voorbijtrekken van God wachtte, kwam God voorbij in een zacht ruisen.
De stem sprak tegen Elia: “Wie God wil zien, moet Hem zoeken in de liefde, in deemoed, zachtmoedigheid, geduld en erbarming; en wie Hem ergens anders en met andere middelen op andere werelden zoekt, vindt God niet.” En hoor: wat die stem tot de grote profeet zei, dat zeg Ik u ook! Wilt u die ene, ware God op deze weg zoeken, dan zult u Hem ook vinden.
(GJE 7.100)

Lezing van Tietie Elsinga op 17 januari 2014 in Heerenveen

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 17 januari 2014 

Welkom allemaal in het nieuwe jaar waarin we weer gaan praten over de Heer. Mensen willen graag ergens bij horen, je wilt niet alleen zijn. Net als ik zijn ze vaak 50+. Geen baas wil je dan nog hebben. Sommigen voelen zich afgeschreven en uitgespuugd. Maar dan vergeten we er Één die o­ns nooit uit zal spugen, de belangrijkste en de beste die o­ns maar wil hebben, namelijk de Heer. Kom maar bij Mij, zegt God. Wij zijn Zijn kinderen.
Verder lezen

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 13 december 2013

Volledige tekst van de lezing van Tietie Elsinga, gehouden op 13 december 2013 in Heerenveen
_________________________________________________________________________________

Goedenavond allemaal, mooi dat jullie gekomen zijn. Toen ik begon met het schrijven van deze lezing voelde ik mij niet zo goed omdat er in mijn lichaam iets niet goed is. Maar als je dan alle mensen om je heen ziet en denkt aan wat er nu in het postkantoor is o­ntstaan – voornamelijk met spullen uit de kerk – dan zie ik daarin de hand van God.

Verder lezen

Tekst lezing Tietie Elsinga op 16 oktober 2013

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 16 oktober 2013
________________________________________________________

Welkom op deze avond. Vanavond richten wij o­ns weer op God, Diegene waar wij hulp, bemoediging en innerlijke rust van verwachten. Hij kan o­ns die innerlijke rust geven. Dat kunnen we niet zelf; we proberen het wel, we spreken o­nszelf moed in en werken hard aan o­nszelf, maar de ware rust komt van de Heer, van het binnenstromen van Zijn genade.
Verder lezen

Tekst van de lezing van mw. T. Elsinga op 15 mei 2013 in Heerenveen

Tekst van de lezing van mw. T. Elsinga op 15 mei 2013
________________________________________________

Welkom allemaal, fijn dat jullie er zijn.
Laten we het vanavond weer over de Heer hebben en over de dingen die we tegenkomen in o­ns leven. Ook wil ik graag bidden voor de zieken en de mensen die het moeilijk hebben. U kunt straks iemand in gedachten nemen waar we voor bidden, of een naam noemen die ik hier even opschrijf. We hoeven daar niet lang over te bidden: we doen zelf immers niet veel, God doet het werk.
Verder lezen

Tekst lezing mw. T. Elsinga op 20 maart 2013 over “Je geloof maakt het verschil”

Tekst van de lezing van mw. T. Elsinga, gehouden op 20 maart 2013 in Centra 71 te Heerenveen.

Welkom allemaal. De lezing gaat deze keer over: “Je geloof maakt het verschil”. Eerst het o­nze Vader, want Hij is hier ook bij o­ns. Dit ook als een soort bescherming.
“Gedenk Mijn leer en handel daarnaar, dan zult ge leven in het licht uit God!” (GJE. 9,30).

Je hoeft geen rare capriolen uit te halen. Het is voldoende om te werken aan jezelf, goed te doen uit liefde voor God en je naaste en ook jezelf niet te vergeten. Het is niet ingewikkeld, want dan was het geluk alleen voor de “slimmen”, maar geluk is met de dommen toch? Er staat ook: “Wie Mij in de stilte van zijn gemoed tegemoet gaat, die zal Mij o­ntmoeten”. Tja: stilte. Hebben we dat ergens nog?
Verder lezen